H8.3 Vrijhandel of niet?

8.3 Vrijhandel of niet ?
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

8.3 Vrijhandel of niet ?

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je geleerd ?
  • Hoe een land zijn internationale concurrentiepositie kan versterken
  • Welke handelsbelemmeringen er zijn
  • Wat de gevolgen van die handelsbelemmeringen zijn
  • Wat is internationale arbeidsverdeling
  • Zijn er meer vrijhandelszones in de wereld dan de EU

Slide 2 - Tekstslide

Internationale concurrentiepositie
De internationale concurrentiepositie geeft aan in hoeverre een land in staat is om beter en/of goedkoper te produceren dan andere landen.

    Dus Nederland moet goede kwaliteit 
leveren tegen aantrekkelijke prijzen.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom kan Nederland niet altijd goedkoper produreceren dan andere landen ?

Slide 4 - Tekstslide

Nederland kan niet altijd goedkoper produceren dan andere landen, want:
  • In andere landen kunnen de loonkosten lager zijn
  • Kan de grond goedkoper zijn
  • Kost energie opwekken niet zoveel geld als in Nederland

Zo kunnen er meerdere factoren meespelen!
Daarom wordt de productie verplaatst naar lagelonenlanden.

Slide 5 - Tekstslide

Wat betekend hoge lonen voor de export van Nederland ?

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent hoge lonen voor de export?

1. Door hogere lonen -> 2. zijn er hogere bedrijfskosten -> 3. zijn er hogere verkoopprijzen -> 4. is een verslechtering internationale concurrentiepositie -> 5. betekent dat er minder export van Nederlandse bedrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Welke protectiemaatregelen hebben we geleerd?
Kan je ook uitleggen hoe deze werken?

Slide 8 - Tekstslide

Protectiemaatregelen (protectionisme of handelsbelemmeringen) 
= Maatregelen om de productie en werkgelegenheid in het eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen. (tegenovergestelde is vrijhandel)
De EU kan bijvoorbeeld:
  • Invoerrechten heffen = de douane heft belasting op ingevoerde producten (douanerechten of importheffingen)
  • Contingentering of importquota = een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.
  • Een invoerverbod = bepaalde goederen mogen dan helemaal niet worden ingevoerd in de EU
  • Exportsubsidie geven = de EU of de Nederlandse overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven. Die bedrijven kunnen hun producten dan goedkoper aan het buitenland verkopen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe noemen we als de Europese Unie een maximum stelt aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.
A
Invoerrechten
B
Exportsubsidie
C
Contingentering
D
Invoerverbod

Slide 10 - Quizvraag

Welke protectiemaatregelen zijn importbeperkend en welke exportbevorderend ?

Slide 11 - Tekstslide

Protectiemaatregelen (protectionisme of handelsbelemmeringen) 

Slide 12 - Tekstslide

Welke van de 4 is een exportbevorderende maatregel:
A
Importheffingen
B
Douanerechten
C
Importquota
D
Exportsubidie

Slide 13 - Quizvraag

Internationale arbeidsverdeling
= dit betekent dat een product geproduceerd en geëxporteerd wordt door het land dat dit het beste en/of goedkoopste kan.
 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is voor Nederland een gevolg als alle tulpen niet meer in Nederland worden geproduceerd?

Slide 15 - Open vraag

Is de EU is de enige vrijhandels zone in de wereld ?

Slide 16 - Tekstslide

Vrijhandelszones
= groepen landen die geen onderlinge protectiemaatregelen hebben.

WTO = World Trade Organization = Wereld Handels Organisatie). Zij hebben de leiding over het afschaffen van protectiemaatregelen. Voorwaarde daarbij is dat de concurrentie tussen die landen eerlijk moet verlopen. Dus denk aan fatsoenlijke arbeidsomstandigheden, geen kinderarbeid en dezelfde milieuregels.

Slide 17 - Tekstslide

In arme landen zorgt kinderarbeid voor lage productiekosten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Samengevat:
VRIJHANDEL
(globalisering)

Gevolg: internationale arbeidsverdeling = productie vindt plaats in het land waar dit het goedkoopste / beste kan.
PROTECTIONISME
(handelsbelemmeringen)
  • invoerrechten
  • contingentering
  • exportsubsidie
  • Invoerverbod

Doel: eigen bedrijfsleven beschermen t.o.v. concurrentie buitenland.







Vrijhandel is het tegenovergestelde van protectionisme. Binnen de EU hebben we vrijhandel. Veel mensen willen dat we wereldwijd vrijhandel krijgen, zodat de welvaart overal toeneemt. Door vrijhandel verbetert de internationale arbeidsverdeling, omdat een product geproduceerd wordt in het land waar dit het beste kan.

Slide 19 - Tekstslide