Voortplanting
1 / 17
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Voortplanting
mens
mens
Slide 3 - Woordweb
Voortplanting
plant
plant
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Welk onderdeel van de bloem wordt beschreven?
Bovenste gedeelte van de helmdraad waar stuifmeel gevormd wordt.
Bovenste gedeelte van de helmdraad waar stuifmeel gevormd wordt.
A
Stempel
B
Stijl
C
Helmknop
Slide 6 - Quizvraag
Welk onderdeel van de bloem wordt beschreven?
Deel van de stamper tussen het vruchtbeginsel en de stempel.
Deel van de stamper tussen het vruchtbeginsel en de stempel.
A
Stijl
B
Zaadknop
C
Bloembodem
Slide 7 - Quizvraag
Welk onderdeel van de bloem wordt beschreven?
In dit onderdeel bevindt zich de eicel.
In dit onderdeel bevindt zich de eicel.
A
Stijl
B
Zaadbeginsel
C
Vruchtbeginsel
Slide 8 - Quizvraag
Met welk nummer wordt kruisbestuiving aangegeven?
A
1&3
B
2
Slide 9 - Quizvraag
In welke regel staan de gebeurtenissen in de juiste volgorde?
A
bestuiving - groei stuifmeelbuis - bevruchting - ontstaan zaad
B
bevruchting - groei stuifmeelbuis - bestuiving - ontstaan zaad
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
De beweringen worden gedaan over de bevruchting.
Welke bewering is onjuist?
Welke bewering is onjuist?
A
A De eicel wordt bevrucht in de eileider.
B
B Er kan maar één zaadcel met een eicel versmelten.
C
C Na de bevruchting spreek je over een zygote.
D
D De bevruchting vindt plaats in de baarmoeder.
Slide 12 - Quizvraag
Het bloed van de moeder blijft gescheiden van het bloed van de foetus.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Een eicel vormt een ondoordringbare laag wanneer de kop van een zaadcel binnendringt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Tweelingen kunnen eeneiig en twee-eiig zijn.
Waaruit is een eeneiig tweeling ontstaan?
Waaruit is een eeneiig tweeling ontstaan?
A
Twee eicellen en twee zaadcellen.
B
Een eicel en een zaadcel.
C
Een eicel en twee zaadcellen.
