vraag en aanbod

Vraag en aanbod
1 / 39
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vraag en aanbod

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Soorten markten 
- Goederen/dienstenmarkt (prijs)
- Arbeidsmarkt (loon)
- Vermogensmarkt (rente)
- Valutamarkt (wisselkoers)

Slide 3 - Tekstslide

Concrete en abstracte markt 
Concrete markt -> fysiek aanwezig 
Abstracte markt -> vraag en aanbod is naar een product of dienst, maar dit product heeft geen vaste plek waar het wordt aangeboden. 

Slide 4 - Tekstslide

Oliemarkt
Automarkt
Veiling
Rommelmarkt
huizenmarkt
Concrete markt 
Abstracte markt 

Slide 5 - Sleepvraag

Vraaglijn
Individuele vraaglijn -> vraaglijn van 1 persoon
Collectieve vraaglijn -> vraaglijn van meerdere personen bij elkaar opgeteld 

Slide 6 - Tekstslide

Vraagkant
Afhankelijk van:
- noodzaak/behoefte           - inkomen
- prijs                                           - Aantal vragers
- Prijzen van alternatieve producten 

Slide 7 - Tekstslide

Verschuiving ‘langs’ de vraaglijn 

- prijsverandering van een product/dienst verandert, zal de punt veranderen 

Prijsstijging -> hoeveelheids daling 
Prijsdaling -> hoeveelheid stijging 

Slide 8 - Tekstslide

Verschuiving ‘van’ de vraaglijn


- gevraagde hoeveelheid van product/dienst verandert, de vraaglijn verschuift

Vraag toename -> verschuiving naar rechts
Vraag afname -> verschuiving naar links 

Slide 9 - Tekstslide

Kruiselingse prijselasticiteit (Ek)
Ek= % verandering van hoeveelheid van product B / % verandering van de prijs van product A
Soorten goederen die daarmee te maken hebben:
- substitutie goederen (vervangende goederen) -> positieve Ek
- complementaire goederen (aanvullende goederen) -> negatieve Ek

Slide 10 - Tekstslide

Prijselasticiteit (Ev)
Ev= % verandering van de gevraagde hoeveelheid / % verandering van de prijs
Prijselastisch: <-1 of >1
Prijsinelastisch  >-1 of <1

Slide 11 - Tekstslide

Substitutie goederen 
Complementaire goederen 

Slide 12 - Sleepvraag

Consumptie goederen/ inferieure goederen 
Luxe goederen/ superieure goederen 
Primaire goederen 
Vraag reageert heftig op een prijsverandering 
Omzet stijging als prijs stijgt 
Vraag reageert minder heftig op prijsverandering 
Omzet daling als de prijs stijgt 
Geen verandering in de vraag bij en prijsverandering 

Slide 13 - Sleepvraag

Inkomens elasticiteit (Ey)
Ey= % verandering van de gevraagde hoeveelheid / % verandering van het besteedbare inkomen

Slide 14 - Tekstslide

Bedrijfskolom: opeenvolgende schakels tussen grondstof en eindproduct.


integratie: één bedrijf omvat meerdere schakels uit een bedrijfskolom (de bedrijfskolom wordt korter)
differentiatie: een productiefase wordt afgestoten (de bedrijfskolom wordt langer)

Slide 15 - Tekstslide

Is dit integratie of differentiatie?
A
integratie
B
differentiatie

Slide 16 - Quizvraag

parallellisatie: een individueel bedrijf gaat er extra dingen bij doen (de bedrijfskolom wordt breder)
specialisatie: een individueel bedrijf gaat zich focussen op 1 activiteit (de bedrijfskolom wordt smaller)

Slide 17 - Tekstslide

Is dit parallellisatie of specialisatie?
A
parallellisatie
B
specialisatie

Slide 18 - Quizvraag

constante kosten en variabele kosten
- constante kosten: kosten die niet veranderen als de productie verandert
- alle constante kosten samen zijn de totale constante kosten (TCK)
- variabele kosten: kosten die wel veranderen als de productie verandert
- alle variabele kosten samen zijn de totale variabele kosten (TVK)
- de totale kosten zijn gelijk aan de totale variabele kosten en de totale constante kosten (TK= TVK + TCK)


Slide 19 - Tekstslide

maximale winst
- marginale opbrengst (MO): hoeveel levert één extra verkocht product op
- marginale kosten (MK): hoeveel kost één extra verkocht product
- MO > MK, totale winst neemt toe
- MO < MK, totale winst neemt af
- MO=MK, totale winst is maximaal

Slide 20 - Tekstslide

maatschappelijk verantwoord ondernemen



-  planet
- profit
- people
-bedrijven streven veel naar winst (profit), maar houden rekening met mensen (people) en het milieu (planet)

Slide 21 - Tekstslide

Aanbodkant
Aanbod producten bepaald door onder andere: 
- prijs
- Kosten
- Loon

Slide 22 - Tekstslide

Wat is Ea
A
Prijselasticiteit van de vragers
B
Prijselasticiteit van het aanbod
C
Verandering van producten
D
Prijselasticiteit van producten

Slide 23 - Quizvraag

Aanbodlijn
Individuele aanbodlijn: aanbodlijn van 1 producent (aanbieder)
Collectieve aanbodlijn: aanbodlijn van meerdere producenten opgeteld 

Slide 24 - Tekstslide

Prijselasticiteit van het aanbod (Ea)
- hoe reageren de producten (aanbod) op de prijsverandering 
Ea= % verandering van het aanbod / % verandering van de verkoopprijs 

Slide 25 - Tekstslide

Verschuiving ‘langs’ de aanbodlijn 
- prijsveranderingen 

Slide 26 - Tekstslide

Verschuiving ‘van’ de aanbodlijn
- Kosten verandering
- Loonkosten verandering 

Slide 27 - Tekstslide

Collectieve vraag en aanbod
Collectieve vraag ->  De marktvraag van alle consumenten bij elkaar opgeteld 
Collectieve aanbod -> Het aanbod van alle producenten bij elkaar opgeteld

De collectieve aanbod/vraag lijn geeft de betalingsbereidheid/verkoopbereidheid weer.

Slide 28 - Tekstslide

Vraag/aanbodoverschot
Vraagoverschot: de vraag is bij een bepaalde prijs groter dan het aanbod -> door lage winstmarge bieden producenten het product minder aan
Aanbodoverschot: het aanbod is bij een bepaalde prijs groter dan de vraag -> de prijs daalt

Slide 29 - Tekstslide

Evenwichtsprijs
Qv = Qa
Vraagfunctie = aanbodfunctie 

Geen overschotten of tekorten 

Slide 30 - Tekstslide

Marktmechanisme 
‘Onzichtbare hand’

Dit mechanisme zorgt ervoor dat precies de hoeveelheid wordt geproduceerd waar behoefte aan is. 

Optimale allocatie -> Optimalisering van productiefactoren 

Slide 31 - Tekstslide

arbeidsmarkt
- vraag naar arbeid en aanbod van arbeid komt bij elkaar
- verkrapping van de arbeidsmarkt: als de werkgelegenheid en de vacatures samen harder groeien dan de beroepsbevolking
- verruiming van de arbeidsmarkt: als de beroepsbevolking harder groeit dan de vacatures en de werkgelegenheid samen

Slide 32 - Tekstslide

loonelasticiteit van het arbeidsaanbod

 procentuele verandering van het arbeidsaanbod
—————————————————————–
procentuele verandering van het loon

Slide 33 - Tekstslide

loonelasticiteit van de arbeidsvraag


procentuele verandering van de arbeidsvraag
————————————————————-
procentuele verandering van het loon

Slide 34 - Tekstslide

Evenwicht op de arbeidsmarkt

Slide 35 - Tekstslide

sparen en lenen
- Sparen: het niet besteden van inkomen
- Door te lenen ontvang je geld, wat je later terug moet betalen

Slide 36 - Tekstslide

Heeft een lener een hoge of lage tijdsvoorkeur?
A
hoge tijdsvoorkeur
B
lage tijdsvoorkeur

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Link

Slide 39 - Link