Ontwikkelingsfasen tot aan adolescentie

Ontwikkelingsfasen tot aan adolescentie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingsfasen tot aan adolescentie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat de ontwikkelingsfasen tot aan adolescentie zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
Wat weet jij al over de ontwikkelingsfasen tot aan adolescentie?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn ontwikkelingsfasen?
Ontwikkelingsfasen zijn perioden in ons leven waarin we bepaalde mijlpalen bereiken op gebied van groei en ontwikkeling.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat ontwikkelingsfasen zijn en waarom ze belangrijk zijn om te begrijpen.
Hoeveel ontwikkelingsfasen zijn er?
A
Ontwikkelingsfasen zijn niet relevant.
B
Er is slechts één ontwikkelingsfase.
C
Er zijn exact vijf ontwikkelingsfasen.
D
Er zijn verschillende ontwikkelingsfasen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bereiken we in ontwikkelingsfasen?
A
Een vaste baan.
B
Niets bijzonders.
C
Bepaalde mijlpalen in groei en ontwikkeling.
D
Een extra arm.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn ontwikkelingsfasen?
A
Perioden in ons leven van groei en ontwikkeling.
B
Een soort sport.
C
Een term uit de biologie.
D
Perioden in ons leven van stilstand.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Babyfase
De babyfase begint bij de geboorte en duurt tot ongeveer 2 jaar. Tijdens deze fase leren baby's lopen, praten en ontwikkelen ze hun zintuigen.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste mijlpalen en ontwikkelingen tijdens de babyfase.
Peuterfase
De peuterfase begint rond 2 jaar en duurt tot 4 jaar. Tijdens deze fase ontwikkelen kinderen hun taal- en denkvermogen en leren ze zichzelf steeds beter kennen als individu.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste mijlpalen en ontwikkelingen tijdens de peuterfase.
Kleuterfase
De kleuterfase begint bij 4 jaar en duurt tot 6 jaar. Tijdens deze fase leren kinderen sociale vaardigheden en ontwikkelen ze hun creativiteit en verbeeldingskracht.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste mijlpalen en ontwikkelingen tijdens de kleuterfase.
Basisschoolleeftijd
De basisschoolleeftijd begint bij 6 jaar en duurt tot ongeveer 12 jaar. Tijdens deze fase ontwikkelen kinderen hun cognitieve vaardigheden en leren ze zichzelf in de wereld te plaatsen.

Slide 11 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste mijlpalen en ontwikkelingen tijdens de basisschoolleeftijd.
Wat ontwikkelen kinderen tijdens de basisschoolleeftijd?
A
Cognitieve vaardigheden
B
Fysieke vaardigheden
C
Sociale vaardigheden
D
Emotionele vaardigheden

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang duurt de basisschoolleeftijd ongeveer?
A
8 jaar
B
10 jaar
C
6 jaar
D
4 jaar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke leeftijd begint de basisschoolleeftijd?
A
10 jaar
B
6 jaar
C
8 jaar
D
4 jaar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Puberteit
De puberteit begint bij ongeveer 12 jaar en duurt tot 18 jaar. Tijdens deze fase ontwikkelen jongeren zich tot volwassenen en maken ze grote veranderingen door op fysiek, emotioneel en sociaal gebied.

Slide 15 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste mijlpalen en ontwikkelingen tijdens de puberteit.
Adolescentie
De adolescentie begint bij 18 jaar en duurt tot ongeveer 25 jaar. Tijdens deze fase ontwikkelen jongvolwassenen zich op gebied van zelfstandigheid, identiteit en beroepskeuze.

Slide 16 - Tekstslide

Beschrijf de belangrijkste mijlpalen en ontwikkelingen tijdens de adolescentie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.