Thema voeding en gezondheid

Thema voeding en gezondheid
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Thema voeding en gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

vandaag
voedingsallergie
voedingsintolerantie
ondervoeding
obesitas
kauw en slikstoornissen
eetstoornissen

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
  1. je kunt het verschil benoemen tussen voedselintolerantie en allergie.
  2. je kent het begrip ondervoeding en obesitas en kunt de te nemen interventies benoemen.
  3. je weet wat je kunt doen bij kauw- slik stoornissen en eetstoornissen 


Slide 3 - Tekstslide

Symptomen van voedingsproblematiek
  • Gebrek aan eetlust
  • Misselijkheid en braken
  • Brandend gevoel, Reflux
  • Diaree of obstipatie
  • Winderigheid

Slide 4 - Tekstslide

Wat is voedingsintolerantie?

Slide 5 - Tekstslide

intolerantie
  • niet allergische voedingsovergevoeligheid.
  • immuunsysteem word hier niet bij betrokken
  • ontbreken van een bepaald enzym dat de vertering ondersteunt.
  • klachten lijken op een allergie maar dan in mindere mate.
  • voorkomende: gluten, lactose.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is voedingsallergie

Slide 7 - Tekstslide

Voedingsallergie
  • Een allergische reactie op voedsel kan een reactie veroorzaken op de huid, in het spijsverteringskanaal en in de longen. 
  • In ernstige gevallen kan een anafylactische shock optreden.

Slide 8 - Tekstslide

taken verpleegkundige/ verzorgende
  • adviseren (voeding intake verhogen/ verlagen, gezonde voeding, beweging, etc.).
  • inschakelen van andere disciplines/ mensen, schakel functie.
  • ondersteuning
  • metingen (BMI, bloedonderzoek, vochtbalans, etc.).
  • lichamelijke verzorging.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

wat is ondervoeding?

Slide 11 - Woordweb

ondervoeding
Ondervoeding ontstaat als iemand een langere tijd minder energie of voedingsstoffen binnen krijgt, dan nodig is om gezond te blijven.

Slide 12 - Tekstslide

oorzaken ondervoeding
  • verminderde voedselinname door een verminderde eetlust of misselijkheid.
  • moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of vertering.
  • psychologische problemen, zoals angst, depressie, verdriet. 
  • sociale factoren, zoals eenzaamheid, geen mogelijkheid om eten te kopen of bereiden.
  • dementie of verslaving.

Slide 13 - Tekstslide

criteria ondervoeding diagnose
  • onbedoeld gewichtsverlies (>5 procent in de afgelopen 6 maanden of >10 procent in een periode langer dan 6 maanden), 
  • lage BMI (<20 bij <70 jaar of <22 bij >70 jaar)
  • verminderde spiermassa

Slide 14 - Tekstslide

symptomen
  • Geen aandacht meer voor de omgeving.
  • Ingevallen wangen.
  • Weinig spierkracht.
  • Passief, lusteloos
  • Chronisch vermoeidheid (altijd moe zijn)
  • Verminderde functies lichaam
  •  Verminderde belemmerde stoelgang

Slide 15 - Tekstslide

wegen
  • gezond persoon: 1x per maand, minimaal 1x per 3 maanden.
  • risico op ondervoeding: minimaal 1x per maand.
  • ondervoed persoon: 1x per week, voor de afspraak bij diëtiste.
 

Slide 16 - Tekstslide

wat is GEEN gevolg van ondervoeding?
A
lage afweer
B
kans op doorligplekken
C
diabetes mellitus
D
langer herstel na ingreep

Slide 17 - Quizvraag

SNAQ
Short
Nutritional
Assessment
Questionnaire

Slide 18 - Tekstslide

behandeling per voedingstoestand

  1. groen (goede voedingstoestand)
  2. oranje (risico op ondervoeding)
  3. rood (ondervoed)

Slide 19 - Tekstslide

goede voedingstoestand
  • geen behandeling,
  • wel alert blijven op ondervoeding,
  • screening elke 6 maanden

Slide 20 - Tekstslide

risico op ondervoeding
  • verstrek tussendoortjes en noteer de intake
  • uitleg geven over ondervoeding
  • voedingstips
  •  verstrek informatiefolders
  • inschakelen arts en/ of diëtiste als bovenstaande niet werkt

Slide 21 - Tekstslide

ondervoed
  • uitleg geven over ondervoeding en  voedingstips
  • verrijking hoofdmaaltijden
  • verstrek tussendoortjes en noteer de intake
  • inschakelen arts en/ of diëtiste en zorg dat deze binnen 3 dagen langs is geweest
  • start behandeling binnen acht dagen en binnen 5 dagen controle werkzaamheid

Slide 22 - Tekstslide

tips en adviezen
  • veel energierijke voeding (eiwitten, suikers, vetten)
  • kant en klare dieetproducten (poeders en dranken)
  • maaltijden op vast momenten
  • betrek de familie/ gezelschap bij de maaltijd(en)
  • variatie in maaltijden en temperatuur 
  • beweging
  • neem de tijd om te eten

Slide 23 - Tekstslide

Teveel voeding
• Overgewicht overeenkomstig BMI
• Verminderd bewegingspatroon
• Chronisch vermoeidheid
• Verminderde functies lichaam
• Verminderde, belemmerde stoelgang/uitscheiding

Slide 24 - Tekstslide

Kauw en slikproblemen

• Neurologische aandoening
• Te hoge spierspanning
• Problemen met kauwen
• Problemen met slikken
• Overmatige vorming van speeksel

Slide 25 - Tekstslide


Specifieke problemen bij slikproblemen
Hoe herken je slikproblemen?
- voortdurend slikbewegingen maken
- voortdurend hoesten
- pijn bij het slikken
- erg langzaam eten
- snelle vermoeidheid tijdens het eten
- uit de mond lopen van eten en drinken

Slide 26 - Tekstslide

Eetstoornissen
- Anorexia Nervosa
- Boulimia Nervosa
-Binge Eating Disorder (BED) (eetbuistoornis)
-Pica

Werk de eetstoornissen uit, symptomen, behandeling


Slide 27 - Tekstslide

Vochttekort
  •  Lusteloosheid
  • Sufheid
  • Gebrek aan eetlust
  • Inactief zijn
  • Droge, beslagen tong
  • Droge, diepliggende ogen
  • Verminderde diurese (afscheiding / hoeveelheid urine)
  • Donkere urine
  •  Droge, niet elastische huid

Slide 28 - Tekstslide

Teveel vocht
Oedeem
Benauwdheid
Verhoogde hartslag (normale hartslag: 60-70)
Verhoogde plasdrang
Verhoogde bloeddruk (normaal 120/80)

Slide 29 - Tekstslide

vochtbalans is:
het in balans houden van de vochthuishouding.
dit doen we door letterlijk bij te houden wat iemand aan vocht inneemt en wat eruit gaat 

Slide 30 - Tekstslide

voorbeeld:
dhr jansen neemt een glas water bij het innemen van zijn pillen. In een glas zit 150 ml 
later neemt hij nog een lekker kopje koffie, in een kopje zit 125 ml.
Hij moet ook nog plassen en plast 200 ml
wat is zijn vochtbalans dan?

Slide 31 - Tekstslide

vochtbalans....

Slide 32 - Tekstslide

wat is de vochtbalans van mw bakker?
Ze drinkt 150 ml water 125 ml thee en eet 200 ml yoghurt, ze plast 250 ml
A
200 ml
B
250 ml
C
225 ml
D
275 ml

Slide 33 - Quizvraag

positief of negatief?
positief betekend: er is meer in gekomen aan vocht (dan eruit gegaan)
Negatief betekend: Er is meer uitgegaan  aan vocht dan erin gegaan. 

Slide 34 - Tekstslide

dhr jansen drinkt 150 ml water, 125 ml koffie en plast 250 ml is zijn vochtbalans dan positief of negatief?
A
positief
B
negatief

Slide 35 - Quizvraag

nog 1, mw Bakker drinkt 150 ml water, 100 ml yoghurt en 150 ml thee, ze plast 300 ml en braakt 200 ml, is de vochtbalans positief of negatief?
A
positief
B
negatief

Slide 36 - Quizvraag