Basis: 5.5 Vrienden worden vijanden

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
-Lesdoelen
-Herhaling
-Uitleg 5.5 Vrienden worden vijanden
-opdrachten maken
-Lesdoelen herhalen
-Afsluiting  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen




  • Waardoor ontstaat de Vijandigheid tussen de VS en de SU.

  • je kunt verschillen noemen tussen het Westblok en het Oostblok.







Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het einde van Nederlands-Indië
  • Japan vernietigde Pearl Harbor in 1941
  • Japan veroverd een groot rijk tijdens WO 2
  • om Japan te verslaan gebruikt Amerika een nieuw wapen

  • Na WO 2: Indonesië wil onafhankelijkheid (Soekarno)
  • NL wilt dit niet en stuurt soldaten (Politionele acties)
  • 1949: Indonesië onafhankelijk

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.5 Vrienden worden Vijanden

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurd er met Duitsland
  • Conferentie van Jalta 1945

  • Engeland (Churchill), Verenigde Staten (Roosevelt) en Sovjet Unie (Stalin)

  • Wat doen we met Duitsland én de Duitsers? Verdelen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdeling Duitsland
Verdeling Berlijn

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee Duitslanden
  • Duitsland kon zich door de verdeling het beste herstellen

  • Engeland, Frankrijk en de VS werkten samen

  • Relatie met SU werd snel slechter

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee Europa's
  • Oost-Europa Communistisch en dictatuur onder Stalin
  1. Stalin had deze landen bevrijd en wilde ze niet kwijt

  • West-Europa kapitalistisch en democratie
  1. Erg bang voor Stalin en het communisme
  2. Slechter leven onder communisme

Splitsing door het IJzeren Gordijn

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

West vs. Oost
Amerika en West-Europa: Kapitalisme en democratie.
Economisch systeem waarbij ondernemers zoveel mogelijk winst willen maken. Daarvoor heb je vrijheid nodig.

Sovjet-unie en Oost-europa (Door SU veroverd op de Duitsers)
communisme en dictatuur
Politiek streven om alle rijkdom en bezit te verdelen, zodat iedereen in alles gelijk is.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kapitalisme
Tegenhanger van communisme

Economisch systeem:
  • waarin ondernemers zoveel mogelijk winst maken;
  • Grond, bedrijven en kapitaal zijn het bezit van ondernemers;
  • Verschil tussen arm en rijk

Komt veel voor in de wereld:
  • Verenigde Staten
  • Nederland

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communisme
Kenmerken communisme:

  1. Geen kapitalisme!
  2. Planeconomie: overheid bepaalt de productie
  3. Klasseloos = iedereen is gelijk
  4. Dictatuur

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het "ijzeren gordijn"

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blokkade Berlijn begin Koude Oorlog?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Luchtbrug
  • Stalin liet West-Berlijn afsluiten (1948) om het uit te hongeren en over te nemen.
  • VS en GB willen Berlijn houden, maar geen oorlog krijgen: luchtbrug (vliegtuigen bevoorraden West-Berlijn).
  • Jaar later gaf Stalin de blokkade op.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de oorlog werden veel koloniën (vooral in Afrika en Azië)  zelfstandige landen > Stalin wilde dat dit communistische landen werden<> Amerika wilden dit voorkomen.

De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
koude oorlog 

twee machtsblokken 
VS tegen SU 
communisme & dictatuur -  kapitalisme & democratie 






Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blokkade Berlijn (1948)


Stalin blokkeert alle aanvoerwegen naar West-Berlijn om zo de stad tot overgave te dwingen: Blokkade van Berlijn


Reactie Westen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken
Paragraaf 5.5 Vrienden worden Vijanden
Opdrachten: 1 t/m 8
LB blz. 88/89
WB blz. 128/129


timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
  • Waardoor ontstaat de Vijandigheid tussen de VS en de SU.


  • je kunt verschillen noemen tussen het Westblok en het Oostblok.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom werd Oost-Europa communistisch
A
Oost-Europa was bang voor het kapitalistische westen
B
Deze gebieden waren door de SU bevrijd en bleven onder de controle van de SU
C
Oost-Europa vond de rode kleuren van het communisme erg mooi
D
Oost-Europa was overgehaald door de vaderlijkheid van Stalin

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor verslechterde de relatie met de Sovjet Unie
A
Amerika, Engeland en Frankrijk werkten veel samen
B
Stalin verloor met pokeren
C
Oost-Duitsland herstelde zich sneller
D
De Sovjet eiste meer Duits grondgebied

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het IJzeren Gordijn?
A
De grens tussen het Westen en het Oostblok
B
De grens tussen Noord- en Zuid-Europa
C
De grens tussen West- en Zuid-Europa
D
De grens tussen de S.U. en de rest van Europa

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welk land was tijdens de Koude Oorlog de belangrijkste tegenstander van het Westen?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Sovjetunie
D
Vietnam

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beeldanalyse
  • 1. Lees het onderschrift.

  • 2. Beschrijf wat je ziet in de bron.

  • 3. Wat gebeurt er op de bron? 

  • 4. Wat is de boodschap van de maker van de beeldbron? Hoe weet je dat?



Slide 27 - Tekstslide

1. Lees het onderschrift. Door wie is de bron gemaakt? Wanneer is de bron gemaakt? Heeft de bron een bijschrift? Wat weet je over de maker?
2. Beschrijf wat je ziet in de bron. Denk hierbij aan kleding, spullen, auto’s, wapentuig, gebouwen, personen, dieren, ect. (Wat stellen deze onderdelen voor? Herken je bepaalde landen, personen?)
3. Wat gebeurt er op de bron? Kijk hierbij naar acties, bewegingen en emoties. (Wat doen de personen op de bron? Welke gebeurtenis gaat de bron over?)
4. Wat is de boodschap van de maker van de beeldbron? Hoe weet je dat? (zijn personen negatief of positief afgebeeld?)
Wat is de mening van de maker over het communisme?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fijne dag!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee Europa's
  • Verschillende denkwijze: Kapitalisme vs Communisme 
  • Stalin wil bevrijde gebieden niet afstaan
  • Gevolg: een communistisch bestuur
  • In het westen krijgt elk land zijn vrijheid terug 
  • Gevolg: blijft kapitalistisch en democratisch
  • Zo ontstaat West-Europa en Oost-Europa
  • Op de grens hangt een "IJzeren gordijn"

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies