werkwoordspelling9
1 / 18
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Iedereen (praten, ovt) door elkaar.
Slide 2 - Open vraag
Deze chauffeur (rijden, ott) altijd om.
Slide 3 - Open vraag
Noor (appen, ovt) snel haar moeder.
Slide 4 - Open vraag
Mijn oom (barbecuen, ott) iedere zaterdag.
Slide 5 - Open vraag
Hij (pitchen, ovt) een geweldige presentatie.
Slide 6 - Open vraag
Als het bliksemt, (donderen, ott) het ook vaak.
Slide 7 - Open vraag
Alle buren (bonken, ovt) op de muren.
Slide 8 - Open vraag
Die docent (ontwikkelen, ott) zelf zijn toetsen.
Slide 9 - Open vraag
De rapper (freestylen, ovt) tot het feest was afgelopen.
Slide 10 - Open vraag
Met een 10 voor taal (belonen, ott) hij zichzelf voor al het oefenen.
Slide 11 - Open vraag
Je mag er vanuit gaan dat de docent de les goed heeft (voorbereiden vtt).
Slide 12 - Open vraag
Ik weet niet wat er (gebeuren ott) als je onvoldoende staat voor Nederlands.
Slide 13 - Open vraag
Wij (partycrashen, ovt met Oud en Nieuw ieder feestje in de buurt.
Slide 14 - Open vraag
Ik ben zo snel als ik kon naar school (racen, vtt).
Slide 15 - Open vraag
(vinden) je het goed als ik de trekker bestuur?
Slide 16 - Open vraag
Mijn vader (verbieden ott) het om alleen naar huis te fietsen.
Slide 17 - Open vraag
Jij (schakelen ott) moeiteloos om tijdens een gesprek.
