In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
485 tm 495
focus op grammatica: werkwoord
Slide 1 - Tekstslide
bekijk de werkwoorden goed
485 Ἀλλ’ ἐπεὶ ἐφράσθης καί τοι θεὸς ἔμβαλε θυμῷ,
σίγα, μή τίς τ’ ἄλλος ἐνὶ μεγάροισι πύθηται.
Ὧδε γὰρ ἐξερέω, καὶ μὴν τετελεσμένον ἔσται·
Slide 2 - Tekstslide
benoem σίγα
Slide 3 - Open vraag
πύθηται.
A
praesens ind
B
pr coni
C
aor. ind
D
aor coni
Slide 4 - Quizvraag
benoem ἐξερέω
Slide 5 - Open vraag
ἔσται·
A
praesens
B
imperf
C
aor
D
fut
Slide 6 - Quizvraag
Maar aangezien jij (het) gemerkt hebt en een god het in je hart heeft geworpen, zwijg, uit angst dat iemand anders in het paleis het verneemt. Want ik zal het je zo/als volgt (duidelijk) zeggen, en het zal zeker vervuld zijn
Slide 7 - Tekstslide
maak vraag 4 p. 130
Slide 8 - Open vraag
deze tekst
ik had het goed
hmm ik had het niet goed maar ik snap het nu
ik heb nog een vraag
Slide 9 - Poll
bekijk de werkwoorden
εἴ χ’ ὑπ’ ἐμοί γε θεὸς δαμάσῃ μνηστῆρας ἀγαυούς,
οὐδὲ τροφοῦ οὔσης σεῦ ἀφέξομαι, ὁππότ’ ἂν ἄλλας
490 δμῳὰς ἐν μεγάροισιν ἐμοῖς κτείνωμι γυναῖκας.”
Slide 10 - Tekstslide
benoem δαμάσῃ
Slide 11 - Open vraag
ἀφέξομαι
A
praesens
B
imperf
C
aor
D
fut
Slide 12 - Quizvraag
benoem κτείνωμι
Slide 13 - Open vraag
als een god door toedoen van mij (althans) de fiere vrijers zal doden, zal ik ook/zelfs jou niet sparen, hoewel je mijn voedster bent, wanneer ik deandere 490 slavinnen zal doden in mijn paleis.’
Slide 14 - Tekstslide
deze tekst
ik had het goed
hmm ik had het niet goed maar ik snap het nu
ik heb nog een vraag
Slide 15 - Poll
maak vraag 5 p.130
Slide 16 - Open vraag
maak vraag 6 p.130
Slide 17 - Open vraag
Τὸν δ’ αὖτε προσέειπε περίφρων Εὐρύκλεια·
“Τέκνον ἐμόν, ποῖόν σε ἔπος φύγεν ἕρκος ὀδόντων.
Οἶσθα μὲν οἷον ἐμὸν μένος ἔμπεδον οὐδ’ ἐπιεικτόν,
ἕξω δ’ ὡς ὅτε τις στερεὴ λίθος ἠὲ σίδηρος.
Slide 18 - Tekstslide
προσέειπε
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
futurum
Slide 19 - Quizvraag
φύγεν
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
futurum
Slide 20 - Quizvraag
Οἶσθα
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
perfectum
Slide 21 - Quizvraag
ἕξω
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
futurum
Slide 22 - Quizvraag
En tot hem op haar beurt sprak de zeer verstandige Euryclea: ‘Mijn kind, wat voor een woord ontvluchtte jou je haag der tanden. Je weet hoe mijn wilskracht onwrikbaar en onverzettelijk is, en ik zal volhouden zoals wanneer/alsof ik was een of andere harde steen of ijzer.