H 2,3,4 herhaling stof en oefenblad

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

1. Start je laptop
2. Pak je leesboek - 10 minuten lezen 
   

Leesvaardigheid 

Oefening voor toetsweek

toetsstof les 2, 3, 4, 17, 18 en 19

Leerdoelen

• Ik weet welke tekstdoelen er zijn: herkennen, uitleggen, vinden.
• Ik weet welke leesstrategieën er zijn: toepassen, en uitleggen
  
• Ik weet welke woordstrategieën toe te passen om de betekenis van een woord; uitleggen en nieuwe zinnen maken

leesstrategieën 

De verschillende manieren waarop je een tekst kunt lezen:

• globaal lezen
• intensief lezen
• zoekend lezen
• lerend lezen
• kritisch lezen

globaal

Je wilt globaal weten waar de tekst over gaat.

Lees inleiding (onderwerp) en slot. Bekijk afbeeldingen en tussenkopjes.

De hoofdgedachte vind je in de inleiding of in het slot.

De zin waarin de belangrijkste boodschap van de tekst staat.

intensief

Je wilt de tekst goed begrijpen. Je leest de tekst dus helemaal.

zoekend

Je zoekt naar een bepaald antwoord. Je gebruikt steekwoorden of trefwoorden.

lerend

Je wilt belangrijke informatie onthouden.

kritisch

Je vraagt je af wat het doel van de schrijver is, informeren of overtuigen? Controleer of de feiten kloppen.

aan de slag

Lees de tekst van oefenblad 3 en maak de vragen

Dit zijn de vijf tekstdoelen

1. Informeren

2. Overtuigen

3. Beschouwen

4. Amuseren

5. Activeren

1. Informeren

- Schrijver wil je iets leren/ informatie geven over een onderwerp

- Tekst bestaat uit feitelijk informatie (objectief)

- Feit: controleerbare uitspraak

Voorbeelden: Leerstof in schoolboeken, informatieve teksten, nieuwsberichten.

2. Overtuigen

- Schrijver wil de lezer overtuigen van zijn mening

- Tekst bestaat voornamelijk uit meningen en NIET uit feiten

Voorbeelden: betoog, column

3. Beschouwen

- Schrijver laat verschillende kanten van het onderwerp zien

- Lezer kan zelf bepalen wat hij vindt van het onderwerp

- doel: lezer zelf een mening laten vormen

Voorbeelden: 

4. Amuseren

- Schrijver wil je vermaken en raken

- Tekst om je emoties aan te spreken (ook de niet blije emoties)

Voorbeelden: leesboek, gedichten, strip

5. Activeren

- Schrijver wil dat je in actie komt

- Ook overtuigen, maar daarna nog een actie uitvoeren!

Voorbeelden: reclame, politieke poster, flyers

Woordstrategieën

Manieren om er achter te komen wat de betekenis is van woorden die je nog niet kent

5 Woordstrategieën

Uitleg in de zin waarin het woord staat of de zin daarna

Een synoniem staat in de buurt

Een tegenstelling staat in de buurt

Het is een samenstelling 

Het lijkt op een woord uit een andere taal

aan de slag

Lees de tekst van oefenblad 4 en maak de vragen