bloedsomloop

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
verpleegkundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Het hart
Het hart bestaat uit:
 boezems en kamers
tussenschot
grote lichaamsslagader en longslagader
onderste en bovenste holle ader en longaders
kransslagader en kransaders

Slide 2 - Tekstslide

Boezems, kamers en tussenschot
het bloed dat het hart rondpompt komt in de boezems  terecht, 
van hieruit gaat het naar de kamers.
De hartkleppen zorgen dat het maar naar één richting kan stromen; dus van boezem naar kamer. 
Het tussenschot zorgt ervoor dat het bloed niet van links naar rechts kan gaan. 

Slide 3 - Tekstslide

Prikkelgeleidingssysteem
Rechterboezem; sinusknoop; hier ontstaan elektrische prikkels

De prikkels verspreiden zich door de boezem en komen in de AV- knoop

De AV-knoop stuurt de prikkels naar de kamers.  


Slide 4 - Tekstslide

Welke aders zijn het stevigst? De aders of de slagaders?

Slide 5 - Open vraag

slagaders en aders
Uit de linkerkamer komt de grote lichaamsslagader [aorta]
Uit de rechterkamer komt de longslagader
Via de bovenste holle ader en de onderste holle ader komt het bloed in de rechterboezem
Via de longaders komt het bloed in de linkerboezem

Slide 6 - Tekstslide

Kransslagader en kransaders
De hartspier ontvangt zuurstof en voedingsstoffen via de kransslagader.
Via de kransaders wordt het bloed teruggevoerd naar de rechterboezem

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Werking van het hart
Ongeveer 5 liter bloed
Elke hartslag begint met het samentrekken van de boezems
De kleppen van de kamers gaan open en stroomt het bloed hierin.
De spieren van de kamers trekken samen en de rechterkamer pompt zuurstofarm bloed naar de longslagader en de linkerkamer pompt zuurstofrijk bloed in de aorta. 

Slide 9 - Tekstslide

Hart trekt zich gemiddeld bij een volwassene 72 keer per minuut samen, hierdoor wordt per uur zo'n 300 liter bloed door het hart gepompt. 

Slide 10 - Tekstslide

Meet jouw hartslag 15 seconden
Hoeveel slagen tel je?

Slide 11 - Woordweb

Hartslag
Observeren van de hartslag taak van de VP
- Routinematig 
of
- Speciale redenen; hartafwijking, een aandoening aan de hersenen, het gebruik van bepaalde medicijnen.

Slide 12 - Tekstslide

Observatieplaatsen
slaapslagader [arteria temporalis]
halsslagader [arteria carotis]
polsslagader [arteria radialis]
liesslagader [arteria femoralis] 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Observatiepunten
Frequentie
Ritme
Gelijkmatigheid
Spanning en volume

Slide 15 - Tekstslide

Frequentie
- bij baby's hoger dan bij volwassenen
-verhoogde hartslag bij; emoties, koorts, bloedingen, hartafwijkingen, bepaald medicijngebruik
-verlaagde hartslag bij; conditieverbetering, tijdens de slaap, braken, hersenaandoeningen, hartafwijkingen, bepaald medicijngebruik, in een later stadium van shock

Slide 16 - Tekstslide

Ritme
- hartslag meestal regelmatig, de hartslagen volgen elkaar op met gelijke tussenpozen.
Onregelmatig; ongelijke tussenpozen, kan wijzen op een stoornis

[bij kinderen en jonge mensen is dit ongevaarlijk]

Slide 17 - Tekstslide

Gelijkmatigheid
Een regelmatige en even krachtige hartslag. 

Bij hartafwijkingen kunnen de slagen ongelijkmatig zijn, niet elke slag is dan even krachtig

Slide 18 - Tekstslide

Spanning en volume
Spanning afhankelijk van de elasticiteit van de slagaders.
Volume; is de hoeveelheid bloed die bij elke hartslag in de slagaders wordt gepompt.  

Slide 19 - Tekstslide

Hoe meet je de hartslag?
15 seconden x 4
Plaats; pols; met wijsvinger en middelvinger

BIJ ONREGELMATIGE HARTSLAG; 30 SECONDEN OF 1 MINUUT!

Rapporteer de hartslag in het elektronisch dossier. 

Slide 20 - Tekstslide

Bloeddruk
Bovendruk-systolische druk; in de slagaders als het hart het bloed in de aorta pompt

Onderdruk-diastolische druk; heerst in de slagaders hals het hart zich in de ontspanningsfase bevindt

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Tensie
Hypertensie; te hoge bloeddruk
Hypotensie; te lage bloeddruk

Streefwaarde volwassenen tot 80 jaar; LAGER dan 140/90
Bij thuismeting; LAGER dan 135/90

Slide 23 - Tekstslide