Herhalingsles

Herhalingsles
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles

Slide 1 - Tekstslide

Import
  • Import (invoer) = het kopen van producten of diensten in het buitenland

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn redenen voor de consument om te importeren?
A
Goedkopere prijs
B
Betere kwaliteit van het product
C
De grondstoffen zijn er niet in je eigen land.
D
Het klimaat is beter in een ander land voor het product.

Slide 3 - Quizvraag

Export
  • Export (uitvoer) = het verkopen van producten of diensten aan het buitenland

Slide 4 - Tekstslide

Waarom zorgt veel export in NL ervoor dat bedrijven meer winst maken?

Slide 5 - Open vraag

Waarom zorgt veel export in NL ervoor dat er meer werk is in NL?

Slide 6 - Open vraag

Wat hebben de blauwe landen gemeen?

Slide 7 - Tekstslide

3

Slide 8 - Video

01:00
Is er binnen de Europese Unie sprake van protectie of vrijhandel?
A
Protectie
B
Vrijhandel

Slide 9 - Quizvraag

03:01
Heineken (Nederlands bier) kost €16 per krat. Gaan mensen meer of minder Heineken kopen na de invoerrechten van Bud bier?
A
Meer
B
Minder

Slide 10 - Quizvraag

Gevolgen van invoerrechten zijn
  •  import daalt
  • binnenlandse productie stijgt (waarom?)
  •  binnenlandse werkgelegenheid stijgt (waarom?)
  • de consumenten betalen een hogere prijs voor geïmporteerde producten

Slide 11 - Tekstslide

De belangrijkste afspraak binnen de EU is vrijhandel.

Vrijhandel = dat een land kan importeren en exporteren zonder belemmeringen.

In Europa is er sprake van:
  • Vrij verkeer van goederen en diensten 
  • Vrij verkeer van personen
  • Vrij verkeer van kapitaal

Bedrijven kunnen zonder belemmeringen handelen met andere landen uit de EU. 

Vrijhandel

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen van vrij verkeer van goederen en diensten
  • Meer concurrentie tussen Europese bedrijven
  • Internationale handel toegenomen tussen landen uit de Europese Unie.

Als Nederland in de toekomst betere en goedkopere kaas maakt.
Exporteren ze dan meer of minder in de toekomst?

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen voor Nederland van vrij verkeer van goederen en diensten?
A
Meer export en import
B
Stijging van de productie
C
Stijging van de werkgelegenheid
D
A, B en C bij elkaar

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

internationale arbeidsverdeling
Zoals je net zag bij de chocoladereep, is de productie daarvan in delen in verschillende landen.

Internationale arbeidsverdeling = De productie is verdeeld over verschillende landen

Slide 16 - Tekstslide

kenmerken arbeidsverdeling tussen veel rijke en arme landen
  • ontwikkelingslanden produceren grondstoffen.



  • rijke landen verwerken deze tot eindproducten

Slide 17 - Tekstslide

Industrialisatie
De opkomst van veel moderne industriële bedrijven.

Slide 18 - Tekstslide

Industrialisatie en ontwikkelingslanden
Industrialisatie lukt minder goed door:

- geldgebrek  (je hebt geld nodig om een bedrijf op te zetten)
- gebrek aan kennis/opleiding (er is weinig tot geen onderwijs)
- slechte infrastructuur (je hebt goede wegen nodig, je moet bereikbaar zijn.

Slide 19 - Tekstslide

03:01
Bud bier kost €15 per krat in Nederland. Nederland voert invoerrechten in op Bud bier van €2 per krat. Hoeveel Kost Bud bier nu per krat in Nederland?
A
€15
B
€17
C
€13
D
€30

Slide 20 - Quizvraag