Module werknemerschap_ Les 2_ Ethiek

Ethiek
Ethische dilemma's
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EthiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ethiek
Ethische dilemma's

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Aanwezigheid
Leerdoelen 
Terugblik Quiz
Professionale autonomie
Ethisch handelen
Aan de slag 
Afronding + huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen van de les
herken je waarden en normen in een case
leg je aan de hand van een voorbeeld uit waar discretionaire ruimte is

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik Quiz

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent waarden als we het over normen en waarden hebben?
A
Zaken die belangrijk zijn.
B
Opvatting over wenselijk gedrag.
C
De kosten voor een bepaald product.
D
Opstaan voor ouderen.

Slide 5 - Quizvraag

Je hoort vaak over normen en waarden.
Wat zijn NORMEN?
A
Regels die de regering heeft bedacht.
B
Ongeschreven regels over hoe je jezelf hoort te gedragen.
C
Dingen die je belangrijk vindt als persoon of als groep.
D
Dingen die je in je leven een keer gedaan moet hebben.

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer je een waarde belangrijker vindt dan een andere waarde, dan heb je:
A
een probleem
B
Niets aan de hand
C
een ethisch dilemma

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ethisch dilemma?
A
Een situatie waarbij iemand verschillende keuzes tot handelen heeft die altijd verschillende waarden bevat.
B
Een situatie waarbij onwenselijke situaties zorgen voor verschillende meningen.
C
Een situatie waarbij iemand een andere mening heeft waardoor er een ruzie ontstaat.
D
Een situatie waarbij iemand maar één keuze tot handelen had, met een onderliggende waarde.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een beroepscode?
A
Eigenschappen en gedrag waarover iemand dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen
B
Een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsbeoefening belangrijk vinden
C
Het geheel van waarden en normen die een beroepsbeoefenaar helpen te bepalen wat hij wel en niet moet doen
D
Beroepshoudingsaspect dat duidt op betrouwbaarheid van binnenuit

Slide 9 - Quizvraag

Professionele autonomie 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is dat?

Slide 11 - Woordweb

Professionele autonomie
Professionele autonomie is het zorgvuldig en verantwoord omgaan . Je weegt steeds weer bewust af: hoe blijf ik binnen de kaders én sluit ik aan bij wat de situatie vraagt? Je keuzes daarbij moet je kunnen verantwoorden aan:

- jezelf
- de cliënt
- collega's
- de organisatie
 - de samenleving.

Slide 12 - Tekstslide

Ethisch handelen
Ethisch handelen betekent dat je niet alleen je werk goed doet, maar in je werk ook het goede doet!

3 niveaus:
microniveau: bij jezelf
mesoniveau: in kleinere groepen
macroniveau: op samenlevingsniveau.

Slide 13 - Tekstslide

Microniveau - bij jezelf
Op microniveau gaat het om je eigen waarden en normen. Om het luisteren naar je geweten, naar je hart. 

Stel dat een cliënt vertelt een eind te willen maken aan zijn leven. Of abortus wil plegen. Of weg wil gaan bij zijn kinderen. Of jou een hand wil geven terwijl dat strijdig is met de religieuze voorschriften die je wilt volgen. 

Er zijn allerlei situaties waarin je als begeleider in een persoonlijk gewetensconflict kunt komen. De vraag is dan, hoe ga je daarmee om? Houd je vast aan je eigen behoeften, normen en waarden of ga je mee in wat de cliënt van je vraagt?

Slide 14 - Tekstslide

Op mesoniveau - in kleine groepen
Op mesoniveau gaat het om de waarden en normen in groepen zoals je familie, collega's of de organisatie. 
 Stel dat je op een afdeling werkt waar maar heel weinig aandacht aan de cliënten wordt gegeven. De sociale norm is om papierwerk te doen en met elkaar te praten, en maar minimaal aandacht te geven aan de cliënten. Op een dag vraagt een cliënt of je tijd hebt voor een wandeling. Misschien zou je dat best fijn vinden om te doen! Maar wat als je collega's het raar vinden? Zij doen zoiets tenslotte ook niet. De vraag is dan of je trouw bent aan wat je zelf goed vindt om te doen, of je aanpast aan de sociale norm. De vraag is dan, naar wie luister je, aan wie pas je je aan? Soms lukt het om er samen uit te komen en een oplossing te vinden die voor alle partijen goed is. Maar misschien niet altijd.

Slide 15 - Tekstslide

Op macroniveau - de samenleving
Op macroniveau gaat het om de waarden en normen in de samenleving. Een voorbeeld is wanneer je werkt met mensen aan de rand van de samenleving. Zoals mensen zonder vaste woon- en verblijfplaats. Zij kunnen vaak niet de sociale regels volgen die in de rest van de samenleving normaal (de norm) zijn. Is het dan goed om hen te helpen zich zo veel mogelijk aan te passen, of juist om hun keuze te respecteren? Misschien wordt die persoon daar gelukkiger van maar misschien ook niet. Het meedoen in de samenleving ondersteunen is een van de doelen van maatschappelijke zorg. Maar autonomie is ook een belangrijke kernwaarde. In hoeverre zou je de vrijheid om anders te zijn juist moeten respecteren?

Slide 16 - Tekstslide

Belangrijk voor de eindopdracht - onderdeel 3 Ethiek
Geef in eigen woorden aan op welke 3 niveaus we kijken bij een ethisch dilemma. Leg uit wat deze 3 niveaus inhouden. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag 
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's
Hoofdstuk 4: Weten en begrijpen 
Opdracht 5
+
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's
Hoofdstuk 5 Analyseren en toepassen
Opdracht 6 en opdracht 7




Slide 18 - Tekstslide

Afronding en huiswerk
Huiswerk: 
Opgegeven opdrachten ( 5, 6 en 7)

Lezen: 
Boek: Professional Maatschappelijke zorg
Thema 10: Omgaan met dilemma's
10.5 onderzoeken beroepshouding + 
10.6 Verdieping in de praktijk 

Slide 19 - Tekstslide