fictie hoofdstuk 2.1

Doel
Kunnen uitleggen wat sympathiek en antipathiek is
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doel
Kunnen uitleggen wat sympathiek en antipathiek is

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning

Start

  • herhalen

Kern

  • Karaktereigenschappen
  • Sympathiek/antipathiek

Afsluiting
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Onder welk genre (fictie/non-fictie)valt deze film? Leg je antwoord kort uit.

Slide 4 - Open vraag

Noem een boek dat valt onder fictie en een boek dat valt onder non-fictie.

Slide 5 - Open vraag

Hoofdpersonen en bijpersonen

Slide 6 - Woordweb

Hoofdpersonen /round character
Over HOOFDPERSONEN / ROUND CHARACTER  krijg je veel informatie en daardoor leer je hem in de loop van het boek goed kennen:
  • Wat denkt en voelt hij
  • Wat zijn zijn karaktereigenschappen? ( bijvoorbeeld: driftig, verlegen, zelfverzekerd, gesloten, nieuwsgierig of egoïstisch )
  • Wat is zijn uiterlijk?
  • Wat zijn zijn leefomstandigheden?

BIJPERSONEN zijn minder belangrijk en je komt maar weinig over hen te weten, je krijgt weinig informatie. Dit noem je een FLAT CHARACTER

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Sympathiek en Antipathiek
Wanneer je een boek leest of een film kijkt, ga je personages aardig vinden. je gaat ze SYMPATHIEK vinden.

Soms kan een schrijver ervoor zorgen dat je een hekel aan de personages krijgt. Je gaat ze dan ANTIPATHIEK vinden.

Doordat je leest wat de hoofdpersoon denkt en voelt, ga je met hem meeleven. Je vindt hem dat bijna altijd SYMPATHIEK, ook al verdiend hij dat niet.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag

Maak de volgende opdrachten van hoofdstuk 2.1, online op de site van Talent:

Opdracht 3,4,5,7 ( je mag je telefoon voor opdracht 5 gebruiken) ( blz. 54 t/m 56)


Fictietaak: opdracht c ( blz. 57)



Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting


Doel: Wie kan uitleggen wat sympathiek en antipathiek is?



Slide 11 - Tekstslide