1.3 Hoe leefden jager-verzamelaars?

Leerdoel par 1.3
Ik kan uitleggen hoe de jager-verzamelaars leefden.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Leerdoel par 1.3
Ik kan uitleggen hoe de jager-verzamelaars leefden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wie leefden er rond 14.000 v. Chr. op de poolsteppe in Noordwest-Europa?
  • Rendierjagers=> Jagen op mammoeten, rendieren, paarden, wolharige neushoorns, beren, vogels, vis.
  • Wapens van (vuur)steen=> periode de steentijd
  • Ook botten, planten, hout gebruikt voor wapens en werktuigen.
  • Leven in kleine groepen (20 mensen)
  • Mannen jagen. Vrouwen verzamelen voedsel, maken tenten/kleding, zorgen voor kinderen en maken eten klaar.

Slide 3 - Tekstslide

  • Jagen-verzamelen is dat je leeft van de jacht op dieren en het verzamelen van voedsel en daarvoor een nomadisch bestaan had. (rondtrekken achter het voedsel aan zonder vaste woonplaats)
  • Het is een middel van bestaan= is waar je van leeft.

  • Als voedsel werd verzameld: bessen/vruchten, noten, knollen, wortels, paddenstoelen, eetbare planten.

Slide 4 - Tekstslide

  • Als wapens werden er gebruikt=> 
  • speren
  • messen
  • pijl en boog
  • bijl

  • Huiden werden gebruikt voor kleding en tenten. 
  • Botten werden gebruikt voor wapens en werktuigen.

Slide 5 - Tekstslide

  • Geen vaste woonplaats: nomaden
  • Trekken achter hun eten aan als er minder van is en door slechter weer.
  • Eenvoudige hutten, grotten en tenten om in te wonen.
  • Weinig bezittingen, want je moet alles zelf dragen.
  • Alleen mannen die goed konden jagen waren belangrijk in de groep=> hadden meer aanzien.

Slide 6 - Tekstslide

Einde ijstijd 10.000 v. Chr. en de gevolgen.
  • Temperatuur warmer=> IJS, steppen en toendra verdwenen, naaldbossen ontstaan
  • Mammoeten sterven uit, nieuwe dieren om op te jagen.
  • Reeën, beren, edelherten, oerossen, elanden, vis, vogels.
  • Moerassen aan de kusten=> boomstamkano's en fuiken om te vissen.
  • Jager-verzamelaars hoefden nu minder hun kampen te verplaatsen doordat er meer voedsel was.

Slide 7 - Tekstslide

Veranderingen voor de groepen jager-verzamelaars.
  • Groepsgrootte ging naar  20-50 mensen.
  • Contacten tussen verschillende groepen ontstonden door heel Europa.
  • De wapens en werktuigen in heel Europa lijken op elkaar en op dezelfde manier gemaakt=> uitwisseling van kennis, materialen en techniek.

Slide 8 - Tekstslide

wie leefde er rond 14.000 v. Chr op de poolsteppe?
A
cro-magnonmensen
B
rendierjagers

Slide 9 - Quizvraag

Waar jaagden rendierjagers op?
A
mammoeten, reuzenpanda, rendieren, olifanten.
B
mammoeten, rendieren, wolharige neushoorns, ezels.
C
mammoeten, rendieren, paarden, wolharige neushoorns.
D
mammoeten, rendieren, dinosaurus, wolharige neushoorn.

Slide 10 - Quizvraag

Deze periode waarin de wapens en werktuigen van hout, steen en bot noemen we de?
A
kopertijd
B
ijzertijd
C
houttijd
D
steentijd

Slide 11 - Quizvraag

Jager-verzamelaars leefden in kleine groepen, jaagden op paarden, wolharige neushoorns, vogels en vissen, verzamelden bessen, knollen, wortels. Hun wapens waren van bot, steen en hout. Vrouwen kookten, maakten kleding en verzorgden kinderen, mannen jaagden.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Nomaden zijn jager-verzamelaars die rondtrokken achter het voedsel aan.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

jager-verzamelaars hadden weinig bezittingen omdat je alles zelf moest kunnen dragen.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

aan het einde van de laatste ijstijd in 10.000 veranderd het klimaat, hoe?
A
ijs en steppen verdwenen, temperatuur steeg.
B
naaldbossen kwamen ipv de steppen en het ijs door hogere temperatuur.
C
naaldbossen kwamen, mammoeten bleven bestaan
D
naaldbossen kwamen, ijs verdween en steppeklimaat ontstond

Slide 15 - Quizvraag

door beter klimaat kregen jager-verzamelaars het beter hoe?
A
minder rondtrekken en evenveel voedsel
B
meer rondtrekken want er was meer voedsel
C
minder rondtrekken en meer voedsel
D
meer rondtrekken en minder voedsel

Slide 16 - Quizvraag

jager-verzamelaars wisselden door heel Europa kennis, technieken en materialen uit. Dat weten we door?
A
Overal werden dezelfde materialen gebruikt.
B
Er zijn materialen uit Oost-Europa in West-Europa gevonden.
C
Overal in Europa werden de werktuigen gevonden.
D
Wapens en werktuigen lijken op elkaar en zijn op dezelfde manier gemaakt.

Slide 17 - Quizvraag

Toetsvragen:
  1.  Leg uit wat we bedoelen met nomaden.
  2.  Leg uit waarom het leven van de jager-verzamelaars verbeterde na 10.000 voor Chr.
Vraag 1:
  1.  Nomaden zijn mensen die rondtrekken en niet op een vaste woonplaats wonen. 
  2. Nomaden zijn mensen die rondtrekken.
Vraag 2:
  1. Het werd warmer en er kwam meer voedsel.
  2.  De temperatuur steeg, steppe en ijs verdween en er kwamen meer dieren waardoor er meer voedsel kwam en de jager-verzamelaars langer op 1 plaats konden blijven wonen.


Slide 18 - Tekstslide

Beantwoord het leerdoel:Ik kan uitleggen hoe de jager-verzamelaars leefden.
Gebruik daarbij de rendierjagers, waarop zij jaagden, wat ze verzamelden, rolverdeling en groepsgrootte. Wat er na 10.000. v. Chr. veranderde in het klimaat en in het leven van de jager-verzamelaars.

Slide 19 - Open vraag