KNM les 2.4 familiedagen

KNM - vorige week
Wat was het onderwerp
Wat weet je nog?

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KNM - vorige week
Wat was het onderwerp
Wat weet je nog?

Slide 1 - Tekstslide

KNM les familiedagen
31 januari 2023
Greca Peddis
Klas 7Q

Slide 2 - Tekstslide

Familiedagen

Slide 3 - Woordweb

Verjaardag
Hoe belangrijk is je verjaardag in Nederland? 
Nederlanders vieren bijna altijd hun verjaardag.  Met familie, vrienden en bekenden.
- Voor kinderen erg belangrijk
- Soms een groot feest, soms alleen taart
- Specifieke leeftijden worden groots gevierd.

Slide 4 - Tekstslide

Traditie
- Jarig kind trakteert op school aan alle klasgenoten (gezond of ongezond). Voor de juf of meester een andere traktatie.
- Ontstaan aan een bijgeloof. Gul en hartelijk zijn zorgt voor een positief gevoel, een jaar lang!
Trakteren jullie ook op je verjaardag?

Slide 5 - Tekstslide

Trakteren als volwassenen
- Ook volwassenen trakteren soms. De jarige neemt dan zelf taart of koek mee en deelt het uit aan collega's.
Dit komt omdat jíj de jarige bent, dus jij brengt iets lekkers mee om jouw geluk te delen!

Slide 6 - Tekstslide

18de verjaardag
- Je mag legaal drinken
- Je mag autorijden
- Je ouders krijgen geen kinderbijslag meer
- Je krijgt je eigen zorgverzekering
- Je mag contracten en leningen afsluiten
- Je wordt gestraft volgens het volwassenstrafrecht
Oftewel je bent nu officieel meerderjarig en volwassen volgens de wet!

Slide 7 - Tekstslide

Huwelijk
- Trouwen vanaf 18
- Je ontvangt een trouwkaart (waar en wanneer)
- Familie en goede vrienden (hele dag)
- Buren en collega's (receptie)
- Bruid en bruidegom
-  Cadeau, vaak geld
- Feest bij 25, 40 of 50 jaar getrouwd.

Slide 8 - Tekstslide

Geboorte
Als mensen een baby krijgen, sturen ze een geboortekaartje naar hun familie en naar bekenden. Heb je een geboortekaartje gekregen? Dan kun je een kaart terugsturen: ‘Gefeliciteerd met jullie zoon/dochter!’. Je kunt ook op kraambezoek gaan. Je moet dan eerst een afspraak maken. Het is leuk om een cadeautje mee te nemen voor het kind of de moeder. Je eet vaak beschuit met roze of blauwe muisjes.

Slide 9 - Tekstslide

Overlijden
Als iemand overleden is, stuurt de familie een rouwkaart. Daar staat op wie er is overleden. En wanneer de begrafenis of crematie is. Als je een rouwkaart krijgt, kun je een kaartje terugsturen. Je kunt ook naar de begrafenis of crematie gaan. Mensen vertellen iets over de persoon die is overleden. En je luistert soms naar muziek. Je geeft de familie een hand en zegt: ‘Gecondoleerd’. 

Slide 10 - Tekstslide

Planning
- Je maakt thema 2.4 Familiedagen in je reader. 
Lees goed de vragen!
13:45 tot 14:15
- Klaar? Start met lezen thema 2.5 Vrije tijd, onderstreep de moeilijke woorden.
14:15 tot 14:55
Stop na het werken je papieren in je blauwe of witte map.

Slide 11 - Tekstslide