A2 - Chapter 1 Grammar + Practice

A2 - Chapter 1 Grammar + Practice
Past Simple
Past Continuous
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

A2 - Chapter 1 Grammar + Practice
Past Simple
Past Continuous

Slide 1 - Tekstslide

Past Simple

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Regel...

Slide 4 - Tekstslide

The Past Simple
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Slide 5 - Tekstslide

Vragen en ontkenningen
Hulpwerkwoorden: to be, to have, to do, could, would, must, shall
Als deze in de zin staan bij:
vragen --> vooraan zetten
ontkenningen --> komt not achter of n't
Geen HWW? --> Bij alle werkwoorden (regelmatig en onregelmatig) hetzelfde:
Vragen: Did + onderwerp + hele werkwoord
Ontkenningen: Onderwerp + didn't + hele werkwoord

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

He _________________ (travel) through the Middle East last year.

Slide 8 - Open vraag

_________________ (Lucy / read) War and Peace at school?

Slide 9 - Open vraag

I _________________ (cook) steak last night.

Slide 10 - Open vraag

_________________ (they / visit) the Louvre in Paris?

Slide 11 - Open vraag

They _________________ (not / meet) yesterday

Slide 12 - Open vraag

We _________________ (buy) a new car last weekend

Slide 13 - Open vraag

She _________________ (not / study) French at university.

Slide 14 - Open vraag

How did that go?
(more than) 2 mistakes? Practice using the link on the next slide.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Tekstslide

the past continuous
When do we use it?
  • om te zeggen dat iets in het verleden op een bepaald moment aan de gang was

  • The band was playing a song.
  • It was raining all day!

Slide 18 - Tekstslide

the past continuous
The rule(s)
  • een vorm van to be in de verleden tijd (was/were) + ww-ing

  • I was playing a game when my brother rushed in.
  • They were kissing when the phone rang.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

They ___________
cards. (play)

Slide 24 - Open vraag

Sam ____________
the newspaper. (read)

Slide 25 - Open vraag

________________________
in the sea? (you swim)

Slide 26 - Open vraag

They _____________
their house. (decorate)

Slide 27 - Open vraag

When they looked at her, she _____________. (smile)

Slide 28 - Open vraag

Tim and Maggie _______________
in the sun. (sit)

Slide 29 - Open vraag

How did that go?
(more than) 2 mistakes? Practice using the link on the next slide.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link