Assisiteren in de gezondheidszorg H3

Assisteren in de gezondheidszorg

H3
Werkomgeving verzorgen

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Assisteren in de gezondheidszorg

H3
Werkomgeving verzorgen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • Hoe je zorg draagt voor een ontvangst- en praktijkruimte
  • Waarom een steriele werkomgeving van belang is;
  • Hoe je de voorraad inventariseert en beheert.

Slide 2 - Tekstslide

Zoek een afbeelding van een wachtruimte die je mooi en prettig vindt

Slide 3 - Open vraag

Als een ontvangstruimte of wachtkamer rommelig en vies is, heb ik ook minder vertrouwen in de arts of behandelaar
eens
oneens

Slide 4 - Poll

Wat zijn micro-organismen?
A
Schimmels en gisten
B
Bacteriën en virussen
C
Eencellige levens die met het blote oog niet ziet.
D
Alles is juist

Slide 5 - Quizvraag

Ideale temperatuur voor
Micro Organismen
A
-20 C tot 0 C
B
0 C tot 7 C
C
7 C tot 40 C
D
40 C tot 80 C

Slide 6 - Quizvraag

Alle micro-organismen zijn ziekmakend
A
Ja, altijd
B
Nee alleen bacteriën
C
nee, bijv. micro-organisme om zuurkool te bereiden
D
Nee alleen schimmels

Slide 7 - Quizvraag

Micro-organisme kan je alleen waarnemen met...
A
De microscoop
B
Je ogen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een vorm van micro organismen verminderen
A
Steriliseren
B
Ontsmetten
C
Reinigingen

Slide 9 - Quizvraag

Steriele werkomgeving betekent?
A
vrij van pathogenen
B
vrij van bacteriën
C
vrij van zichtbare verontreiniging
D
dat er geen levende micro-organismen aanwezig zijn

Slide 10 - Quizvraag

om alle micro-organismen te doden moet je.....
A
reinigen
B
huishoudelijk schoonmaken
C
desinfecteren
D
steriliseren

Slide 11 - Quizvraag

Steriel werken

Doel: voorkomen dat ziekten worden overgedragen.

Micro-organismen zijn kleine levende wezens die je niet met het blote oog kunt zien. Voorbeelden zijn bacteriën en schimmels.
Een steriele omgeving betekent dat er geen levende micro-organismen aanwezig zijn.



Slide 12 - Tekstslide

koelkast
pedaalemmers
Dagelijkse schoonmaak
Wekelijkse schoonmaak
Periodieke schoonmaak
Behandelruimte
kantoorruimte
toiletten

Slide 13 - Sleepvraag

Hoevaak maak je iets schoon?
Dagelijks 
Wekelijks 
Periodiek
vaatwasser 
badkamer schoonmaken 
ramen zemen 
koelkast schoonmaken
beddengoed verschonen 
kasten schoonmaken 
bed opmaken
aanrecht leegmaken

Slide 14 - Sleepvraag

om alle micro-organismen te doden moet je.....
A
reinigen
B
huishoudelijk schoonmaken
C
desinfecteren
D
steriliseren

Slide 15 - Quizvraag


Wat is desinfecteren?
A
Met water afspoelen van je werkoppervlak
B
Weghalen van zichtbaar vuil
C
Doden van schadelijke micro-organismen

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het reinigingsniveau voor het desinfecteren?
A
smetschoon
B
ruwschoon
C
huishoudelijk schoon

Slide 17 - Quizvraag

schoonmaken 
Desinfecteren 
Steriliseren 
Afwassen van vuil met een reinigindsmiddel 
doden en verwijderen bacterien 
doden van microbacterieel leven 

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Sleep naar de juiste omschrijving.
ruwschoon
smetschoon
huishoudelijk schoon

stofzuigen, afstoffen en met een klamvochtige doek afnemen 

desinfecteren

het grove vuil verwijderen

Slide 22 - Sleepvraag

Ruwschoon
Huishoudelijk schoon
Smetschoon

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Video

Een goede persoonlijke verzorging draagt bij aan infectiepreventie. Op welke zaken let je dan?

Slide 25 - Open vraag

Persoonlijke verzorging

  • Doe lang haar op een staart.
  • Zorg voor schone kleding en trek beschermende kleding aan als dat nodig is.
  • Draag geen sieraden.
  • Zorg voor korte, schone nagels.

Slide 26 - Tekstslide

De voorraad inventariseren en beheren

  • Gebruikslijst.
  • Bestelling controleren aan de hand van pakbon.
  • Opslaan in het magazijn volgens het fifo-systeem.

Fifo betekent: first in, first out. Wat het eerst is binnengekomen moet ook als eerste worden gebruikt.

Hulpmiddelen bij vervoeren zware artikelen:
  • Laadkar of tafelwagen voor kleine artikelen.
  • Steekwagen voor kratten en dozen.



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Waarvoor is de afkorting FIFO?
A
Fast in. First out.
B
First in. First out.
C
Fast in. Fast out.
D
First in. Fast out.

Slide 29 - Quizvraag

Bij de verkoop van veel artikelen wordt door de supermarkten het fifo-systeem toegepast. Wat houdt het fifo-systeem in ?
A
Goederen die het eerst zijn binnengekomen, worden het eerst verkocht.
B
Goederen die het eerst zijn binnengekomen, worden het laatst verkocht.
C
Goederen die het het laatst zijn binnengekomen, worden het eerst verkocht.

Slide 30 - Quizvraag

Bij FiFO staan plaats je de nieuwe producten voor de oude producten in het schap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Nakijken 3.6. Begrippen

Slide 32 - Tekstslide

4.8. Begrippen blz. 178 

Slide 33 - Tekstslide