herhaling paragraaf 1 t/m4 voor so

1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke begrippen horen bij elkaar?
A: geleider - kleine weerstand - kleine stroom
B: isolator - kleine weerstand - grote stroom
C: geleider - grote weerstand - grote stroom
D: isolator - grote weerstand - kleine stroom
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 24 - Quizvraag

juist/onjuist:
voorwerpen met gelijke lading stoten elkaar af
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

juist/onjuist
je kunt voorwerpen een lading geven door deze langs elkaar te wrijven
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

juist/onjuist
je kunt voorwerpen een positieve lading geven door deze langs elkaar te wrijven, hierbij moeten er dan protonen naar dit voorwerp overspringen.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

juist/onjuist:
Met een elektroscoop kun je bepalen of een voorwerp een positieve of negatieve lading heeft
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

juist/onjuist:
je kunt een elektroscoop permanent laden door er een geladen voorwerp vlak boven te houden
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

De kerstboomverlichting van maaike is kapot. Alle lampjes van het snoer gingen tegelijk uit. hoe zijn de lampjes geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 30 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

Hoe moet je een ampèremeter aansluiten?
A
serie
B
parallel

Slide 31 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

Hoe staan de TV en computer geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 32 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

In welk type schakeling is de spanning constant?
A
serie
B
parallel

Slide 33 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
zekering
B
weerstand
C
spanningsmeter
D
stroommeter

Slide 34 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
zekering
B
weerstand
C
spanningsmeter
D
stroommeter

Slide 35 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
batterij
B
stopcontact
C
spanningsmeter
D
motor

Slide 36 - Quizvraag

De grootheid van spanning kort je af met ?
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 37 - Quizvraag

De eenheid van stroom kort je af met ?
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 38 - Quizvraag

De eenheid van energie is
A
kilowatt
B
kilowattuur
C
kilowatt/uur
D
geen van de bovenstaande

Slide 39 - Quizvraag

Watt is de eenheid van vermogen?
geef hier je eerste reactie ;)

Slide 40 - Woordweb

Hoe groot is de spanning in volt wanneer men spreekt van netspanning? Alleen getal noteren.

Slide 41 - Open vraag

Sam doet een practicum waarbij hij de spanning en de stroomsterkte meet. Deze gegevens verwerkt hij tot een U,I-diagram. Zie afbeelding. Over welk voorwerp heeft Sam de spanning en stroom gemeten?
A
Gloeilampje
B
Constantaandraad
C
NTC

Slide 42 - Quizvraag

Tim heeft een afstandsbediening die werkt op 2 AA batterijen. 1 AA batterij levert 1,5V. De stroomsterkte door de afstandsbediening is 10mA. Bereken de weerstand van de afstandsbediening in ohm. alleen getal noteren.

Slide 43 - Open vraag

De weerstand van een straalkachel is 0,8kohm. De straalkachel werkt op netspanning. Bereken de stroomsterkte door de straalkachel in Ampere. Alleen getal noteren. Rond indien nodig af op 2 decimalen. Gebruik indien nodig een komma.

Slide 44 - Open vraag

4 weerstandjes zijn serie geschakeld. Bereken Rt in ohm. Alleen getal noteren
R1 = 10 ohm
R2 = 20 ohm
R3 = 30 ohm
R4 = 40 ohm

Slide 45 - Open vraag

4 weerstandjes zijn parallel geschakeld. Bereken Rt in ohm. Alleen getal
R1 = 10 ohm
R2 = 20 ohm
R3 = 30 ohm
R4 = 40 ohm

Slide 46 - Open vraag

juist/onjuist:

Hoe meer weerstandjes je toevoegt in een parallelschakeling, des te groter de totale weerstand wordt.
A
juist
B
onjuist

Slide 47 - Quizvraag

Wat is de waarde van de weerstand uit de afbeelding? (Geen tolerantie vermelden) 4e ring is goud

Slide 48 - Open vraag

Hoe groot is de stroomsterkte die ampèremeter 2 aangeeft in ampère? (Alleen getal noteren)

Slide 49 - Open vraag

Reken om:
250mA = ? A
Alleen getal noteren

Slide 50 - Open vraag

Reken om:
10,4 kV = ? V
Alleen getal noteren

Slide 51 - Open vraag

Reken om:
859W = ? kW
Alleen getal noteren

Slide 52 - Open vraag

heb je nog vragen/opmerkingen? geef deze hieronder aan!

vergeet niet de extra opgaven over weerstanden in serie/parallel op reviusprojecten.nl/iPad te maken

Slide 53 - Open vraag