Naamwoordelijk gezegde

Grammatica
Naamwoordelijk gezegde
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Grammatica
Naamwoordelijk gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Mijn vader wordt politieagent.
Is politieagent een eigenschap van vader en is worden een kww?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quizvraag

Mijn vader wordt politieagent
(pv) + [ng]
A
(wordt) [politieagent]
B
(wordt) [mijn vader]

Slide 3 - Quizvraag

Het eten blijkt lekker.
schrijf op: (pv) + [ng]
A
(blijkt) [het eten]
B
(blijkt) [lekker]

Slide 4 - Quizvraag

Een 5,5 blijkt een onvoldoende te zijn.
(pv) + [ng] + {wg}
A
(blijkt) [een onvoldoende te zijn]
B
(blijkt) [een onvoldoende] {te zijn}

Slide 5 - Quizvraag

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
blijft =
A
ng
B
pv
C
wg
D
ow

Slide 6 - Quizvraag

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
Daniëlle =
A
ng
B
pv
C
wg
D
ow

Slide 7 - Quizvraag

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
klein =
A
ng
B
pv
C
wg
D
ow

Slide 8 - Quizvraag

Voor haar leeftijd blijft Daniëlle klein.
Voor haar leeftijd =
A
ng
B
bwb
C
lv
D
mv

Slide 9 - Quizvraag

Na die nederlaag leken de volleybalsters ontroostbaar.
leken =
A
ng
B
pv
C
wg
D
ow

Slide 10 - Quizvraag

Na die nederlaag leken de volleybalsters ontroostbaar.
de volleybalsters =
A
ng
B
pv
C
wg
D
ow

Slide 11 - Quizvraag

Na die nederlaag leken de volleybalsters ontroostbaar.
ontroostbaar =
A
ng
B
lv
C
wg
D
ow

Slide 12 - Quizvraag

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
Zij =
A
pv
B
ow
C
wg
D
ng

Slide 13 - Quizvraag

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
is =
A
pv
B
ow
C
wg
D
ng

Slide 14 - Quizvraag

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
geweest =
A
pv
B
ow
C
wg
D
ng

Slide 15 - Quizvraag

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
een uitstekende schaatster =
A
lv
B
ow
C
wg
D
ng

Slide 16 - Quizvraag

Zij is vroeger een uitstekende schaatsster geweest.
vroeger =
A
lv
B
mw
C
bwb
D
ng

Slide 17 - Quizvraag

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
pv =
A
hij
B
is
C
geworden
D
uiteindelijk

Slide 18 - Quizvraag

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
ow =
A
hij
B
is
C
geworden
D
uiteindelijk

Slide 19 - Quizvraag

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
wg =
A
hij
B
uiteindelijk
C
geworden
D
volwassen

Slide 20 - Quizvraag

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
ng =
A
hij
B
is
C
geworden
D
uiteindelijk

Slide 21 - Quizvraag

Uiteindelijk is hij volwassen geworden.
bwb =
A
hij
B
is
C
geworden
D
uiteindelijk

Slide 22 - Quizvraag