Week 3: der/die/das/die

Was wird wann benutzt?
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Was wird wann benutzt?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

der/die/das/die:
Vandaag ga je leren:

Welke regels er zijn voor het bepalen van het geslacht van een zelfstandig naamwoord.

Pak hiervoor een schrift + jouw telefoon (natuurlijk om mee te doen met de les!)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ook alweer een zelfstandig naamwoord?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Frau
Junge
Pferd
Kinder
die (ev)
die (mv)
der
das

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fraulich
Männlich
Sachlich
Mehrzahl
die (ev)
die (mv)
der
das

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Der (männlich)
Mannelijke persoons- en diernamen: der Junge, der Stier
De namen van de dagen, de maanden, de jaargetijden en de windrichtingen: der Montag, der Februar, der Sommer, der Norden

De meeste stammen van werkwoorden: der Beginn (van beginnen), der Sitz (van sitzen), der Besuch (van besuchen)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Die (fraulich)
Vrouwelijke persoons- en diernamen: die Oma, die Kuh
De meeste zaaknamen (dingen) die eindigen op-e: die Adresse, die Toilette, die Banknote, die Lampe
Woorden eindigend op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät: die Einheit, die Möglichkeit, die Freundschaft, die Zeitung, die Natur, die Polizei, die Politik, die Intonation, die Universität
De getallen: die Eins, die Zwei, die Drei, …

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Das (sachlich)
Veel onzijdige woorden in het Nederlands (het-woorden) zijn dat in het Duits ook: das Pferd, das Fenster, das Lied, das Spiel, das Lesen.

Woorden die eindigen op -chen en -lein: das Mädchen, das Märchen, das Büchlein

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lidwoorden in volgorde mannelijk-vrouwelijk - onzijdig - meervoud:
A
das, der, die, die
B
der, die, das, die
C
der, die, das, die
D
die, der, das, die

Slide 9 - Quizvraag

Man trägt oft Lederhosen auf dem Bierfest in München.
Wer trägt dann die Lederhosen?
Niveau 1 
Goede geslacht aanklikken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Junge
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Februar
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Katze
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hunden
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mädchen
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Freundschaft
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spiel
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lehrer
A
der
B
die
C
das
D
die

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Niveau 2 
Het Duitse lidwoord intypen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ergänze:
..... Freundinnen

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..... Toilette

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..... Herbst

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..... Aktion

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

..... Prüfung

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

.... Schüler

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je een der-Wort, die-Wort, das-Wort en die-Wort vervangen?
sie
er
es
sie
die (ev)
die (mv)
der
das

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feedback en feed-up!
Ik begrijp dit niet, ik heb hulp nodig
Ik begrijp dit een beetje, maar kan dit nog niet toepassen
Ik begrijp dit en kan dit redelijk toepassen
Ik weet dit, ik kan dit...ich bin superintelligent!

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je liever?
Een uitleg via Lesson-Up (zoals nu)
Een klassikale uitleg op het bord
Zelf oefenen met opdrachten (geen uitleg)

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Na dann mal los!
Buch Seite ...
 Aufgabe 20, 21, 22, 23, 24

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies