H4 par. 4.6 Trouw aan de heer

Memo brugklas H/V
H4. De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
par. 4.6 Trouw aan de heer
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo brugklas H/V
H4. De tijd van monniken en ridders
Vorsten, monniken en boeren
par. 4.6 Trouw aan de heer

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Weet je wie Karel de Grote was.
  • Weet je waarom de paus Karel de Grote tot keizer kroonde.
  • Kun je de werking van het leenstelsel uitleggen.
  • Kun je uitleggen waarom het leenstelsel werd ingevoerd.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf:
  • Kun je 3 voorbeelden geven van wat de trouw aan de leenheer inhield. 
  • Kun je 3 redenen geven waarom het Frankische Rijk na de dood van Karel de Grote uit elkaar viel.
  • Weet je wie Hugo Capet was.
  • Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf. 

Slide 3 - Tekstslide

Kerk en koning
  • De laatste Merovingische koning van het Frankische Rijk was zwak.
  • Zijn grootste concurrenten waren de Karolingers.
  • Zij hadden een trouw en sterk leger.
  • En nog belangrijker: steun van de paus. 
  • De paus had ermee ingestemd dat de koning voortaan uit een Karolingische familie zou komen.

Slide 4 - Tekstslide

Kerk en koning
  • De kerk en koningen van het Frankische Rijk steunden elkaar.
  • Geestelijken hielpen bij het bestuur.
  • De soldaten van de koning beschermden de geestelijken, bijv. bij het bekeren.
  • Door de succesvolle kerstening werd de paus steeds machtiger en het Frankische rijk steeds groter.

Slide 5 - Tekstslide

Karel de Grote
  • 771 werd hij koning van het Frankische Rijk.
  • Belangrijkste koning van de Franken.
  • Veroverde een groot rijk.
  • Beschermde de kerk en geestelijken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Karel de Grote
  • Hielp de paus toen hij werd verdreven uit Rome.
  • Werd in 800 als dank door de paus tot keizer gekroond.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Leenstelsel
  • Karel de Grote veroverde een enorm gebied.
  • Om hun rijk te beschermen hadden de Karolingers een sterk en betrouwbaar leger nodig.
  • De mannen in dat leger moesten daarom trouw beloven aan de koning en in oorlogstijd gewapende ruiters en troepen leveren.

Slide 10 - Tekstslide

Leenstelsel
  • Geld om hen te belonen had de koning niet.
  • Daarom kregen trouwe volgelingen als beloning voor hun trouw en hulp een stuk grond in leen.
  • De opbrengst van deze grond mochten deze leenmannen zelf houden.
  • De koning werd de leenheer.

Slide 11 - Tekstslide

Leenstelsel
  • Van de opbrengst konden de leenmannen leven, een eigen wapenuitrusting en die van hun soldaten betalen.
  • Bij de grond hoorden ook horige boeren.

Slide 12 - Tekstslide

Eed van trouw
  • Gehoorzaamheid was heel belangrijk voor de koning. 
  • Voordat je leenman werd moest je een eed afleggen. 

Slide 13 - Tekstslide

Eed van trouw
  • De toekomstig leenman knielde voor de koning en beloofde hem trouw.
  • Daarna omhelsde en kusten de mannen elkaar.

Slide 14 - Tekstslide

Leenstelsel
Wat hield de trouw precies in?
  1. Ze moesten meevechten.
  2. Koning raad geven.
  3. Geleende grond besturen.

Slide 15 - Tekstslide

Leenstelsel
  • Leenmannen met veel grond leenden een deel van hun grond weer uit aan andere mensen: achterleenmannen.
  • Heel dit systeem noemen we het leenstelsel.

Slide 16 - Tekstslide

Adel
  • Alle leenmannen samen werd de groep van adel.
  • Zij hadden titels als graaf, hertog of baron.
  • Een aparte groep edelen waren de ridders.
  • Zij vochten als ruiters van een koning of hoge edelman.
  • Om controle te houden hield Karel de Grote rijksdagen, waarin hij nieuwe wetten meedeelde.

Slide 17 - Tekstslide

Leenstelsel
  • Dankzij het leenstelsel kon Karel de Grote snel een goed geoefend leger op de been brengen én zijn grote rijk besturen.

Slide 18 - Tekstslide

Uiteenvallen Frankische Rijk
  • Na de dood van Karel de Grote in 814 viel het Frankische Rijk uit elkaar.

Slide 19 - Tekstslide

Oorzaken uiteenvallen Frankische Rijk
  • Invallen van Vikingen in het westen en van Hongaren in het oosten.
  • Opvolgers (zonen van) Karel de Grote waren geen goede bestuurders: onderling oorlog.

Slide 20 - Tekstslide

Oorzaken uiteenvallen Frankische Rijk
  • De geleende grond gingen leenmannen als eigen grond zien: na de dood van een leenman werd de grond niet teruggegeven, maar doorgegeven aan de zonen van de leenman.
  • Leenmannen voerden onderling oorlog met elkaar om meer grond te krijgen.
  • Sommige leenmannen beloofden twee leenheren trouw.

Slide 21 - Tekstslide

Uiteenvallen Frankische Rijk
  • Na een tijd bezaten sommige adellijke families meer land dan de koning.
  • Bijv. de familie Capet.
  • Zij konden zelf een groot leger op de been brengen.
  • De koning verloor hierdoor veel macht.

Slide 22 - Tekstslide

Hugo Capet
  • Liet zich in 987 kronen tot koning van Frankrijk.
  • De nakomelingen van Karel de Grote hadden geen macht meer.
  • Het leenstelsel werd nog steeds gebruikt om gebieden te besturen.

Slide 23 - Tekstslide

In welk jaar overleed Karel de Grote?
timer
0:20
A
800
B
814
C
771

Slide 24 - Quizvraag

Wat gebeurde er dan in het jaar 800?
timer
1:00

Slide 25 - Open vraag

Waarom kroonde de paus Karel de Grote tot keizer?
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

Waarom viel het Frankische Rijk na de dood van Karel de Grote uit elkaar?
timer
1:00

Slide 27 - Open vraag

Wat is het voordeel van het leenstelsel voor de leenman?
De leenman...
timer
0:20
A
mocht de opbrengst van het geleende gebied zelf houden
B
moest meevechten in het leger
C
moest het gebied besturen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het voordeel van het leenstelsel voor de leenheer?
De leenheer...
timer
0:20
A
hoefde het gebied niet zelf te besturen.
B
had soldaten voor zijn leger.
C
kreeg raad van zijn leenmannen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 29 - Quizvraag

De leenmannen beloofde trouw aan hun leenheer. Wat hield die trouw in?
timer
0:20
A
Vechten
B
Besturen
C
Raad geven
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 30 - Quizvraag

Leenmannen met veel grond leenden stukken grond uit aan...
timer
0:40

Slide 31 - Open vraag

In de tijd van het leenstelsel kon je tegelijk leenheer en leenman zijn. Klopt dat?
timer
0:15
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Sommige adellijke families hadden eind 10e eeuw meer macht dan de koning.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Hoe komt het dat de koning eind 10e eeuw veel macht verloor?
timer
0:20
A
Sommige adellijke families hadden zelf een groot leger.
B
Sommige adellijke families hadden meer land dan de koning.
C
A & B zijn juist
D
A & B zijn onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Het leenstelsel bleef na de dood van Karel de Grote de meest gebruikte manier om een gebied te besturen.
timer
0:20
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Met de kroning van Hugo Capet tot koning van Frankrijk verloren de nakomelingen van Karel de Grote definitief hun macht.
timer
0:20
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

In welk jaar werd Hugo Capet koning van Frankrijk?
timer
0:20
A
800
B
987
C
814
D
941

Slide 37 - Quizvraag

Schrijf 2 dingen op die je vandaag geleerd hebt.

Slide 38 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 39 - Open vraag

Aan de slag
Wat? Eerst ga je de tekst van par. 4.6  lezen  en daarna maak je de opdr. van par. 4.6 tot de toepassingsopdracht.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Dan ga je de toepassingsopdracht maken. Daarna werk je de leerdoelen uit van par. 4.6. Je kunt ook de TestJezelf maken in SOM.

Slide 40 - Tekstslide