powercollege 4_prioriteiten & middelen

PC 4: prioriteiten & middelen
DTE Klas 4



1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

PC 4: prioriteiten & middelen
DTE Klas 4



Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les kun je de volgende begrippen uitleggen
welvaart
behoeften
markt
middelen
prioriteiten
schaarste 
vrije goederen

Slide 2 - Tekstslide

Met welke dingen houdt je rekening wanneer jij iets koopt?

Slide 3 - Open vraag

Behoeften
  • Alles wat je nodig hebt om te kunnen leven of..... 
  • Alles wat je wilt hebben  
  • Er zijn 2 soorten behoefte, namelijk:
  • Primaire behoefte:
  • Spullen die je nodig hebt en niet zonder kunt
  • Secundaire behoefte:
  • Spullen die je graag wilt hebben, maar wel zonder kunt

Slide 4 - Tekstslide

Welke van de volgende dingen zijn primaire behoefte?
A
CHIPS!!!!!!!!!!!!!!
B
Een kaartje voor Feyenoord
C
Een mobiel
D
Een auto

Slide 5 - Quizvraag

Middelen
  • Dit zijn de dingen die jij hebt om iets te kunnen kopen of om geld te verdienen.
  • Je hebt bv de volgende middelen:
  • Geld
  • Tijd 
  • Bezittingen (een 2e huis) 

Slide 6 - Tekstslide

Prioriteiten
  • Helaas heeft bijna niemand zoveel geld dat hij alles kan kopen.  
  • Daardoor moeten wij allemaal prioriteiten stellen.  
  • Dit betekent dat je een keuze maakt wat voor jou het belangrijkste 

Slide 7 - Tekstslide

Welvaart
  • Dit geeft aan hoeveel spullen die jij wilt hebben ook daadwerkelijk kunt kopen met je geld. 
  • Welvaart Stijgt door:
  • Goederen of diensten te kopen
  • Door zelfvoorziening (Zelf iets maken)
  • Collectieve voorzieningen (overheid regelt het wel)

Slide 8 - Tekstslide

Schaarste
  • Een product is in de economie schaars, wanneer er iets opgeofferd is. 
  • Brood is bijvoorbeeld schaars, doordat er meel is opgeofferd en een bakker heeft zijn tijd opgeofferd om dat brood te maken.
  • Voor schaarse goederen wordt geld betaald 

Slide 9 - Tekstslide

Vrije goederen
  • Wanneer je een product gebruikt waar niks voor is opgeofferd maak je gebruik van vrije goederen. 
  • Deze goederen zijn gratis. 
  • Je hebt bijvoorbeeld de volgende vrije goederen:
  • Zonlicht
  • Zeewater
  • Wind

Slide 10 - Tekstslide

Markt
  • Markt:
  • Een plek waar mensen producten verhandelen
  • Je hebt twee soorten markten:
  • Concrete markt:
  • Dit is een winkel of rommelmarkt waar je iets koopt. Dus een fysieke markt, waar je komt om iets te kopen.
  • Abstracte markt:
  • Dit is alle vraag en aanbod van een product. 
  • Je hebt bijvoorbeeld een automarkt. Dan gaat het over de vraag en aanbod van alle auto’s

Slide 11 - Tekstslide

De huizenmarkt is een
A
Abstracte markt
B
Concrete markt

Slide 12 - Quizvraag