4.1.2 MPR

Les 2 MPR
Zone College Almelo
BNNR
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2 MPR
Zone College Almelo
BNNR

Slide 1 - Tekstslide

Welke Mpr is het populairst
A
Drie weekse
B
Vijf weekse
C
Vier weekse
D
Zes weekse

Slide 2 - Quizvraag

Waarom denk je dat deze het populairst zijn?

Slide 3 - Open vraag

Zesweekse Melkcontrole
De zeswekelijkse melkcontrole past ook goed in het beleid met betrekking tot selectief droogzetten. De beslissing om wel of geen antibiotica te gebruiken moet mede plaatsvinden op basis van het individueel celgetal van de koe tijdens de laatste monstername, waarbij de uitslag van die monstername niet ouder mag zijn dan zes weken

Slide 4 - Tekstslide

Om de hoeveel weken voeren jullie (Of je stagebedrijf) Mpr uit?
Drie weken
Vier weken
Vijf weken
Zes weken
Niet

Slide 5 - Poll

Vet en eiwitpercentages
Let op het verschil tussen vet- en eiwitpercentage. Op een bedrijf dat goed loopt, is dat verschil
kleiner dan tienprocent

Slide 6 - Tekstslide

Waar letten jullie op ten behoeve van het vet en eiwit percentage?

Slide 7 - Open vraag

Lactose
 De groep koeien die recent gekalfd hebben, hoort het hoogste lactosegehalte te hebben. 

Slide 8 - Tekstslide

Waar letten jullie op ten behoeve van het lactosegehalte?

Slide 9 - Open vraag

Verlof
 Als een veehouder aan de eerste twee punten voldoet, is dat een teken dat het management van de droge koeien in orde is, ofwel de koeien hebben een goed zwangerschapsverlof gehad. Het aantal kilogrammen melk is in deze eerste groep niet het belangrijkst. Als het lactosegehalte in orde is en het verschil tussen vet- en eiwitpercentage ook, komt de productie vanzelf

Slide 10 - Tekstslide

Pasgekalfde koe
Het is een goed teken als de pasgekalfde koeien de hoogste lactatiewaarde en de hoogste bedrijfstandaardkoe (bsk) scoren. De verhouding water, vet en eiwit is dan in evenwicht

Slide 11 - Tekstslide

Ureum
 Een groep verse koeien op een bedrijf scoort 14 voor ureum. Die score ligt 2 punten onder het bedrijfsgemiddelde. In het algemeen mag het ureum in de verse groep niet meer dan 3 punten afwijken van het gemiddelde ureumgehalte. Is dat wel het geval, dan is er sprake van een minder goede eiwitvoorziening.

Slide 12 - Tekstslide

Productie 60 tot 120 dagen
Vet

 Het verschil in vetgehalte tussen de net afgekalfde koeien en de groep die 61 tot 120 dagen in lactatie is, mag niet groter zijn dan 0,15. Een vuistregel is dat koeien die meer dan 0,15 in vetgehalte dalen, meer dan een punt conditiescore verliezen. Met andere woorden: de koeien zijn aan het vermageren.

Slide 13 - Tekstslide

Productie 60 tot 120 dagen
Eiwit



Het eiwitgehalte in deze groep is bij voorkeur hoger dan het eiwitgehalte van de verse groep. 

Slide 14 - Tekstslide

Productie 60 tot 120 dagen
Vet en eiwit



 Het verschil tussen vet- en eiwitpercentage hoort in deze groep groter te zijn dan 0,5. 

Slide 15 - Tekstslide

Dagproductie
Op een bedrijf dat goed loopt produceren de koeien gemiddeld een kilogram eiwit per dag per koe

Bij 100 koeien is dit dus 100 kilo eiwit

Slide 16 - Tekstslide

Vaarzen v.s. Oudere koeien
Op een bedrijf waar het goed loopt, produceren oudere
koeien minstens 30 procent meer dan vaarzen. Die meer productie komt automatisch als vaarzen probleemloos
produceren. Als voorbeeld: op een bedrijf geven de vaarzen in
305 dagen 7896 kg melk. Een plus in productie van 30
procent komt dan neer op ongeveer 2300 kg extra. 

Slide 17 - Tekstslide

Maandgemiddelden
Het streven is een regelmatig productiepatroon met zo min mogelijk schommelingen.

 
Een vetgehalte hoger dan 4,50 procent is geen goed teken. Het geeft aan dat koeien lichaamsvet verbranden, ofwel aan het lijnen zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Maandgemiddelde Ureum
Een ureumgehalte hoger dan 25 is niet gewenst. Door een te hoog ureum verandert de zuurgraad in de eicel. Dat heeft een negatief effect op de vruchtbaarheid; koeien worden minder goed drachtig. 

Slide 19 - Tekstslide