Le passé composé met etre en avoir

Wat weet je nog over de Passé Composé
Passé Composé
1 / 12
volgende
Slide 1: Woordweb
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog over de Passé Composé
Passé Composé

Slide 1 - Woordweb

avoir
=
 hebben
Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
as
avez
a
ai
ont
avons

Slide 2 - Sleepvraag

etre
=
 zijn




Sleep de juiste vorm van être naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
es
sont
est
êtes
sommes
suis

Slide 3 - Sleepvraag

P.C. met 'avoir'
P.C. met 'etre'
aller
tomber
regarder
écouter
faire
rester
arriver

Slide 4 - Sleepvraag

Hoe maak je een voltooid deelwoord in het Frans bij werkwoorden die eindigen op '' ER ''

Slide 5 - Open vraag

Bij werkwoorden die niet eindigen op ''er'' is het voltooid deelwoord onregelmatig. Welke horen bij elkaar?
avoir
être
faire
été
fait
eu

Slide 6 - Sleepvraag

extra ''e'' en extra ''s''

Slide 7 - Tekstslide

Zet in de passé composé:
(essayer) Tu ____________ le jeans.

Slide 8 - Open vraag

Zet in de passé composé:
(écouter) Mes amis __________ la radio.

Slide 9 - Open vraag

Zet in de passé composé:
(arriver) Ses cousines _______ hier

Slide 10 - Open vraag

Zet in de passé composé:
(tomber) Sophie __________ d'une arbre.

Slide 11 - Open vraag

Zet in de passé composé:
(aimer) Elle _________ des tartines.

Slide 12 - Open vraag