Retailmarketing en Retaillandschap RM4 (exterm 1-7)

Retailmarketing en Retaillandschap 
(examenterm 1 t/m 7)
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
RetailMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Retailmarketing en Retaillandschap 
(examenterm 1 t/m 7)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de basisprincipes van marketing?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Marketingdoelstellingen
  • Marketingdoelstellingen zijn specifieke, meetbare doelen die een organisatie vaststelt om haar marketinginspanningen te sturen en te beoordelen. 
  • SMART geformuleerde doelstellingen
  • Deze doelstellingen zijn gericht op het verbeteren van het succes van een product, dienst of merk binnen de markt.  marketingstrategieën.
  • Deze doelen kennen we op 3 niveaus: Strategisch, tactisch en operationeel 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strategische Marketingdoelstellingen
Bijvoorbeeld marktleiderschap, merkbekendheid, internationale expansie
Lange termijn focus 
Doel voor 5 tot 10 jaar

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tactische Marketingdoelstellingen

Bijvoorbeeld promotiecampagnes, productontwikkeling, prijsaanpassingen
Middellange termijn focus
Doel voor 1 tot 4/5 jaar



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Operationele Marketingdoelstellingen

Bijvoorbeeld dagelijkse verkoopdoelen, social media engagement, dagelijkse processen goed laten lopen
Korte termijn focus
Doelen voor nu tot 1 jaar


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type doelstelling is
'het verbeteren van de klanttevredenheidsscore met 10 punten in de komende 3 maanden'?
A
Strategisch
B
Tactisch
C
Kwantitatief
D
Operationeel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort doelstelling is 'het verhogen van de conversie op de website met 15% binnen 2 jaar'?
A
Kwalitatief
B
Tactisch
C
Operationeel
D
Strategisch

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type doelstelling is 'het vergroten van de naamsbekendheid met 20% in de komende 6 jaar'?
A
Strategisch
B
Tactisch
C
Operationeel
D
Financieel

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marketing
= Het centraal stellen van de behoeften van de klanten. Welke producten en diensten hebben waarde voor de klant.
Een bedrijf heeft vaak een beleid t.a.v. hun marketingactiviteiten (marketingbeleid). Op basis van een marktanalyse maakt een bedrijf een marketingplan waarin vaak de marketingmix van het bedrijf wordt uitgelegd (de P's).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke "P" van de marketingmix is bij een B2C-situatie heel belangrijk en bij B2B minder?
Presentatie
Personeel
Product
Promotie
Prijs

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Positioneren
  • Positioneren is het bepalen van de plaats die een product of merk inneemt in de gedachten van de doelgroep.
  • Het is belangrijk dat een winkel een duidelijke plaats in de markt inneemt ten opzichte van concurrenten.
  • De positioneringsmatrix helpt bij het visualiseren van waar verschillende merken zich bevinden ten opzichte van elkaar op basis van prijsniveau en gebruikerservaring.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door een goede positionering van een bedrijf passen de winkelformule en de doelgroep beter bij elkaar. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Misschien waar
C
Niet waar
D
Soms waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Visuele identiteit en Imago
De visuele identiteit en merkwaarden bepalen het imago van een bedrijf.
Branding: een strategisch proces dat gericht is op het bouwen en onderhouden van een positieve perceptie van een merk bij consumenten, met als doel loyaliteit, vertrouwen en positieve associaties te creëren.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een sterke visuele identiteit maakt een bedrijf goed herkenbaar
Mee eens: Visuele identiteit is cruciaal voor herkenbaarheid
Niet mee eens: Kwaliteit van producten is belangrijker

Slide 16 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Noem een merk dat sterk is in BRANDING van de merknaam

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Marktaandeel 
Marktaandeel voorbeeld:
Stel dat Bedrijf X in een bepaalde markt een verkoop van €500.000 heeft behaald, terwijl de totale marktverkoop voor alle bedrijven in die markt €2.000.000 bedraagt.
Marktaandeel van Bedrijf X = (€500.000 / €2.000.000) x 100% = 25%

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

USP
Unique Selling Point: De USP benadrukt wat het product of de dienst uniek maakt en waarom consumenten het zouden moeten kiezen boven alternatieven.


Voorbeeld van een USP: 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Marketing

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Marketing
Relatiemarketing: gericht is op het opbouwen en onderhouden van langdurige, waardevolle relaties met klanten. In tegenstelling tot transactionele marketing, die zich voornamelijk richt op het genereren van éénmalige verkooptransacties, draait relatiemarketing om het creëren van loyaliteit, vertrouwen en tevredenheid bij klanten, wat uiteindelijk kan leiden tot herhaalde aankopen en mond-tot-mondreclame. Komt vaker voor in B2B.

Direct marketing: Direct marketing omvat het rechtstreeks benaderen van klanten via verschillende kanalen, waaronder direct mail, e-mail, telemarketing, sms-berichten, sociale media en gerichte online advertenties.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Marktbenaderingsstrategieën
Ongedifferentieerde, gedifferentieerde en geconcentreerde marktbenadering zijn strategieën om de markt te benaderen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ongedifferentieerde marktbenadering
Bedrijf zich op de hele markt als één en probeert het producten of diensten te verkopen aan alle consumenten, ongeacht hun verschillen in behoeften en voorkeuren. Dit wordt vaak toegepast bij producten die als basisbehoeften worden beschouwd en waarvoor weinig variatie in klantvoorkeuren bestaat.
Voorbeeld: Een bedrijf dat drinkwater produceert en verkoopt, kan een ongedifferentieerde marktbenadering hanteren omdat drinkwater over het algemeen een behoefte is voor alle consumenten, ongeacht demografische verschillen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedifferentieerde marktbenadering
Bedrijf deelt de markt in verschillende groepen van consumenten met vergelijkbare behoeften en voorkeuren, en ontwikkelt vervolgens verschillende marketingstrategieën om aan de behoeften van elk segment te voldoen. Het bedrijf richt zich dus op verschillende doelgroepen met verschillende producten of marketingmixen.
Voorbeeld: Een fabrikant van sportschoenen kan verschillende productlijnen ontwikkelen voor verschillende segmenten van consumenten, zoals hardlopers, basketballers en wandelaars, waarbij elk segment specifieke eigenschappen en voordelen biedt die zijn afgestemd op de behoeften van die doelgroep.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geconcentreerde marktbenadering
Bedrijf concentreert zich op één specifiek segment van de markt. 

Voorbeeld: Een bedrijf dat zich uitsluitend richt op de productie en verkoop van luxe horloges voor verzamelaars kan een geconcentreerde marktbenadering hanteren. Door zich te concentreren op deze niche, kan het bedrijf zich richten op het creëren van unieke en hoogwaardige producten die voldoen aan de specifieke eisen van deze marktsegment.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Marketingmix en P's
Product, Prijs, Plaats, Promotie, Personeel, Presentatie 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P van Pruduct/assortiment
Productstrategieën
Trading up: bedrijf neemt ook duurdere producten op in zijn assortiment om zo de omzet te verhogen en een bepaalde andere doelgroep aan te trekken.

Een voorbeeld van trading up is wanneer een fastfoodrestaurant besluit om een premium lijn van gourmet hamburgers te introduceren naast hun standaardmenu van goedkopere opties. Door deze hoogwaardige hamburgers aan te bieden tegen een hogere prijs, hoopt het restaurant klanten aan te trekken die bereid zijn meer te betalen voor een betere kwaliteit of een unieke ervaring. 
 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P van Pruduct/assortiment
Productstrategieën
Trading down: omgekeerde van trading up 
Voorbeeld van trading down is wanneer een luxe kledingmerk besluit om een ​​lijn van betaalbare kledingstukken te introduceren die gericht zijn op prijsbewuste consumenten. Door deze goedkopere kleding aan te bieden, kan het merk proberen een breder publiek aan te spreken dat misschien niet bereid is om de hogere prijzen van de reguliere collecties te betalen. Dit kan helpen om de omzet te verhogen en nieuwe klantsegmenten aan te boren.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P van Pruduct/assortiment
Productstrategieën
Restyling: Bij restyling wordt de focus gelegd op het helemaal opnieuw vormgeven van de visuele uitstraling en het interieur van de winkel. Dit is drastischer dan...
Remodelling: Herinrichten van de winkel. Denk aan nieuwe presentatiemeubels, rekken en schappen.


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een schoenenzaak in het duurdere segment haalt de goedkopere merken uit het assortiment. De winkel wil exclusiever worden.
A
Saneren
B
Trading up
C
Upgrading
D
Trading down

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een cosmeticabedrijf wil goedkopere producten opnemen in het assortiment om zo een grotere doelgroep aan te trekken.
A
Saneren
B
Trading up
C
Downgrading
D
Trading down

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

P van Pruduct/assortiment
Productstrategieën
Saneren: slechtlopende artikelvarianten (dieptesanering) of productgroep (breedtesanering) afstoten om assortiment weer gezond te maken.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een supermarktmanager ziet dat een A-merk frietsaus slecht verkoopt. Toch gaat hij het niet saneren. Waarom niet?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 35 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 36 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.