3.1 Leven van het land

Keuzedeel pabo - GS







Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders.  



1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Keuzedeel pabo - GS







Tijdvak 3. Tijd van Monniken en ridders.  



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Over welke periode gaat dit tijdvak?
A
3000 v. Chr.- 500 na Chr
B
500 - 1000
C
1000 - 1500
D
1500 - 1600

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Over welke traditionele periode gaat dit tijdvak?
A
Prehistorie
B
Oudheid
C
Vroege middeleeuwen
D
Late middeleeuwen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Middeleeuwen
  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
  • Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
  • Ongeveer tussen 500 en 1500

  • Vroege Middeleeuwen: 500 - 1000
  • Late Middeleeuwen: 1000 - 1500

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De witte tekening is:
Op de achtergrond zie je:

Slide 5 - Woordweb

De witte tekening is: een helm van een ridder uit cv 1000
Op de achtergrond zie je: zuilen of pilaren in een klooster of kerk)
Wat weet je al van de monniken en ridders?

monniken:
ridders:

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma les 5

  • Introvragen
  • Herhaling
  • Theorie 3.1
  • Opdrachten werkboek 
  • Afronding

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen tijdvak 3: De Middeleeuwen


De aspirant-student kan: 
  • beschrijven hoe het christendom zich verspreidde in Europa (les 6)
  • het ontstaan van de islam beschrijven (les 6)
  • beschrijven hoe de islam zich verspreidde (les 6)
  • hofstelsel, leenstelsel en horigheid uitleggen (les 5)


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige week
  • Keizer Constantijn - Christendom - eenheid in het rijk
  • Romeinse rijk viel door invallen buitenaf (Hunnen)
  • -> volksverhuizingen. 
  • Germaanse stammen op de vlucht voor de Hunnen verwoesten Rome. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Leven van het land: tv 2 -> tv 3
  • Rond 500: veiligheid verdwijnt door het verdwijnen van de Romeinen 
  • Geen centraal bestuur
  • Afhankelijk van landbouw - zelfvoorzienend
  • Horigen konden worden beschermd door landheren ->
  • Standensamenleving


hofstelsel
Een middeleeuws stelsel van agrarische zelfvoorziening. Veel boeren werden horigen in ruil voor bescherming door hun landheer. Ze moesten op het land (domein) van hun heer blijven wonen en mochten zonder toestemming niet verhuizen.

Slide 12 - Tekstslide

In ruil voor bescherming geven de boeren - horigen genoemd, hun grond aan de heer en moesten zij de heer dienen.  

Zie hof -> met akkers en wijngaarden voor de heer. Horigen hadden het minder luxe. Mochten stukje v/h land gebruiken. Moesten pacht betalen (belasting) - deel v/d oogst afstaan en herendiensten verrichten

als je bij een heer (machtige boer) aanklopte voor plek gaf je wel al je vrijheden op. Er waren ook boeren die dit niet deden en zij bleven gewoon vrije boeren. Afhankelijk van de plaats waar je woonden en de mate van veiligheid bepaalde of je deze keuze maakte.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij doen als boer?
Zou jij je aansluiten bij zo'n landheer of als 'vrije' boer leven en waarom?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten 3.1. werkboek (en 5 min pauze)
  • Maak de opdrachten op het opdrachtenblad.
  • Klaar? Maak een schematische weergave van het hofstelsel en leg uit hoe dat stelsel werkte.




timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op als je deze afbeelding ziet?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3.2 Frankische Rijk
  • 482 - Clovis - leider Germaanse Franken
  • Veroveren vroegere Romeinse Rijk (volksverz)
  • 768: Karel de Grote - koning Frankische Rijk
  • Verplaatste zich met zijn hof
  • 800: door paus tot keizer gekroond

Slide 20 - Tekstslide

771 volgde Karel de Grote zijn vader op en werd koning van het Frankische Rijk. Het Frankische Rijk was een deel van het huidige Frankrijk, België, Zwitserland en Duitsland. Karel werd als (Christelijke) koning gedwongen om veel oorlog te voeren. Zijn rijk had namelijk last van veel invallen, door onder andere Islamieten uit het oosten en vanuit het noorden kwamen Denen en Saksen. Oorlog voeren deed Karel de Grote zo goed, dat zijn rijk al snel enorm groot werd. Een rijk dat zo groot is, is moeilijk alleen te besturen. Daarom stelde Karel "vazallen" of "leenmannen aan.

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Leenstelsel (feodale stelsel)
  • Karel deelde zijn rijk op in 3 delen 
  • Edelen & bisschoppen bestuurden dit namens hem 
  • Bestuurders kregen gebied in 'leen'
  • Keizer = leenheer
  • Bestuurders = leenmannen/ vazallen
  • Edelmannen legden een eed van trouw af

Slide 22 - Tekstslide

Karel de Grote had soldaten nodig om dat grote rijk te beschermen en het Frankische rijk uit te breiden. Daardoor. bedacht hij het leenstelsel. Hij is de leenheer en gaf zijn gebied te leen (vazal) in ruil voor militaire dienst en adviezen.
 
Welk probleem ontstaat er door het leenstelsel als iedereen steeds maar land gaat uitlenen?

Slide 23 - Open vraag

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnipperd het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Uiteenvallen v/h rijk
  • Leenmannen - hun bezit
  • Leenmannen gedroegen zich als leenheren - versnippering
  • Conflicten
  • Rovers, Vikingen (Noormannen) en bendes hadden vrij spel -> politieke structuur viel uit elkaar 

Slide 24 - Tekstslide

Versnipperingsprobleem: leenmannen gaan gebieden ook uitlenen en doorgeven van vader op zoon, dit is natuurlijk niet de bedoeling en zo versnippert het hele land in allemaal kleine machthebbers.  er werd wel een oplossing op bedacht, namelijk geestelijkheden neerzetten, want die kregen toch geen kinderen. Maar hier ontstaat wel het probleem dat geloof en wereldlijke macht in elkaars vaarwater gaan zitten.

Leenstelsel werkt goed zo lang de leenmannen zich als leenmannen gedragen en niet als onafhankelijke vorsten.
Toen hij overleef viel het systeem uit elkaar. Het bleef wel bestaan maar was niet meer zo strak geregeld. 
Opdrachten 3.2 werkboek
  • Lees 3.2 (nog eens goed door) - Het Frankische Rijk
  • Maak de vragen van 3.2 uit het werkboek. Klaar? Ga vast verder.
  • Samenwerken mag :)


timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het komende werkmomentje
Werk ik graag alleen
Werk ik graag samen in een break-out room

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

1. Tot waar ben je gekomen en hoe ging het deze les?
2. Welke begrippen blijven je bij?
3. Over welke begrippen/onderdelen wil je nog meer weten?
Ruimte voor feedback!

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afronding & les 6
Huiswerk
  • H3 lezen verder lezen
  • Schema H3 starten
  • Filmpje na deze les bekijken


Volgende week - les 6 - deel 2 - Tijdvak 3
  • 3.3 en 3.4

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies