3vwo - spelling herhalen

Welkom
-plannen periode 3:
proefwerk Lezen 1-4 maandag 1 februari

-werk per week inplannen,  je kunt ook de lessen volgen, klassikale behandeling
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
-plannen periode 3:
proefwerk Lezen 1-4 maandag 1 februari

-werk per week inplannen,  je kunt ook de lessen volgen, klassikale behandeling

Slide 1 - Tekstslide

Spelling!

Slide 2 - Tekstslide

Spelling!

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling spelling 1: homofonen
Woorden die je anders schrijft, maar die wel hetzelfde klinken. 

Voorbeeld = hard en hart

Homofonen hebben verschillende betekenissen, dus het is belangrijk dat je de goede spelling gebruikt. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het meervoud van
kaas?
A
kaazen
B
kazen
C
kasen
D
kaas heeft geen meervoud

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van vee?
A
veeën
B
vee heeft geen meervoud
C
vee
D
vee heeft alleen een meervoud

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
kip?
A
kippen
B
kipen
C
kipjes
D
kippetjes

Slide 16 - Quizvraag

Waar ligt de klemtoon bij
genie?
A
ge
B
nie
C
genie heeft geen klemtoon

Slide 17 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
genie?

Slide 18 - Open vraag

Waar ligt de klemtoon bij
melodie?
A
me
B
lo
C
die
D
melodie heeft geen klemtoon

Slide 19 - Quizvraag

Hoe schrijf je het meervoud van
ceremonie?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het meervoud van
panty?
A
Panties
B
Pantis
C
Pantieën
D
Panty's

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het meervoud van piano?
A
Pianoën
B
Pianos
C
Piano's
D
Pianoos

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
groente?
A
Groentes
B
heeft geen meervoud
C
Groenten en Groentes
D
Groenten

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
collega?
A
Collegiën
B
Collegas
C
Collegaas
D
Collega's

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het meervoud van
horloge?
A
Horloges
B
Horlogen
C
Horlogiën
D
Horloge's

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het meervoud van zee?
A
zeeën
B
zeën
C
zees
D
heeft geen meervoud

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het meervoud van fotograaf?
A
fotograven
B
fotografen
C
fotograaven
D
fotograafen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het meervoud van bureau?
A
bureaus
B
bureau's

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het meervoud van lolly?
A
lollies
B
lolly's

Slide 29 - Quizvraag

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboy's
B
cowboys

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het meervoud van ski?
A
SKIËN
B
SKI'S
C
skis

Slide 31 - Quizvraag

Afronding
-volgende week: verder werken met Spelling
-voorbereiden pw Lezen
-introductie schrijfopdracht

Prettig weekend!

Slide 32 - Tekstslide