9.1 en 9.2 Balansmethode

vragenles en 9.1
Deze les ga je zelfstandig aan het werk!
2 april
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vragenles en 9.1
Deze les ga je zelfstandig aan het werk!
2 april

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

In deze les ..


.. leer je om een vergelijking op te lossen met de balansmethode.






Slide 2 - Tekstslide

Tip van de week!

Zorg dat je goed luistert naar de uitleg.

Maak aantekeningen van datgene wat belangrijk is. 




Slide 3 - Tekstslide

Vk Lineaire formule
y = 3 x + 8         y = 3 - 9 t
Hellingsgetal

Het getal voor de variabele x.

Het hellingsgetal is de vaste toename of afname bij een stap van 1.

Stapgrootte.



Startgetal

Het getal waar de grafiek op de verticale as begint.

Het getal in de tabel onder de waarde 0.

Begingetal



Slide 4 - Tekstslide

Formule of vergelijking
Formule  (berekenen)
Een formule heeft 2 of meer verschillende variabelen. 
Bijvoorbeeld: y = 3 x + 4

Vergelijking   (oplossen)                                                                Een vergelijking heeft 1 variabele. 
Bijvoorbeeld: 3 x + 4 = 10                                                





Slide 5 - Tekstslide

9.1 Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (vorig schooljaar)



Balansmethode (nu)                                                                                                                 





Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q+32

Slide 6 - Tekstslide

9.1 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
    
   

Slide 7 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32

   

Slide 8 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 

   

Slide 9 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
     
   

Slide 10 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =              
   

Slide 11 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode! 
Welke waarde heeft q?   

       71 = 6 q + 32
     -32          -32
      39 = 6 q 
      : 6    :6
      6,5 =                 Dus q = 6,5  
   

Slide 12 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
    
   

Slide 13 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
  
   

Slide 14 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
   
   

Slide 15 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
  

Slide 16 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
  
   

Slide 17 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
      : -7             :-7
            
   

Slide 18 - Tekstslide

9.2 Balansmethode
Vergelijking oplossen met de balansmethode!  Welke waarde heeft m?
 -2 m - 18 = 5 m + 17
 -5m          -5m
 -7 m - 18 =     17
        + 18      + 18 
   -7 m     =     35
      : -7             :-7
           m = -5      
   

Slide 19 - Tekstslide

Oplossen van een vergelijking
Stap 1  Noteer de vergelijking.
Stap 2 Vereenvoudig beide kanten van het =-teken.
Stap 3 Los op met de balansmethode.
Stap 4 Geef antwoord op de vraag.
Stap 5 Controleer je antwoord (vul de variabele in).








Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Maken: (5),6,7,9, 11 t/m 16

Maak bij 6, 7, 9, 11, 12 en 16 steeds de laatste 3 opgaven, kijk de opgave na en maak bij fouten maak de hele opgaven.

Kijk je werk na en verbeter dit met een andere kleur!!

timer
30:00

Slide 21 - Tekstslide


Afsluiting
Noteer 1 ding die je mij wilt meegeven, zodat ik jou nog beter zou kunnen helpen voor mijn vak!

Slide 22 - Open vraag



Lukt het je om de balansmethode toe te passen zodat je een vergelijking kunt oplossen?

Slide 23 - Open vraag



Maak een foto van je uitwerking van 
opgave 7e en lever die hieronder in.

Slide 24 - Open vraag