Examenvoorbereidingsles verwering/erosie en globalisering

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen verwering en erosie?

Slide 4 - Open vraag

Verwering en erosie
Bij verwering valt een stuk steen uit elkaar.

Op zijn eigen plek.

Er is geen sprake van transport (verplaatsing)
Bij erosie wordt een gesteente afgesleten.

Er is transport van sedimenten nodig (verplaatsing)
beiden zijn exogene processen die zorgen voor het afbreken van een landschap

Slide 5 - Tekstslide

2 hoofdsoorten verwering.
Elke hoofdsoort kent weer verschillende voorbeelden.
Chemische verwering

Het gesteente valt uit elkaar doordat de chemische structuur verandert.

Waardoor: 
- Oplossen van gesteenten in zuur water
Fysische verwering
(mechanische verwering)

Het gesteente valt uit elkaar, maar behoudt de zelfde structuur.

Waardoor:
- grote temperatuurverschillen,
- vorst
- wortels van planten

Slide 6 - Tekstslide

Chemische verwering 
door het oplossen van gesteenten in zuur water
Vindt veel plaats met kalksteen. 

Kalksteen bestaat vooral uit calciumcarbonaat maar ook andere mineralen zoals dolomiet.

Calciumcarbonaat lost makkelijk op in zuur water.

Het calciumcarbonaat verdwijnt uit de samenstelling van de steen. Brokjes dolomiet blijven achter.

Het gesteente is dus uit elkaar gevallen doordat de chemische samenstelling verandert is.

Slide 7 - Tekstslide

Het hangt een druppel water met kalk aan het plafond. 

Als de druppel verdampt blijft het kalk achter. Na duizenden jaren herhalen ontstaat er een stalactiet.

Als de druppel op de grond valt en daar verdampt blijft er op de grond kalk achter. Na duizenden jaren ehrhalen ontstaat er een talagmiet

Slide 8 - Tekstslide

In wat voor een klimaat zal je veel chemische verwering hebben?
A
droog en koud
B
vochtig en koud
C
droog en warm
D
vochtig en warm

Slide 9 - Quizvraag

2 hoofdsoorten verwering.
Elke hoofdsoort kent weer verschillende voorbeelden.
Chemische verwering

Het gesteente valt uit elkaar doordat de chemische structuur verandert.

Waardoor: 
- Oplossen van gesteenten in zuur water
Fysische verwering
(mechanische verwering)

Het gesteente valt uit elkaar, maar behoudt de zelfde structuur.

Waardoor:
- grote temperatuurverschillen,
- vorst
- wortels van planten
- plotseling drukverschil

Slide 10 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit hoe mechanische verwering in de woestijn plaatsvindt.

Slide 11 - Open vraag

Fysische / mechanische verwering
door grote dag-nacht temperatuurverschillen
Vaak in de woestijn

Overdag is het er heel warm.
De steen zwelt door de hitte een beetje op.

's Nachts is het er heel koud.
De steen wilt inkrimpen

Maar steen kan niet soepel opzwellen en krimpen. Er ontstaat spanning in de steen.

De steen breekt (deels), zonder dat de chemische samenstelling verandert is.

Slide 12 - Tekstslide

Fysische / mechanische verwering
vorstverwering
Vaak in bergen en koudere gebieden.

Vloeibaar water stroomt in een spleet.

Het water bevries, daarbij zet water uit.

Er is te weinig ruimte in de spleet dus duwt het ijs het gesteente kapot.

De steen is gebroken zonder dat de chemische samenstelling verandert is.





Slide 13 - Tekstslide

Fysische / mechanische verwering
door het uiteen drukken van plantenwortels
Een plantenwortel groeit in een spleet in een steen.

Eerst is de wortel nog jong dus dun.

Maar de wortel groeit en wordt dikker.
Dus wordt de speet steeds wijder.

Uiteindelijk breekt de steen zonder dat de chemische samenstelling verandert.

Slide 14 - Tekstslide

2.1: Internationale arbeidsverdeling

Slide 15 - Tekstslide

2.1: Internationale arbeidsverdeling
Vorige keer:

- Makkelijker reizen (kosten + tijd daalden) --> Tijd-Ruimte compressie
- Beleid van open grenzen
--> Meer handel
--> Bedrijven verplaatsen delen van het bedrijf: Multinationals
--> Triade blijft het belangrijkst

Vandaag:
- Internationale arbeidsverdeling


Slide 16 - Tekstslide

Bedrijven verplaatsen makkelijk
Betere infrastructuur, bereikbaarheid, ICT e.d.

--> Bedrijven verplaatsen onderdelen (let op; niet hele bedrijven verplaatsen!)

--> Bedrijven worden "Footloose


Slide 17 - Tekstslide

Welk vestigingsvoordeel hoort bij welke locatie?
Centrumlanden
Perifere landen
Semi-perifere landen
Lage lonen
Hoop opleidingsniveau
Goedkope vestiging
Hoge arbeidsproductiviteit
Weinig handelsbarieres t.o.v. andere landen
Minder controle op arbeidsvoorwaarden
Minder controle op milieu
Beste van beide kanten

Slide 18 - Sleepvraag

Bedrijven verplaatsen makkelijk
Dat heeft gevolgen voor landen!

Welke gevolgen?

--> Ieder land doet waar hij goed in is:
Tussen landen wordt het werk verdeeld
= Internationale arbeidsverdeling: Centrum; diensten / periferie; grondstoffen (standaardvraag CE)

Gevolgen niet voor elk land hetzelfde!


Slide 19 - Tekstslide

Welke eigenschap hoort bij welke gebied?
Centrumlanden
Perifere landen
Semi-perifere landen
Afhankelijk
Werk wat meer geld oplevert
Interessante plek voor "moeilijkere" industrie
Hier worden beslissingen gemaakt
Hier gaat de winst van de onderneming heen
Vooral handel met 1 of enkele landen
Produceert veel grondstoffen
Opkomende economieën
Economische groei: hoge pieken, diepe dalen
Nemen soms bedrijven over uit de rijke delen van de wereld
Industrie trekt weg

Slide 20 - Sleepvraag

Gevolgen voor regio's: Als bedrijven komen
Standaard vraag in CE: Waarom worden bedrijven uit het centrum gevraagd om te werken in de periferie?

+ Kennis / afzetnetwerk / machines / kunnen milieuvriendelijker produceren / legale werkgelegenheid / nieuwe werknemers geven de lokale economie een boost. 


- Winst gaat naar centrumgebied (buitenlands bedrijf)
- Minder werkgelegenheid voor lokale werknemers (buitenlandse bedrijven nemen eigen werknemers mee)
- Lokale bevolking kan deel van de grond kwijtraken (omdat buitenlandse bedrijven zich precies daar willen vestigen. 
- Productie gaat grootschaliger; negatieve gevolgen voor leefomgeving


Slide 21 - Tekstslide

Gevolgen voor regio's
Kortom:
- Winst en macht in het centrum (hoofdkantoor; ontwerpafdeling e.d.)
- Periferie: erg afhankelijk van keuzes centrum. Geen/weinig winst. (hoofdkantoor kan beslissen om bedrijfsonderdeel te verplaatsen)


Let op: 
Haal de belangen van een bedrijf en van een overheid niet door elkaar! Een Nederlands bedrijf en de Nederlandse overheid hebben niet dezelfde belangen!


Slide 22 - Tekstslide

Nadeel voor periferie: Verslechterende ruilvoet
Ruilvoet: de verhouding tussen het exportprijspeil en het importprijspeil

Waarde grondstoffen daalt
Waarde eindproducten stijgt (met nieuwe technologie)

Kortom: steeds meer bananen exporteren om dezelfde hoeveelheid computers te betalen.

Ruilvoet verbetert voor centrumlanden.

Slide 23 - Tekstslide

Gevolgen voor regio's: Als bedrijven weg gaan
In centrum: industrie trekt weg

Daardoor; werkloosheid onder laagopgeleiden 
(deze groep heeft minder kansen om nieuw werk te vinden)

Regio's waar het gemiddeld inkomen sterk is gedaald


Gevolgen voor beleid?

Slide 24 - Tekstslide