Burgers en stoommachines les 3

Burgers en stoommachines

De Sociale Kwestie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines

De Sociale Kwestie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

antwoorden 5.1 deel B
1. 
a. bevolkingsgroei levert arbeidskrachten voor fabrieken en consumenten voor producten
b. industrie zorgt voor werk en geld levensonderhoud waardoor bevolking groeit
c. werkloze boeren zoeken werk in fabrieken, waardoor rond fabrieken steden ontstaan


2. De Burgerij leverden de meeste ondernemers en kregen steeds meer invloed op de maatschappij.
3. Voor de industrialisatie kenden bazen en knechten elkaar. Daarna werd de verhouding onpersoonlijk.
4. Concurreren met nieuwe producten, arbeiders hard laten werken, lonen laag houden.

Slide 3 - Tekstslide

tot nu toe...
agrarische revolutie
bevolkingsgroei
industriële revolutie
verstedelijking
transportrevolutie

Slide 4 - Tekstslide

intro: filmfragment Daens
in het fragment zie je een commissie (zij spreken frans).
die komen kijken wat de werkomstandigheden zijn in de textiel fabriek.

Slide 5 - Tekstslide

Vragen over de film Daens.
Neem over in je schrift en beantwoord tijdens het kijken:

1. Waarom sluit de fabrieksbaas de kinderen op?
2. Vind je dat de commissie haar werk serieus neemt? Waar zie je dat aan?
3. Waarom doen kinderen dit soort werk in de fabriek?    


Slide 6 - Tekstslide

5

Slide 7 - Video

Lees 5.2 deel A
  • Schrijf de onderstaande essentiële vragen over in je schrift en laat voldoende ruimte om ook een antwoord op te schrijven:
  • 1. Waarom werd kinderarbeid in de tweede helft van de 19e eeuw steeds minder normaal gevonden?

  • 2. Leg uit waarom de Kinderwet van Van Houten alleen kinderarbeid in fabrieken verbood.

  • 3. Waarom nam de kinderarbeid aan het einde van de 19e eeuw steeds meer af? Noem drie oorzaken. 

Slide 8 - Tekstslide

antwoorden
  • 1. Het werk in de fabrieken riep meer verontwaardiging op omdat het erg ongezond was en er akelige ongelukken gebeurden. 

  • 2. De meeste volksvertegenwoordigers vonden dat kinderarbeid thuis en op het land nodig was en niet ongezond.

  • 3. de lonen stegen waardoor het loon van de kinderen niet meer nodig was / machines namen het werk over in de landbouw / onderwijs werd steeds meer gezien als een voorwaarde om mee te kunnen draaien in de maatschappij.

Slide 9 - Tekstslide

Wat doet deze man?

Slide 10 - Open vraag

De man die de kinderen opsloot blijkt de opzichter te zijn. Hij moet in de gaten houden dat iedereen hard blijft werken in de fabriek. De fabriek wordt bezocht door inspecteurs. Leg nu uit waarom de opzichter in het begin de kinderen opsloot?

Slide 11 - Open vraag

Waarom wil de opzichter niet hebben dat één van de arbeiders de inspecteur meeneemt naar het toilet?

Slide 12 - Open vraag

Waardoor had het kind niet door dat de machine terugkwam?

Slide 13 - Open vraag

De arbeiders gaan hier
A
Rellen
B
protesteren
C
demonstreren
D
staken

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat zie je in de spotprent?

Slide 16 - Open vraag

Wat wil de tekenaar hiermee zeggen?

Slide 17 - Open vraag

Eind 19e eeuw (tussen 1850 - 1900)
  • Pas aan het eind van de 19e eeuw kregen arbeiders het wat beter
  • Arbeiders gingen zich verenigen in vakbonden
  • Arbeiders gingen samen staken voor betere werkomstandigheden
  • Overheid zorgde voor waterleidingen en rioleringen
  • Overheid zorgde voor sociale wetten
  • Beter onderwijs  voor arbeiderskinderen

Slide 18 - Tekstslide

Kinderwetje van Van Houten
  • 1874: deze sociale wet verbiedt kinderarbeid in fabrieken tot 12 jaar 
  •  1901: alle kinderen van 7 tot 12 jaar moeten naar school (= leerplicht)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

opdracht
Neem de onderstaande vraag over, overleg met je klasgenoot over het antwoord en schrijf dit dan op.

De meeste informatie die we hebben over de slechte arbeidsomstandigheden in fabrieken komen uit officiële onderzoeken van de overheid uit die tijd. Waarom hebben we veel minder dagboeken en brieven van arbeiders zélf waar we informatie uit kunnen halen?

Slide 21 - Tekstslide

antwoord
- de meeste arbeiders konden niet lezen of schrijven

-naar de mening van arbeiders werd, behalve in officiële onderzoeken, niet gevraagd door de heersende klasse (de hoge burgerij)

Slide 22 - Tekstslide