FinZelf H7 Beleggen

Hoofdstuk 7
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen van vandaag:

Je kunt de belangrijkste spaarvormen benoemen
Je kent de verschillende soorten waardepapieren en hun belangrijkste kenmerken
Je kunt aandelenrendement en rendement op obligatie berekenen
Je kunt uitleggen wanneer je een optie uitoefent


Slide 2 - Tekstslide

Welke vormen van inkomen zou een 67 plusser kunnen hebben?

Slide 3 - Open vraag

Inkomen na pensionering 
Inkomen uit arbeid of winst uit onderneming 
AOW
Pensioen
Lijfrente of banksparen
Gewoon sparen (of beleggen)
verplicht 
vrijwillig sparen

Slide 4 - Tekstslide

Waardepapieren: wat weet je?

Slide 5 - Tekstslide

Noem 3 verschillen tussen aandelen en obligaties

Slide 6 - Open vraag

Belangrijkste verschillen

Slide 7 - Tekstslide

Rendement obligatie
  • couponrendement: rente/ aankoopprijs x 100%
  • Koersrendement: verkoopprijs - aankoopprijs / aankoopprijs x 100%

Bibi verkoopt 10 overheidsobligatie met een nominale waarde van € 100,- en een 8% couponrente. De prijs die zij heeft betaalt is € 105,- . Na 1 jaar plus een dag verkoopt zij de obligaties voor € 110,- per stuk. Wat is het totale rendement dat Bibi heeft behaald?

Slide 8 - Tekstslide

Rendement obligatie
  • couponrendement: rente/ aankoopprijs x 100%
  • Koersrendement: verkoopprijs - aankoopprijs / aankoopprijs x 100%

Bibi verkoopt 10 overheidsobligatie met een nominale waarde van € 100,- en een 8% couponrente. De prijs die zij heeft betaalt is € 105,- . Na 1 jaar plus een dag verkoopt zij de obligaties voor € 110,- per stuk. Wat is het totale rendement dat Bibi heeft  behaald? 
Coupon rendement van 4,67% plus koersrendement van  4,76% = 9,43%

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke is niet waar?
A
Aandelenrendement is koersrendement + dividendrendement
B
Couponrente is vaste rente op obligatie
C
Spread betreft opties op zelfde aandeel
D
Putoptie geeft koper plicht om aandeel te verkopen

Slide 11 - Quizvraag

Call opties
Obligaties
Aandelen
Deelname Eigen vermogen
Recht om aandeel te kopen
Wordt terugbetaald
Vaste rente uitekering
Koers afhankelijk van winst
Koers afhankelijk van marktrente
Plicht om aandeel te verkopen

Slide 12 - Sleepvraag

Bereken de winst die Suzanne behaalt
als zij haar opties voor €15 verkoopt

Slide 13 - Open vraag

(bijvoorbeeld 156%)

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Beleggen
= investeren van geld in obligaties, aandelen, opties, onroerend goed, goud, bitcoins, etc. met als doel om je vermogen te vergroten

T.o.v. een spaarrekening meer risico --> hoger rendement?

Slide 17 - Tekstslide

Call- en putopties
Als eigenaar/koper van een optie heb je het recht om gebruik te maken van de optie. 

Maar de verkoper/schrijver van de optie heeft de plicht om bij uitoefening van de optie een aandeel tegen de vooraf bepaalde prijs te leveren.

Slide 18 - Tekstslide

spread , straddle, strangle
Bij een straddle koopt een belegger gelijktijdig een call- en putoptie voor hetzelfde onderliggende aandeel

Slide 19 - Tekstslide

spread , straddle, strangle
Bij een spread koopt en verkoopt een belegger gelijktijdig een optie op hetzelfde onderliggende aandeel met verschillende uitoefendata en/of uitoefenprijzen.

Slide 20 - Tekstslide

spread , straddle, strangle
Bij een strangle koopt een belegger gelijktijdig een call- en putoptie op hetzelfde onderliggende aandeel met verschillende uitoefenprijzen en dezelfde uitoefendatum

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide