vraag en aanbod

Na deze les kun je...

- Uitleggen wat een vraaglijn is.
- Een vraaglijn tekenen.
- De factoren die zorgen voor verschuiving van de vraaglijn.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Na deze les kun je...

- Uitleggen wat een vraaglijn is.
- Een vraaglijn tekenen.
- De factoren die zorgen voor verschuiving van de vraaglijn.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Vraaglijn
De vraag naar producten bij verschillende prijzen teken je met de vraaglijn.

Je ziet hoe de vraag reageert op een verandering in de prijs.

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 1 a 
Vraagfunctie
Qv = -100p+24.000.
p=prijs in euro's
Q=aantal gevraagde kaartjes

Vul een prijs van 20 euro in en 
laat zien dat de uitkomst 22.000.
formule gebruiken
Q=?
Q=-100*20+24.00
Q=22.000
dus 22.00 aantal gevraagde kaartjes

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 1 b
Bewijs met de vergelijking van de vraaglijn da bij een prijs van 80 €  16.000 kaartjes worden verkocht. 
formule?
  • Q= -100P + 24.000
  • Q=-100*80 + 2400 =16.000

Slide 6 - Tekstslide

Ga verder met opgave 2

Slide 7 - Tekstslide

Verschuiven langs /op de vraaglijn
Als de prijs verandert, wordt er meer of minder van een product gekocht. De vraag verschuift dan OP de vraaglijn.

De prijs zakt van  € 300 (rode stip) naar € 150 (groene stip)

Slide 8 - Tekstslide

Maak vraag 4 a.

hoeveel procent is de gemiddelde prijs van een pretparkkaartje gestegen?
van € 25 naar € 26,50
  •  1% = € 0,25 
  • verschil van € 26,50 - € 25= € 1.50
  •  € 1,50 / € 0,25 = 6% prijsverhoging

Slide 9 - Tekstslide

Maak de opdracht 4 b, c en d.

Slide 10 - Tekstslide

Verschuiving van de vraaglijn
Als iets in de mode komt, consumenten meer te besteden hebben, etc dan verschuift de vraaglijn naar rechts. 
Andersom kan ook: minder vraag= vraaglijn naar links. 

Slide 11 - Tekstslide

opgave 6
  • Als het inkomen van de consument daalt dan schuift de vraaglijn naar................. stijgt
  • Als een product aantrekkelijker is dan schuift de vraaglijn naar........................

  • Als een aantal consumenten stijgt dan schuift de vraaglijn  naar.....................

  • Als de prijs van concurrent stijgt dan schuift de vraaglijn naar..................... 

links

rechts
rechts
links

Slide 12 - Tekstslide

Maak opgave 7 en 8.

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
Verandering langs de vraaglijn.
  • Wanneer gebeurt dat?
  • Als de prijs van het goed (product) verandert
Verandering van de vraaglijn
  • Wanneer gebeurt dat?
  • Als bij dezelfde prijs, de vraag naar het goed verandert

Slide 14 - Tekstslide

Wat ga ik leren?
Na afloop van deze les kan/ken ik ...
  1. ... het verschil tussen omzet en winst.
  2. ... het verschil uitleggen tussen vaste en variabele kosten. 
  3. ... de aanbodlijn.

Slide 15 - Tekstslide

Omzet en winst
Afzet (q) = het aantal stuks dat een bedrijf verkoopt
Omzet (TO)= de hoeveelheid geld die ontvangen wordt met de verkoop van goederen en diensten 

Omzet (totale opbrengst) = prijs van het product * afzet

TO = p * q 

Slide 16 - Tekstslide

Omzet en winst
Van de omzet (TO) moeten de totale kosten (TK) worden betaald. Wat overblijft is de totale winst (TW).

Dus:
Totale opbrengst - totale kosten - totale winst
TO - TK = TW

Slide 17 - Tekstslide

Een ondernemer verkoopt 30 overhemden van € 30 per stuk. de totale kosten zijn € 420
A
De afzet is €900
B
De omzet is € 900
C
De omzet is 30 stuks
D
De winst is € 900

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Vaste en variabele kosten
Voorbeelden ???

Slide 20 - Tekstslide

Vaste en Variabele kosten

Slide 21 - Tekstslide

Geef twee voorbeelden van de variabele kosten van een restaurant.
A
Inkoop van producten
B
energie
C
huur lasten
D
telefoon/internet

Slide 22 - Quizvraag

Opgave 8a
TO

TK 

TW

  • = € 2*400= € 800

  • = € 140 + (400* € 0,22) = 228

  • = € 800 - € 228 =  € 572

Ga verder met opgave 8 b, c, d, e, f

Slide 23 - Tekstslide

verschuiving van en langs de aanbodlijn
langs de aanbodlijn
van de aanbodlijn
prijs verandert door een verandering van de vraaglijn
inkoopkosten veranderen
aantal aanbieders veranderen
productiviteit verandert

Slide 24 - Tekstslide

Verschuiving aanbodlijn

Slide 25 - Tekstslide

Samenvatting
we hebben geleerd het verschil tussen omzet en winst.
we hebben geleerd wat variabele en vaste kosten zijn.
we hebben geleerd wat aanbod lijn is

Slide 26 - Tekstslide