kennisleer

kennisleer (h2 WnW)
rationalisme (Descartes)
empirisme (Hume)
samenvoegen (Kant)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

kennisleer (h2 WnW)
rationalisme (Descartes)
empirisme (Hume)
samenvoegen (Kant)

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
  • belang zekere kennis
  • rationalisme (wie, waarover twijfel, plaats zintuigen en ratio)
  • empirisme (wie, waarover twijfel, plaats zintuigen en ratio)
  • Kant (hoe slaat hij de brug?) 

Slide 2 - Tekstslide

waarom zou het belangrijk zijn te weten wanneer je iets zéker weet?

Slide 3 - Open vraag

Descartes
  • rationalist (vertrouwen op je verstand)
  • ware kennis komt voort uit je verstand
  • zintuigen zijn niet betrouwbaar 

Slide 4 - Tekstslide

methodische twijfel
  1. Mijn zintuigen bedriegen me soms
  2. misschien bedriegen ze me wel altijd!
  3. misschien droom ik wel
  4. misschien is er een kwade geest (malin genie) die me bedriegt en klopt zélfs wiskunde niet
  5. MAAR: zelfs áls dit zo is dan is er nóg iemand die twijfelt: Ik
    COGITO ERGO SUM (ik denk dus ik ben) 

Slide 5 - Tekstslide

waarom is de filosofie van Descartes RATIONALISTISCH?
A
omdat hij twijfelt over dromen
B
omdat zijn enige zekerheid zijn eigen denken is
C
omdat hij wiskunde niet durft te vertrouwen
D
omdat hij zijn zintuigen vertrouwt

Slide 6 - Quizvraag

waarom kan God volgens Descartes geen boze bedrieger zijn?

Slide 7 - Open vraag

Hume 
  • empirist
  • vertrouwt zijn zintuigen
  • ALLEEN zijn zintuigen
  • alles wat "daarna" komt (wat je ratio toevoegt) is onbetrouwbaar
  • oorzaak-gevolg kun je niet waarnemen  

Slide 8 - Tekstslide

Hume
Descartes
zintuigen 
redeijkheid
godsbewijs
oorzaak en gevolg zijn geen kennis

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Video

wie zou een mama appelsapje kunnen gebruiken als onderbouwing van zijn filosofie
A
Descartes
B
Hume
C
Descartes
D
Hume

Slide 11 - Quizvraag

Kant
  • twee soorten kennis: a priori (vooraf) en a posteriori (achteraf)
  • kennis vóór je zintuigen gebruikt (rationeel)
  • kennis nádat je zintuigen gebruikt (empirisch) 

Slide 12 - Tekstslide

a priori

a posteriori
een cirkel is rond
1 < 4
er zitten leerlingen in het lokaal
dit vierkant is blauw

Slide 13 - Sleepvraag

nog een manier van kennis indelen
  • kennis die niks nieuws toevoegt aan de werkelijkheid (analytisch)
  • kennis die wel iets nieuws toevoegt  (synthetisch)

Slide 14 - Tekstslide

analytisch 

synthetisch 
een cirkel is rond
1 < 4
er zitten leerlingen in het lokaal
dit vierkant is blauw

Slide 15 - Sleepvraag

wat valt je op aan de twee voorgaande oefeningen?

Slide 16 - Open vraag

problemen met de twee stromingen
Empirisme:
Je kan alleen dingen weten die je waar kan nemen. Dan hou je dus heel weinig over.
  •  Hume: Alles wat je ná de zintuigen doet in onzeker, want rationeel
Rationalisme:
Je kan alleen dingen bevestigen die al gegeven zijn. Je kan nooit iets écht nieuws verzinnen.
  •  Descartes: De echte zekere kennis komt uit je ratio (ik denk dus ik ben, godsbewijs)


Slide 17 - Tekstslide

synthese van Kant
  • Kant wilde graag een midden vinden tussen het rationalisme en het empirisme, oftewel tussen het verstand en onze waarneming.
  • Hij stelt dat we ons verstand nodig hebben om überhaupt dingen te kunnen waarnemen.
  • Ruimte, tijd maar ook causaliteit (oorzaak-gevolg) zijn ideeën die we nodig hebben om de wereld te kunnen waarnemen.
“Gedachten zonder inhoud zijn leeg, aanschouwingen zonder begrip zijn blind.”

Slide 18 - Tekstslide