Grammatica H3 les 2 - 2M1

vr. 8 jan. - 2M1 - 5e uur
Grammatica zinsdelen H3 - blz. 80-81
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

vr. 8 jan. - 2M1 - 5e uur
Grammatica zinsdelen H3 - blz. 80-81

Slide 1 - Tekstslide

Programma deze les
  • Huiswerk bespreken: opdr. 3 - 4 - 5 blz. 81 
  • Uitleg 'te' en 'aan het' 
  • Oefenen in break-outrooms

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 81
1. De laatste twee wedstrijden /moeten/ we/ winnen /voor het kampioenschap. 
  1. pv = moeten
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = we
  4. wg = moeten winnen
  5. lv = De laatste twee wedstrijden

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 81
2. Waarschijnlijk /mag/ ik /zaterdag/ op /mijn nichtje /passen
  1. pv = mag
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = ik
  4. wg = mag (op)passen
  5. lv = mijn nichtje

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 81
3. De reuzenpompoen uit Barts tuin/ heeft /bij de openbare verkoop /150 euro /opgeleverd
  1. pv = heeft
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = De reuzenpompoen uit Barts tuin
  4. wg = heeft opgeleverd
  5. lv = 150 euro

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 81
4. Op de open dag van de luchtmacht /lieten/ de stuntvliegers /een fantastische show /zien
  1. pv = lieten
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = de stuntvliegers
  4. wg = lieten zien
  5. lv = een fantastische show

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 81
5. De Orange Angels /speelden /gisteren /een thuisduel /in Amsterdam
  1. pv = speelden
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = De Orange Angels
  4. wg = speelden
  5. lv = een thuisduel

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 3 blz. 81
6. William /fietst/ elke dag /fluitend/ vijftien kilometer/ naar school
  1. pv = fietst
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = William
  4. wg = fietst
  5. lv = vijftien kilometer

Slide 8 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 4

1 wat extra zakgeld = lv
2 de voorraden = lv
3 Pieter = ow
4 Vele potten pindakaas en blikjes doperwtjes = ow
5 Pieters baan = ow
6 heeft = pv






7 continu = X (bwb)
8 dat = lv
9 aan de vakkenvuller = X (mv)
10 de schappen = lv
11 de robot = ow
12 blijven doorwerken = wg

Slide 9 - Tekstslide

aan het en te direct vóór het ww horen bij het wg
  • Zij is buiten aan het voetballen.   wg = is aan het voetballen
  • De baby is aan het huilen.   wg = is aan het huilen
  • maar: In de trein zit ik het liefst aan het gangpad.  wg = zit

  • Hij staat daar te kletsen met Rob.   wg = staat te kletsen 
  • Oma zit te breien op de bank.   wg = zit te breien
  • maar: Ik vind dat cadeau veel te duur.   wg = vind

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 81
1. Mijn moeder /zit /een skypegesprek /te voeren/ met haar zus in Spanje
  1. pv = zit
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = Mijn moeder
  4. wg = zit te voeren
  5. lv = een skypegesprek

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 81
2. Met een grote sprong/ probeerde/ Dylana's pony /over de sloot/ te springen
  1. pv = probeerde
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = Dylana's pony
  4. wg = probeerde te springen
  5. lv = X

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 81
3. Volgens de conducteur/ komt /deze trein/ te laat /aan/ in Weesp
  1. pv = komt
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = deze trein
  4. wg = komt ... aan
  5. lv = X

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 81
4. Vanwege zijn lange benen/ wil/ Ben/ in de bioscoop/ aan het gangpad /zitten
  1. pv = wil
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = Ben
  4. wg = wil zitten
  5. lv = X

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 81
5. Ben/ je /zo laat /nog /huiswerk/ aan het maken? 
  1. pv = Ben
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = je
  4. wg = ben aan het maken
  5. lv = huiswerk

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 81
6. Alex en Jasper /liepen/ op te scheppen/ over hun beroemde vaders. 
  1. pv = liepen
  2. Verdeel de zin in zinsdelen.
  3. ow = Alex en Jasper
  4. wg = liepen op te scheppen
  5. lv = X

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag in break-outrooms
Maak in groepjes van vier opdracht 6, 7, en 8 van Grammatica zinsdelen H3. 
Dit kan alleen online! 
Niet af? Maak de rest zelf (huiswerk voor di. 12/1).

Slide 17 - Tekstslide