Hfdst. 5.3 lezen les 3 online

Hfdst. 5.3 lezen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hfdst. 5.3 lezen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Les 1: Herhaling woordsoorten en uitleg hfdst. 5.3 en maken opdrachten 2, 3 en 4.
  • Les 2: Herhaling woordsoorten en herhaling paragraaf 5.3 en zelfstandig werken (opdr. 5 t/m 13
  • Les 3: Herhaling woordsoorten en hfdst 5.3 en zelfstandig werken; opdr. 15 t/m 19

  •  Leesboek kiezen en deze ook echt lezen!!!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik weet welke signaalwoorden voor het redengevend tekstverband  er zijn. 
  2. Ik kan de signaalwoorden voor het redengevend tekstverband in een tekst herkennen. 
  3. Ik weet wat een kernzin is en ik kan hem herkennen in een alinea.
  4. Ik kan een samenvatting maken met de kernzinnen. 

Slide 3 - Tekstslide

Woordsoorten

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb een boterham gegeten
Wat is het hww en wat is het zww?

Slide 5 - Open vraag

In welke zin vind je de belangrijkste informatie.
Wat is in bovenstaande zin het vragend voornaamwoord?

Slide 6 - Open vraag

Wat vind je erger: honger of kou?
Wat is in bovenstaande zin het vragend voornaamwoord?

Slide 7 - Open vraag

    Begrijpend lezen

Slide 8 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 9 - Tekstslide

Welke 4 manieren
van lezen ken je?

Slide 10 - Woordweb

In welke zin vind je de belangrijkste informatie van een alinea?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
boswachter Richard
B
overnachten in het bos
C
zwervers in het bos

Slide 13 - Quizvraag

Welke 3 signaalwoorden staan in bovenstaande tekst?

Slide 14 - Tekstslide

Welke 3 signaalwoorden staan er in de tekst?
A
ons, omdat, waar
B
omdat, maar, waar
C
omdat, maar, omdat
D
in, van, op

Slide 15 - Quizvraag

'Omdat' is een redengevend signaalwoord
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Waarom kan het slim zijn om alleen de inleiding en het slot van een tekst te lezen?

Slide 19 - Open vraag

Uit welke tekstgedeelten bestaat een tekst in elk geval?
A
inleiding, kern, slot
B
inleiding en kern
C
inleiding en slot
D
kern en slot

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk
Maken hfdst. 5.3 opdracht 6 t/m 11

Lees in je leesboek! 
Minimaal 10 blz. per dag! Meer mag altijd.

Slide 21 - Tekstslide