Thema 1: planten, plantaardige cel, weefsels, organen en fotosynthese
1 / 37
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke organen heeft een plant?
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
Welke twee typen vaten zijn belangrijk voor het transport in de plant?
A
Houtvaten en vaatbundels
B
Alleen Vaatbundels
C
Haarvaten en houtvaten
D
Bastvaten en houtvaten
Slide 14 - Quizvraag
Waar zitten de huidmondjes meetal?
A
Op de bovenkant van een blad
B
Op de onderkant van een blad
C
Op de stengel
D
In de wortels
Slide 15 - Quizvraag
aan de bovenkant
van de bladeren naar de rest van de plant
aan de binnekant
aan de binnenkant
water en mineralen
Houtvat ligt aan de .... van de stengels
Houtvat ligt aan de ... van een bladnerf
Houtvat ligt aan de ... van een stam van een boom
Houtvat transportteert
In een houtvat gaat het transport richting
Slide 16 - Sleepvraag
Slide 17 - Tekstslide
Fotosynthese: Waar in een plant vindt fotosynthese plaats?
Slide 18 - Open vraag
Fotosynthese: welke 3 'dingen' zijn er nodig voor de fotosynthese?
Slide 19 - Open vraag
Fotosynthese: welke stoffen ontstaan door fotosynthese?
Slide 20 - Open vraag
Wat is de definitie van een orgaan?
Slide 21 - Open vraag
Fotosynthese: vindt er fotosynthese plaats in het onbedekte blad? (De plant staat in het licht.)
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Met welk onderdeel van het blad regelt de plant de wisseling van gassen en de verdamping van water?
A
Opperhuid
B
De hele plant
C
De huidmondjes
D
Het blad
Slide 23 - Quizvraag
Dit is een schematische tekening van een plantencel. Hoe heet onderdeel 2 ?
A
celwand
B
cytoplasma
C
vacuole
D
celkern
Slide 24 - Quizvraag
De plantencel is stevig door
A
de celmembraan
B
de celwand
C
de vacuole
D
de celwand en vacuole
Slide 25 - Quizvraag
Een plantencel heeft een celkern
A
Waar
B
Niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Wat is onderdeel A van de plantencel?
A
De celkern
B
Het celmembraan
C
De celwand
D
Vacuole
Slide 27 - Quizvraag
Een plantencel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Glucose wordt gemaakt in de ..... van een plantencel
A
Cytoplasma
B
Celkern
C
Vacuole
D
Bloedgroenkorrels
Slide 29 - Quizvraag
Dit is een schematische tekening van een plantencel. Hoe heet onderdeel 4 ?
A
celwand
B
cytoplasma
C
vacuole
D
celkern
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Bastvaten
Houtvaten
Opperhuid
Slide 32 - Sleepvraag
12 .Hoe heet het onderdeel waarin transport plaats vindt in een plant
A
vaatbuisjes
B
vaatbundels
C
Haarvaten
Slide 33 - Quizvraag
Vaatbundels lopen door
A
de stengels
B
de wortels
C
de bladeren
D
door A, B en C
Slide 34 - Quizvraag
Vaatbundels vormen de nerven van een blad.
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Wat is de functie van vaatbundels?
A
Transport van water en voedingsstoffen
B
Vaatbundels geven kleur aan de plant
C
Fotosynthese
D
Opslaan van reservevoedsel
Slide 36 - Quizvraag
Over welk onderwerp binnen het thema planten zou jij extra instructie willen?
