Formuleren 4V - les 5

vr. 21 apr. - 4V - 3e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je of je dat/als-constructies uit zinnen kunt halen. Verder weet je wat een foutieve samentrekking is en kun je die vinden in voorbeeldzinnen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

vr. 21 apr. - 4V - 3e uur
Lesdoel: aan het einde van de les weet je of je dat/als-constructies uit zinnen kunt halen. Verder weet je wat een foutieve samentrekking is en kun je die vinden in voorbeeldzinnen.

Slide 1 - Tekstslide

vr. 21 apr. - 4V - 3e uur
  • Herhalen uitleg dat/als-constructie
  • Bespreken huiswerk: opdr. 12 blz. 141
  • Uitleg foutieve samentrekking blz. 142-143
  • Zelfstandig werken
  • (Lezen in je boek)

Slide 2 - Tekstslide

Dat/als-constructie

  • Als jij goed oplet, dan haal je waarschijnlijk een voldoende.
  • Ik denk dat jij een voldoende haalt als je goed oplet.
  • Wanneer je die beslissing neemt, kun je niet meer terug. 
  • Ik vind dat je niet meer terug kunt, wanneer je die beslissing neemt. 

Slide 3 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Bijzinnen van voorwaarde:
  • Als jij goed oplet, dan haal je waarschijnlijk een voldoende.
  • Ik denk dat jij een voldoende haalt als je goed oplet.
  • Wanneer je die beslissing neemt, kun je niet meer terug. 
  • Ik vind dat je niet meer terug kunt, wanneer je die beslissing neemt

Slide 4 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Een ‘bijzin van voorwaarde’ begint meestal met als of wanneer.

Dat/als-constructie:
Er is sprake van een dat/als-constructie als de ‘bijzin van voorwaarde’ niet vooraan of niet helemaal achteraan in de zin staat: de woorden dat en als staan naast elkaar, waardoor de kans groot is dat de zin 'ontspoort'.

Slide 5 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Voorbeelden dat/als-constructie:

  • Ik denk dat als je goed oplet dat je een voldoende haalt.
  • Ik vind dat wanneer je die beslissing neemt dat je niet meer terug kunt.


Slide 6 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Voorbeelden dat/als-constructie:

  • Ik denk dat als je goed oplet dat je een voldoende haalt.
  • Ik vind dat wanneer je die beslissing neemt dat je niet meer terug kunt.
Oplossing? --> Zet de 'bijzin van voorwaarde' helemaal achteraan in de zin.

Slide 7 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Oplossing? --> Zet de 'bijzin van voorwaarde' helemaal achteraan in de zin:
  • Ik denk dat als je goed oplet dat je een voldoende haalt.
  • Ik vind dat wanneer je die beslissing neemt dat je niet meer terug kunt.

Slide 8 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Oplossing? --> Zet de 'bijzin van voorwaarde' helemaal achteraan in de zin:
  • Ik denk dat                                   dat je een voldoende haalt.
  • Ik vind dat                                    dat je niet meer terug kunt.

Slide 9 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Oplossing? --> Zet de 'bijzin van voorwaarde' helemaal achteraan in de zin:
  • Ik denk dat                                   dat je een voldoende haalt, als je goed oplet.
  • Ik vind dat                                    dat je niet meer terug kunt, wanneer je die beslissing neemt.

Slide 10 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Oplossing? --> Zet de 'bijzin van voorwaarde' helemaal achteraan in de zin:
  • Ik denk dat dat je een voldoende haalt, als je goed oplet.
  • Ik vind dat dat je niet meer terug kunt, wanneer je die beslissing neemt.

Slide 11 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Oplossing? --> Zet de 'bijzin van voorwaarde' helemaal achteraan in de zin:
  • Ik denk dat je een voldoende haalt, als je goed oplet.
  • Ik vind dat je niet meer terug kunt, wanneer je die beslissing neemt.

Slide 12 - Tekstslide

Dat/als-constructie
Verschillende varianten dat/als-constructie:
  • dat/als
  • omdat/als
  • doordat/als
  • dat/wanneer
  • omdat/wanneer
  • doordat/wanneer
  • enzovoort

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden opdr. 12 blz. 141

Slide 14 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Samentrekking = weglating
  • voor- en nadelen
  •  --> een woorddeel is weggelaten, samengetrokken
  • lange en korte broeken
  • --> een woord is in zijn geheel weggelaten, samengetrokken
  • Jan heeft een boek gekocht en Piet een krant
  • --> een zinsdeel is weggelaten, samengetrokken



Slide 15 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Als twee zinnen aan elkaar gemaakt zijn, mogen de delen die hetzelfde zijn weggelaten/samengetrokken worden, mits:
  • de betekenis hetzelfde is;
  • de vorm hetzelfde is (allebei meervoud, allebei enkelvoud);
  • de grammaticale functie hetzelfde is (allebei ow, allebei lv, allebei kww = koppelwerkwoord).




Slide 16 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Voorbeelden foutieve samentrekking:
  • Esther hield konijntjes in een hok, maar vooral van haar cavia.
  • Dat lelijke gebouw wordt afgebroken en ook die oude flats.
  • De nieuwe brug is af en daarom vandaag door de minister geopend.





Slide 17 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Voorbeelden foutieve samentrekking:
--> Welk(e) woord(en) is/zijn weggelaten/samengetrokken?

  • Esther hield konijntjes in een hok, maar Esther hield vooral van haar cavia.
  • Dat lelijke gebouw wordt afgebroken en ook die oude flats worden afgebroken.
  • De nieuwe brug is af en de nieuwe brug is daarom vandaag door de minister geopend.





Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdr. 14 op blz. 143 = huiswerk ma. 8/5

Werk alleen; 
Werk in stilte; 
Bij vragen: lees de uitleg nogmaals en steek daarna pas je vinger op.
Klaar? Ga lekker lezen in je boek!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Foutieve samentrekking
Voorbeelden oplossingen foutieve samentrekking:

  • Esther hield konijntjes in een hok, maar hield vooral van haar cavia.
  • Dat lelijke gebouw wordt afgebroken en ook die oude flats worden afgebroken.
  • De nieuwe brug is af en is daarom vandaag door de minister geopend.





Slide 21 - Tekstslide