CRM_3

CRM
Week 3
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

CRM
Week 3

Slide 1 - Tekstslide

Hoe bepaal je de Life Time Value van een klant? Je zet de totale opbrengst van de klant af tegen...........
A
de totale marketinginspanningen van deze klant.
B
de totale crm-kosten van deze klant.
C
de totale investeringen in deze klant

Slide 2 - Quizvraag

Noem een voorbeeld van een conflictaanjager.

Slide 3 - Open vraag

Conflictstijlen
  1.  Aanpassen ==> het doel is een goede sfeer creëren. Verder levert dit niet zo veel op.
2. Vermijden ==> het doel is conflicten vermijden, maar levert over het algemeen niet zo veel op.
3. Wedijveren, forceren, doordrukken ==> het doel is je zin doordrijven.

Slide 4 - Tekstslide

Conflictstijlen
4. Samenwerken, compromis, integreren, problemen oplossen ==> het doel is om veel waarde te hechten aan de onderlinge relatie, medewerkers lossen het samen op en worden daarbij door een meerdere begeleid.

5. Onderhandelen ==> het doel is verkopen en omzet genereren.

Slide 5 - Tekstslide

Casus
2 accountmanagers hebben een conflict. Jan heeft opdracht gegeven een order aan te maken. Tom zegt dat Jan daarbij de binnendienst een verkeerde order gaf en heeft deze daarom geblokkeerd. Jan zegt dat hierdoor de order onnodige vertraging oploopt en geeft opdracht de order toch uit te voeren.

Slide 6 - Tekstslide

Casus
Het gevolg is dat de order te laat is verwerkt, wat stress veroorzaakt bij medewerkers en communicatieproblemen met de klant. Het conflict wordt gemeld bij de salesmanager, die het bedrijfsbelang en de klant centraal stelt.


Slide 7 - Tekstslide

Welke conflictstijl zie je bij Jan en Tom?

Slide 8 - Open vraag

Welke conflictstijl past bij de visie van de salesmanager?

Slide 9 - Open vraag

Oplossen van een conflict
Om een conflict voor beide partijen goed op te lossen, moet je:
  • je standpunt helder formuleren;
  • formuleren vanuit belangenperspectief, niet vanuit normen en waarden;
  • goed luisteren naar de ander;
  • het verschil begrijpen en accepteren.

Slide 10 - Tekstslide

Noem nog meer relevante zaken die van belang zijn om een conflict op te lossen.

Slide 11 - Open vraag

Een leidinggevende die op verschillende momenten verschillende stijlen van leidinggeven kan toepassen toont............
A
autoritair leiderschap
B
democratisch leiderschap
C
situationeel leiderschap

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Communiceren

Slide 14 - Tekstslide

Non verbale communicatie
Elke vorm van uitwisseling van boodschappen tussen mensen of levende wezens via niet-talige signalen of tekens: 'zonder woorden'.

Non-verbale communicatie is erg belangrijk voor een verkoper, omdat boodschappen voor een groot deel non-verbaal worden verspreid.

Slide 15 - Tekstslide

Communicatie belemmeren
  •   vermoeidheid 
  •   desinteresse 
  •   ziek voelen, bv hoofdpijn 
  •   ‘ruis’, zoals bv een radio die aan staat of veel mensen die      aan het praten zijn 

Slide 16 - Tekstslide

Communicatie stimuleren
  •   interesse 
  •   weinig / geen ‘ruis’ 
  •   belang hebben bij de communicatie 

Slide 17 - Tekstslide

LSD Techniek

Slide 18 - Tekstslide

Communicatie - LSD
Een manier om effectief te kunnen communiceren is de LSD-techniek toe te passen (luisteren, samenvatten en doorvragen).

Slide 19 - Tekstslide

Waarom is non-verbale communicatie belangrijk voor een verkoper? Omdat..........
A
boodschappen vaak non verbaal worden verspreid.
B
dominante klanten zo beter herkenbaar zijn.
C
er bij alle klant- contacten non verbale communicatie is.

Slide 20 - Quizvraag


Slide 21 - Tekstslide

Klachten
Voor een goede klachtenafhandeling binnen een bedrijf is het belangrijk dat het bedrijf alleen redelijke en objectieve klachten aanneemt.

Een goed klachtenregistratiesysteem is dus van groot belang voor een bedrijf met een CRM-bedrijfsstrategie.                  

Slide 22 - Tekstslide

Klagende klanten

Slide 23 - Woordweb

Wat is een onredelijke en subjectieve klacht.
A
Na gebruik bevalt een product niet, klant wil een ander product.
B
De offerte is foutief, de berekening klopt niet.
C
Het product is beschadigd bij levering.
D
Er ontbreken onderdelen aan het product.

Slide 24 - Quizvraag

PDCA - cyclus
Door het gebruik van de PDCA cyclus wordt de kwaliteit van bedrijfsprocessen continue verbetert, bewaakt en gestuurd. 

Slide 25 - Tekstslide

PDCA - cyclus
  • Plan Maak een plan met de resultaten die je wilt bereiken en hoe je dat wilt doen.
  • Do Voer het plan uit, voer de activiteiten van het plan uit.
  • Check Vergelijk de resultaten met wat je had willen bereiken.
  • Act Bij afwijking: neem maatregelen / stuur bij om de resultaten alsnog te bereiken.

Slide 26 - Tekstslide

CRM

Slide 27 - Woordweb