kabinetscrisis

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Programma 

1. Lessonup parlement en kabinetscrisis: wie is waar voor  verantwoordelijk? 
2. De rol van de Koning: welke taken heeft hij/welke niet
3. Aan de slag: werkboek/werkkaart/folder (rest van de les)  

Parlemetaire democratie 

Parlement = eerste en tweede kamer

Regering = ministers + koning

Kabinet = ministers + staatssecreterarissen

Taken van parlement*

(Mede-)wetgeving

Controleren van de regering

(* eerste en tweede kamer)

Taken koning

- handtekening zetten onder alle wetten en benoemingen
- troonrede voorlezen op prinsjesdag
- overleggen met minister-president over kabinetsbeleid
- vertegenwoordigen van ons land in het buitenland

Taken 2e kamer (1e kamer heeft die dus niet)

- 2e kamer stelt Parlementaire enquete in (onder dwang) om getuigenissen te horen (bouwfraude)

- 2e Kamer stelt algemene vragen om uitleg aan ministers/ staats-secretarissen om delen van hun beleid toe te lichten
- Recht van interpellatie: 2e kamer roept minister/ staatssecretaris onmiddelijk op het matje want het schort aan juiste informatie 
- Motie van afkeuring of wantrouwen indienen tegen minister of staatssecretaris : 2e kamer zegt het vertrouwen op in hen. 

TERUGBLIK VAN DEZE LESSONUP MET OEFENVRAGEN

DAARNA GAAN WE AAN DE SLAG MET:

* NAKIJKEN WERKBOEK (ZIE NAKIJK A4 IN TEAMS)

* AFRONDEN VAN DE GEKOZEN WERKKAART 

* MAKEN VAN DE POLITIEKE FOLDER

SUCCES!

De partijen die níet in de regering zitten zijn de:

1. Oppostiepartijen
2. Coalitiepartijen

Tweede Kamerleden hebben meer macht dan Eerste Kamerleden

1. Ja, zij hebben meer controle middelen
2. Nee, ze hebben beiden evenveel controle

De wetgeving deelt het parlement met.............

1. De Koning
2. Ministers
3. Ambtenaren
4. Oppositie

I. De koning moet zich houden aan de grondwet.
II. De koning zit in de regering en is medeverantwoordelijk voor het beleid.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist.
3. I en II zijn beide juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

We spreken van een kabinetscrisis als:
I. de ministers het onderling niet meer met elkaar eens kunnen worden over een belangrijke kwestie.
II. de meerderheid van de Tweede Kamer het kabinet niet meer steunt.

1. I is juist, II is onjuist.
2. I is onjuist, II is juist.
3. I en II zijn beide juist.
4. I en II zijn beide onjuist.

Leg uit waarin Tweede Kamerleden meer macht hebben dan Eerste Kamer leden

In de Tweede Kamer zitten oppositie én coalitiepartijen

1. Juist
2. Onjuist
3. Soms wel/ soms niet
4. Alleen bij belangrijke wetsvoorstellen

De partijen die in de regering zitten zijn de:

1. Oppostiepartijen
2. Coalitiepartijen
3. winnende partijen van de laatste verkiezingen
4. one-issue partijen

AAN DE SLAG 

1. De werkkaart : volgende week inleveren met namen en klas! 
2. Open in Teams het nakijkvel en kijk je WB opdrachten na
3. Maak de politieke folder:  * 4 standpunten en4 actiepunten * promoot je partij als de beste keuze en bedenk een slogan en partijnaam * maak duidelijk of je partij L/M/R bent 
4. ZORG VOOR EEN GOEDE LAYOUT VAN JE FOLDER!
5. FOLDER INLEVEREN IN DE WEEK NA DE HERFSTVAKANTIE!

Zelfstandig werken 

HUISWERK: maak de opdrachten: zie de studieplanner!  

Afspraken

• werkboek : alles t/m deze week is gemaakt 
• werkkaart:  alle vragen zijn op 1 A4 uitgewerkt   
• overleg doe je met werkgroep zonder anderen te storen!       In welk werkboek vind ik de uitgeprinte werkkaart met klas + alle namen erop! INLEVEREN VÓÓR HERFSTVAKANTIE!

SUCCES!