Les 4 | Poëzie stijlfiguren

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning


- Doe maar, dicht maar

- Stijlfiguren

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het eind van de les:

-weet je welke mogelijkheden een dichter heeft om indruk op de lezer te maken.


Slide 3 - Tekstslide

Plak je krasgedicht hier

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Link

De idioot op het dak, Tjitske Jansen



Lees mee met het geluidsfragment

Geluidsfragment:
ìhttps://www.youtube.com/watch?v=ucUiaFvfDj0

 

Lees zelf mee via: https://www.frankverhallen.nl/frank-verhallen/gedicht-gedacht.html/2680/tjitske-jansen-de-idioot-op-het-dak

  


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Je weet nu dat Tjitkse gebruik heeft gemaakt van veel herhalingen. Maar een dichter heeft meer mogelijkheden om indruk op de lezer te maken.


Antithese



Repetitio



Enumeratie



Hyberbool

Neologisme 














Antithese
Tegenstelling
Repetitio
Herhaling
Hyperbool
Overdrijving
Enumeratio
Opsomming
Tekst
Neologisme
Een nieuw woord. Watskeburt was vroeger geen woord, nu is het opgenomen in het woordenboek. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
Antithese: het donkere licht, Liefde is zo kort en vergeten is zo lang.
Repetitio:  drommels, drommels, drommels en nog een drommels!
Enumeratio: de pizza, de pasta, de parelcouscous...het smaakte alllemaal goed.
Hyperbool: ik ga dood van de honger! Neologisme: whatskeburt

Slide 9 - Tekstslide

De idioot op het dak, Tjitske Jansen
Opdrachten

 
Lees: dit verhaal
Het is grappig en spannend tegelijk. Dat komt door de inhoud (iemand klimt op het
dak van een ex), maar ook door de vorm. Die valt op door de herhalingen.
Welke woorden op welke plaatsen worden herhaald?

  


Slide 10 - Tekstslide

De idioot op het dak, Tjitske Jansen
Opdrachten



Denk: welke
gênante momenten heb jij meegemaakt?



Schrijf het op, zodat het ook een komisch verhaal
wordt.

  


Slide 11 - Tekstslide

Stijlfiguren

Slide 12 - Woordweb


Zoek voor je portfolio(eindproduct poëzie) twee gedichten met opvallende stijlfiguren.

Bekijk het gedicht en schrijf op welke stijlfiguren je hebt gevonden.

Bedenk: wat doen de stijlfiguren met het gedicht? 


Je kunt gedichten vinden op de volgende sites:

https://www.poezieverrijkt.nl/wat-is-poezie/

https://www.gedichten.nl/nedermap/poezie/index.html

http://www.poezie-leestafel.info/

Slide 13 - Tekstslide

Neologisme 
Nieuw bedachte woorden. 

Slide 14 - Tekstslide