Thema 2 Voedsel

Thema 2 Voedsel
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 Voedsel

Slide 1 - Tekstslide

Klimaat en landschappen
Herhalen Blok 1

Slide 2 - Tekstslide

het weer = ?

Slide 3 - Woordweb

het klimaat = ?

Slide 4 - Woordweb

Weer & Klimaat

  • Wat is het verschil?
  • Klimaatgrafiek aflezen/tekenen 
  • Stand van de zon (waarom is het op de evenaar warm en op de polen koud?)
  • Waar is plantengroei van afhankelijk?

Slide 5 - Tekstslide

Wat meet je als je het weer wilt bepalen?
A
Warmte en de kou
B
Warmte, regen en wind
C
Hoeveel graden het is over lange tijd
D
Warmte en de temperatuur

Slide 6 - Quizvraag

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?
A
Je meet de warmte, neerslag en de wind
B
Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
C
Je meet het weer over lange tijd
D
Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

Slide 7 - Quizvraag

Landschapszones
Temperatuur en wind hebben veel invloed op de landschapszones.  Je kunt dus zeggen dat het klimaat de plantengroei (vegetatie) in een gebied bepaalt.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe herken je een klimaat?
- Je kijkt naar de plantengroei
- je kijkt naar de klimaatgrafiek

Het klimaat bepaalt grotendeels hoe het landschap eruit ziet
Even oefenen: je ziet steeds een foto met van  een landschap. Jij moet het klimaat bepalen.

Slide 9 - Tekstslide


A
Droog klimaat
B
Poolklimaat
C
Gematigd klimaat
D
Tropisch klimaat

Slide 10 - Quizvraag


A
Poolklimaat
B
Tropisch klimaat
C
Droog klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 11 - Quizvraag


A
Woestijn klimaat
B
Tropisch klimaat
C
Poolklimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 12 - Quizvraag


A
tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Pool klimaat
D
Gematigd klimaat

Slide 13 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Nederland?

Slide 14 - Open vraag

Je kan nu de klimaten met 
hun landschap te combineren.  

Maar weet je nu ook welke klimaten je tegenkomt van de evenaar naar de noord/zuidpool?

Slide 15 - Tekstslide

Noem de klimaten die je tegenkomt van de evenaar tot de noord/zuidpool

Slide 16 - Open vraag

Welke klimaten kennen we?
  • Tropisch Regenwoud
  • Savanne
  • Steppe
  • Woestijn
  • Gematigd klimaat (land of zee)
  • Toendra
  • Polen

Slide 17 - Tekstslide

Tropisch regenwoud

TEMPERATUUR: Hele jaar warm (geen seizoenen)
NEERSLAG: Veel regen

Wat vind je hier: Tropische regenwouden, hele jaar groen

Slide 18 - Tekstslide

Woestijn

TEMPERATUUR: Hele jaar warm (geen seizoenen)
NEERSLAG: Geen regen.

Wat vind je hier: Zand, bijna geen natuur

Slide 19 - Tekstslide

Steppe

TEMPERATUUR: Hele jaar warm (geen seizoenen)
NEERSLAG: Natte periode korter dan de droge periode

Wat vind je hier: Eigenlijk alleen een beetje gras

Slide 20 - Tekstslide

Savanne

TEMPERATUUR: Hele jaar warm (geen seizoenen)
NEERSLAG: Natte periode langer dan de droge periode

Wat vind je hier: Veel gras en een paar struiken en bomen
Veel ruimte, dus grote kuddes dieren

Slide 21 - Tekstslide

Loofbos
Naaldbos

Slide 22 - Tekstslide

Toendra


TEMPERATUUR: Zomer (< 10 graden) en winter (< -3 graden)
NEERSLAG: Het hele jaar door een beetje regen (soms sneeuw)


Wat vind je hier: een beetje gras, mos en een paar planten

Slide 23 - Tekstslide

Poolklimaat
Het Noordpoolgebied heeft een poolklimaat. 
Dit is het koudste klimaat. 
De winters zijn lang en koud (soms - 40 graden) en de zomers kort en koel.
In de zomer wordt het hier nooit warmer dan 10 graden.
Door de kou kunnen hierdoor alleen maar mossen groeien.

                                                                                               
                                                                                                                                                                                         

Slide 24 - Tekstslide

Klimaatgrafiek
Dit is een grafiek waarin je kunt aflezen welk klimaat een plaats of gebied heeft.

Oefenen: Rood (warmte) is de temperatuur en blauw (water) de neerslag. 

Slide 25 - Tekstslide


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 26 - Quizvraag


A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Poolklimaat

Slide 27 - Quizvraag

In welke klimaat kan je het beste landbouwen, denk je?
A
Tropisch klimaat
B
Droog klimaat
C
Gematigd klimaat
D
Pool klimaat

Slide 28 - Quizvraag

Jager-verzamelaars worden boeren
Ongeveer 10.000 jaar geleden ontdekten mensen hoe ze graan konden verbouwen. Het gevolg: Jager-verzamelaars werden boeren.

Een paar begrippen: 
Akkerbouw = gewassen verbouwen op akkers.
Veeteelt = houden en fokken van dieren.
Landbouw = akkerbouw + veeteelt.

Slide 29 - Tekstslide

De eerste mensen komen uit...
A
Europa
B
Azië
C
Afrika
D
Amerika

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video



Het gebied van de vruchtbare halve maan ligt in..

A
• Zuid-Europa
B
• Klein-Azië
C
• Het Midden-Oosten
D
• Afrika

Slide 33 - Quizvraag

De eerste boeren in Nederland
Rond 5000 v. Chr kwamen de eerste boeren in het zuiden van Nederland. 

Zij kozen voor gebieden vruchtbare grond.  Na een paar jaar werd de grond minder vruchtbaar en brandden de boeren nieuwe stukken bos af om daar akkers aan te leggen. 
De boeren hadden ook  water nodig voor de gewassen. 

Gevolg =>  In de buurt van de akkers en bij rivieren bouwden boeren dorpen.  

Deze eerste boeren deden aan akkerbouw en veeteelt. In Nederland onstond steeds meer een ingericht landschap

Slide 34 - Tekstslide

Inrichting

Om de weg te kunnen wijzen maak je gebruik van inrichtingselementen en natuurlijke elementen.


Inrichtingselementen zijn door mensen geplaatst, bijvoorbeeld een huis, of een brug. Natuurlijke elementen door de natuur ontstaan... De zee, een rivier, een heuvel....



Je kan uitleggen wat een ingericht landschap is en twee voorbeelden van inrichtingselementen noemen

Slide 35 - Tekstslide

Hoe noem je een landschap wel is aangepast door mensen
A
Natuurlandschap
B
Ingericht landschap

Slide 36 - Quizvraag

landbouw...
Welke 'optelsom' is juist over landbouw?
A
akkerbouw + landbouw = veeteelt
B
landbouw + veeteelt = akkerbouw
C
veeteelt + akkerbouw = landbouw
D
akkerbouw + jagen en verzamelen = landbouw

Slide 37 - Quizvraag

Hunebedden 
Rond 3400 v. Chr leeft de het Trechterbekervolk in Drenthe.
Zij deden aan akkerbouw en veeteelt. 

Dit volk begroef hun  doden in hunebedden: grote grafkelders die ze bouwden van grote, zware keien. 
Deze keien waren hier tijdens de ijstijd in terecht gekomen.


Hunebedden zijn een belangrijke (ongeschreven) bron uit deze periode. 

Slide 38 - Tekstslide

Egypte
Egypte is één van de oudste beschavingen. Het ontstond ruim 5000 jaar geleden aan de oevers van een rivier.

Slide 39 - Tekstslide

De Nijl, langste rivier.
Egypte ligt in het noorden van Afrika.
Droog en warm land
Dwars door de woestijn stroomt de Nijl.
Langs de Nijl zag het leven er heel anders uit. 

Slide 40 - Tekstslide

De Nijl

1. Overstroming Nijl
2. Zaaien van gewassen
3. Oogsten van gewassen

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Vruchtbare grond
Rond 5500 v. Chr. ontstaan boerderijtjes langs de Nijl.

Na overstroming laat Nijl vruchtbare modder achter = slib.
Deze vruchtbaar laag zorgt voor goede landbouw.
Geschenk van de Nijl

Slide 43 - Tekstslide

Specialisatie
Niet iedereen hoefde meer boer te zijn --> specialisatie

Ambtenaren organiseerden samenlevingsregels

Ontstaan hïerogliefenschrift

Slide 44 - Tekstslide

Specialisatie van beroepen.

Slide 45 - Tekstslide

Hoe werd de koning van Egypte ook genoemd?
A
keizer
B
tsaar
C
mandarijn
D
farao

Slide 46 - Quizvraag

Aswandam in de NIJL

Slide 47 - Tekstslide

De Aswan Dam
Noteer een groot voordeel
en een groot nadeel van het
gebruik van de Aswan Dam
voor Egypte.

Slide 48 - Tekstslide