Vergadertechnieken en -rollen

Vergadertechnieken en rollen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
sovaMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vergadertechnieken en rollen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud
Wat is het doel van je vergadering/overleg?
Welke rollen zijn er tijdens een vergadering?
Deelnemersgedrag.
Tips voor een goed overleg
Waarop letten bij notuleren?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergadering
Een vergadering is een gestructureerd groepsgesprek waarbij deelnemers aan de hand van een agenda onderwerpen van gemeenschappelijk belang bespreken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke overleggen zijn
er bij jou op de locatie?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welk doel kan je hebben
met een overleg?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Doel overleg
  • het uitwisselen van informatie;
  • afstemmen werkzaamheden;
  • uitwisselen van meningen of argumenten;
  • elkaar aanspreken op functioneren;
  • het maken van beleid;
  • het nemen van beslissingen;
  • het oplossen van problemen;
  • het geven van adviezen;
  • evalueren.



Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollen tijdens vergadering

Voorzitter
Notulist
Deelnemers

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen oorzaken
zijn van slecht lopend overleg?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken van slecht lopend overleg
Diversiteit: de standpunten of de achtergrond van de deelnemers ligt ver uiteen
  

Massaliteit

Gebrek aan structuur

Gebrek aan leiding

Slecht luisteren / slechte samenwerking



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positief deelnemersgedrag

Organisator: neemt initiatieven, deelt taken uit, stimuleert anderen

Kritisch denken: kritische manier volgen en observeren

Stimulator: complimenten geven en stimulerende opmerkingen te maken. Meningsverschillen/conflicten oppakken.

Opbouwer: zoek je daarbij naar meningen, opvattingen of voorstellen die een effectieve bijdrage kunnen leveren aan de discussie

Helpen: andere rollen bijstaan en ondersteunen.







"Negatief deelnemersgedrag"

Alles beter weten: overtuigd van gelijk

Zeuren

Zwijgen: weten niet waar je staat en wat ze aan je hebben

Veel praten: lang van stof en in herhaling vallen

Afwijken: overal tegenin gaan

Ja-knikken: overal mee instemmen

Clownesk gedrag: geen serieuze discussie mogelijk

Manipuleren: verborgen agenda








Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol herken jij jezelf in ?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw vergadering

  • Opening van de vergadering.
  • Vaststellen wie notuleert.
  • Vaststellen van de agenda.
  • Mededelingen en ingekomen stukken.
  • Bespreking van de notulen van de vorige vergadering.
  • Inhoudelijke bespreking van agendapunten.
  • Wvttk – wat verder ter tafel komt.
  • Rondvraag.
  • Sluiting.








Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verspil vergadertijd zo min mogelijk aan het geven en delen van informatie; gebruik hiervoor andere kanalen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies
van notulen?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rollen volgens Edward de Bono

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DISC geeft inzicht in bewuste en onbewuste voorkeuren in gedrag en communicatie. 
We laten allemaal een andere combinatie en intensiteit van de 4 DISC temperamenten in ons gedrag zien. Ieders DISC stijl is hiermee uniek, niemand is dus alleen maar dominant of alleen maar blauw.

Slide 19 - Tekstslide

https://patrickschriel.nl/disc/
Het DISC model is ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Dr. William Moulton Marston (1893-1947).

Indirect of direct
De eerste as (INDIRECT/DIRECT) geeft de snelheid en kracht aan waarmee iemand communiceert. Ben je meer indirect (introvert) dan ben je wat bedachtzamer, rustiger, prikkelgevoelig en wil je even nadenken voordat je wat zegt. Ben je meer direct (extravert) dan geef je sneller antwoord, heb je prikkels nodig en ben je verbaal, en ook qua lichaamshouding, meer aanwezig.
Taakgericht of mensgericht
De tweede as (TAAKGERICHT/MENSGERICHT) geeft aan hoe gunstig of wantrouwig iemand reageert op zijn omgeving. Ben je meer taakgericht (controlerend) dan laat je je meer leiden door feiten en argumenten, en wantrouw je de situatie enigszins totdat het tegendeel bewezen is. Ben je meer mensgericht (relaterend) dan kies je meer op gevoel en geef je eerder het vertrouwen aan anderen.
Het DISC model – 4 gedragsstijlen
Combineer je beide assen dan krijg je de 4 gedragsstijlen van het DISC model: Dominant, Interactief, Stabiel en Consciëntieus, ieder met zijn eigen kleur.
Dominant extravert en controlerend: Hoe je omgaat met problemen en uitdagingen.
Interactief extravert en relaterend: Hoe je omgaat met anderen (beïnvloeden van je omgeving).
Stabiel introvert en relaterend: Hoe je omgaat met verandering en het tempo hiervan.
Consciëntieus introvert en controlerend: Hoe je omgaat met regels, afspraken en beperkingen.

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies