Elektriciteit 3.1 t/m 3.4 minitoets

Welke begrippen horen bij elkaar?
A: geleider - kleine weerstand - kleine stroom
B: isolator - kleine weerstand - grote stroom
C: geleider - grote weerstand - grote stroom
D: isolator - grote weerstand - kleine stroom
A
A
B
B
C
C
D
D
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke begrippen horen bij elkaar?
A: geleider - kleine weerstand - kleine stroom
B: isolator - kleine weerstand - grote stroom
C: geleider - grote weerstand - grote stroom
D: isolator - grote weerstand - kleine stroom
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 1 - Quizvraag

juist/onjuist:
voorwerpen met gelijke lading stoten elkaar af
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

juist/onjuist
je kunt voorwerpen een lading geven door deze langs elkaar te wrijven
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

juist/onjuist
je kunt voorwerpen een positieve lading geven door deze langs elkaar te wrijven, hierbij moeten er dan protonen naar dit voorwerp overspringen.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

juist/onjuist:
Met een elektroscoop kun je bepalen of een voorwerp een positieve of negatieve lading heeft
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

juist/onjuist:
je kunt een elektroscoop permanent laden door er een geladen voorwerp vlak boven te houden
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

De kerstboomverlichting van maaike is kapot. Alle lampjes van het snoer gingen tegelijk uit. hoe zijn de lampjes geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 7 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

Hoe moet je een ampèremeter aansluiten?
A
serie
B
parallel

Slide 8 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

Hoe staan de TV en computer geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 9 - Quizvraag

kies uit: serie/parallel

In welk type schakeling is de spanning constant?
A
serie
B
parallel

Slide 10 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
zekering
B
weerstand
C
spanningsmeter
D
stroommeter

Slide 11 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
zekering
B
weerstand
C
spanningsmeter
D
stroommeter

Slide 12 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Dit is het pictogram voor een...
A
batterij
B
stopcontact
C
spanningsmeter
D
motor

Slide 13 - Quizvraag

De grootheid van spanning kort je af met ?
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 14 - Quizvraag

De eenheid van stroom kort je af met ?
A
U
B
I
C
V
D
A

Slide 15 - Quizvraag

De eenheid van energie is
A
kilowatt
B
kilowattuur
C
kilowatt/uur
D
geen van de bovenstaande

Slide 16 - Quizvraag

Watt is de eenheid van vermogen?
geef hier je eerste reactie ;)

Slide 17 - Woordweb

Hoe groot is de spanning in volt wanneer men spreekt van netspanning? Alleen getal noteren.

Slide 18 - Open vraag

Sam doet een practicum waarbij hij de spanning en de stroomsterkte meet. Deze gegevens verwerkt hij tot een U,I-diagram. Zie afbeelding. Over welk voorwerp heeft Sam de spanning en stroom gemeten?
A
Gloeilampje
B
Constantaandraad
C
NTC

Slide 19 - Quizvraag

Tim heeft een afstandsbediening die werkt op 2 AA batterijen. 1 AA batterij levert 1,5V. De stroomsterkte door de afstandsbediening is 10mA. Bereken de weerstand van de afstandsbediening in ohm. alleen getal noteren.

Slide 20 - Open vraag

De weerstand van een straalkachel is 0,8kohm. De straalkachel werkt op netspanning. Bereken de stroomsterkte door de straalkachel in Ampere. Alleen getal noteren. Rond indien nodig af op 2 decimalen. Gebruik indien nodig een komma.

Slide 21 - Open vraag

4 weerstandjes zijn serie geschakeld. Bereken Rt in ohm. Alleen getal noteren
R1 = 10 ohm
R2 = 20 ohm
R3 = 30 ohm
R4 = 40 ohm

Slide 22 - Open vraag

4 weerstandjes zijn parallel geschakeld. Bereken Rt in ohm. Alleen getal
R1 = 10 ohm
R2 = 20 ohm
R3 = 30 ohm
R4 = 40 ohm

Slide 23 - Open vraag

juist/onjuist:

Hoe meer weerstandjes je toevoegt in een parallelschakeling, des te groter de totale weerstand wordt.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de waarde van de weerstand uit de afbeelding? (Geen tolerantie vermelden) 4e ring is goud

Slide 25 - Open vraag

Hoe groot is de stroomsterkte die ampèremeter 2 aangeeft in ampère? (Alleen getal noteren)

Slide 26 - Open vraag

Reken om:
250mA = ? A
Alleen getal noteren

Slide 27 - Open vraag

Reken om:
10,4 kV = ? V
Alleen getal noteren

Slide 28 - Open vraag

Reken om:
859W = ? kW
Alleen getal noteren

Slide 29 - Open vraag

heb je nog vragen/opmerkingen? geef deze hieronder aan!

vergeet niet de extra opgaven over weerstanden in serie/parallel op reviusprojecten.nl/iPad te maken

Slide 30 - Open vraag