3.1 Hofstelsel en horigheid

KA vroege ME (500-1000) Tijd van monniken en ridders
  1. De verspreiding van het christendom in geheel Europa
  2. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
  3. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
  4. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 




1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

KA vroege ME (500-1000) Tijd van monniken en ridders
  1. De verspreiding van het christendom in geheel Europa
  2. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
  3. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
  4. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 




Slide 1 - Tekstslide

Lesopzet:
  • 1. Breng, individueel en aan de hand van de volgende vragen het feodale stelsel in beeld:
  • - Wat is de relatie tussen het einde van het Romeinse Rijk en het ontstaan van het feodale  stelsel?
  • - In de loop van de eeuwen kwamen, voor de vorst, nadelen van het feodale stelsel aan de oppervlakte. Waardoor werden vorsten, zeker na Karel de Grote, steeds minder enthousiast over het feodale stelsel?
  • - Wat heeft de investituurstrijd te maken met pogingen van de vorst een groot nadeel van het feodale stelsel in zijn voordeel om te buigen? 
  • - Leg uit waarin de uitdrukking 'De weg naar Canossa bewandelen' haar oorsprong vindt?
  • 2. Bespreek met elkaar de uitkomsten van bovenstaande vragen

Slide 2 - Tekstslide

Einde van het West-Romeinse Rijk
  • na Pax Romana bestuurlijke chaos, vanaf 285 al begin opsplitsing
  • vanaf 395 Rijk defintief opgesplitst (dood Theodosius):
  • - West-Romeinse Rijk, hoofdstad Rome (Latijns)
  • - Oost-Romeinse Rijk, hoofdstad Constantinopel (Griekstalig)
  • geleidelijke ontwikkeling
  • geen absolute scheiding twee delen Romeinse Rijk

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Oorzaken val West-Romeinse Rijk

  1. te groot in combinatie met machtsstrijd
  2. hoge belastingdruk boeren > leegloop platteland
  3. inflatie (door lager zilvergehalte munten)
  4. invallen vreemde volken, oorlog
  5. Germaanse onderdanen nemen grensgebieden over >>>>>>>>>    Odoaker verdrijft Romulus Augustinus (476)


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

karakter samenleving veranderde:
  • van 'agrarisch-urbaan' (onder de Romeinen) naar 
  • (overwegend) agrarisch:
  • handel sterk achteruit gegaan
  • mensen leefden vooral op platteland (bescherming en onderhoud)  >
  • (relatief) autarkisch

Slide 7 - Tekstslide

Tijd van Monniken en Ridders: de Vroege Middeleeuwen (500-1000) Hofstelsel en horigheid
  • standensamenleving: adel en geestelijkheid en 
  • boeren: vrije boeren (militaire plicht) en horigen (o.a. herendiensten) +
  • lijfeigenen (volledige afhankelijkheid van de landheer)
  • werkzaam op 'het domein' van een heer/klooster/koning/bisschop >
  • het Hofstelsel >
  • hoeve (=boerderij): vroonhof + land van de boeren + woeste grond
  • vooral in noordwestelijk deel van Europa
  • domeinen vaak losse lappen grond 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

KA vroege ME (500-1000) Tijd van monniken en ridders
  1. De verspreiding van het christendom in geheel Europa
  2. Het ontstaan en de verspreiding van de islam
  3. De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
  4. Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur 




Slide 10 - Tekstslide

Einde Romeinse Rijk, begin Frankische Rijk olv Clovis
  • 476: Odoaker neemt Rome in >
  • einde Romeinse Keizerrijk
  • Clovis (466-511): 
  • verdreef de (laatste) Romeinen  uit Gallië
  • versloeg daarna andere Germaanse stammen +
  • Frankische concurrenten


  • 1e katholieke koning in Gallië
  • Clovis > Lovis > Louis
  • Probleem: hoe kan het rijk bestuurd worden?
Clovis

Slide 11 - Tekstslide

doop Clovis (Reims)
tombe van Clovis (Saint-Denis)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

ontstaan feodaliteit
  • Karel Martel (690-741):
  • ridders werden vazallen (eed van trouw) in ruil voor levensonderhoud op kasteel  
  • later boerderij in leen

Slide 14 - Tekstslide

Leenstelsel
  • > feodum > feodale stelsel
  • bestuursstelsel
  • contract leenheer en leenman: eed van trouw >bescherming gebruik landgoed 
  • ridders, graven en hertogen
  • onderdelen eed: geld (eenmalig), militaire dienst, bestuur en rechtspraak
  • niet overdraagbaar

Slide 15 - Tekstslide

Karel de Grote (768 - 814)
  • door enorme uitbreiding rijk (>Gallie)
  • koppeling leenstelsel - bestuur:
  • graven en hertogen leenmannen
  • Nadelen:
  • ontwikkeling naar erfelijkheid van de leen > loyaliteitskwestie
  • versnippering 
  • leenmannen soms meerdere leenheren





Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video