H5 Erfelijkheid en evolutie



H5 Erfelijkheid en evolutie
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 400 min

Onderdelen in deze les



H5 Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Lesdoelen
  • Je kan uitleggen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten
  • Je kan omschrijven wat het genotype en wat het fenotype zijn 

Slide 3 - Tekstslide

Eigenschappen

Slide 4 - Woordweb

erfelijke eigenschappen

Slide 5 - Woordweb

DNA 
Cel
celkern
chromosomen
DNA 

In elke cel: 
hetzelfde DNA

Slide 6 - Tekstslide

Fenotype
Fenotype=het uiterlijk van een orgamisme

Slide 7 - Tekstslide

Genotype en fenotype
Genotype

Fenotype


Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag! 
maak de opdrachten van 5.1
blz 83-87

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf een begrip op dat je vandaag geleerd hebt en de betekenis ervan

Slide 10 - Open vraag

Welk begrip vind je nog lastig?

Slide 11 - Open vraag

Wat zou je nog willen weten?

Slide 12 - Open vraag

Goedemorgen!

Slide 13 - Tekstslide

waarover ging je huiswerk en de vorige les?

Slide 14 - Woordweb

Deze les leer je
Dat er 46 choromosomen in elke lichaamscel zitten
Dat je 23 chromosomen van je moeder krijgt
En dat je er 23 van je vader krijgt
In geslachtscellen zitten 23 chromosomen 

Slide 15 - Tekstslide

Aflevering 1 en 2 Moord in de villa

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Dit zijn de 46 chromosomen van een mens

  • Zo'n plaatje noemen w e chromosomenportret
  • Mensen hebben 23 paren chromosomen
  • Total 46 chromosomen
  • In een eicel of zaadcel komt van elk chromosoom er 1 terecht 
  • Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.

Slide 19 - Tekstslide

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.


Die bevruchte cel deelt > alle lichaamscellen (behalve de geslachtscellen) hebben 46 chromosomen




Slide 20 - Tekstslide

In dit plaatje zie je genen

Een gen is een code voor een eigenschap
Door de combinatie van het genotype dat je van je vader krijgt en die van je moeder krijg je jouw fenotype 
Genenpaar: 2 gelijke genen
Homozygoot

1
Genenpaar: 2 ongelijke genen
heterozygoot
2
Genenpaar: 2 gelijke genen
Homozygoot

3
Genenpaar: 2 ongelijke genen
Heterozygoot
4
Genenpaar: 2 gelijke genen
Homozygoot
5

Slide 21 - Tekstslide

Genenparen

Slide 22 - Tekstslide

huiswerk
Maak thema 5.2 op je chromebook

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag doen we het volgende
5.3.4 Je kunt omschrijven dat door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
5.3.5 Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

Slide 24 - Tekstslide

aflevering 3 en 4 moord in de villa

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Waarom ziet iedereen er verschillend uit? 

Slide 28 - Tekstslide

Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde genotype






Maar... Frank en Ronald zijn anders dan hun ouders! 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Genetische variatie 
De combinatie van erfelijke eigenschappen is bij elke persoon anders
Hier is geslachtelijke voortplanting voor nodig 

Geen genetische variatie
Klonen, alle nakomelingen zijn hetzelfde 



Slide 31 - Tekstslide

Hoe komen we nou aan al die variatie? 

Slide 32 - Tekstslide

Wat is muteren als we het over DNA hebben?

Slide 33 - Open vraag

Sommige mutaties ontstaan spontaan

Slide 34 - Tekstslide

Mutagene invloeden kunnen voor
mutaties in het dan zorgen. 
Zo kunnen ze kanker veroorzaken

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Schrijf een begrip op dat je vandaag geleerd hebt en de betekenis ervan

Slide 38 - Open vraag

Welk begrip vind je nog lastig?

Slide 39 - Open vraag

Wat zou je nog willen weten?

Slide 40 - Open vraag


Slide 41 - Open vraag