3K 6.1 t/m 6.4 herhalingsles

Lesdoelen
  • Je leert wat een kwadratische formule is 
  • Je leert wat een bergparabool of dal parabool is 
  • Je leert wat een maximum en minimum betekend. 
  • Je leert een symmetrieas tekenen in een parabool. 

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoelen
  • Je leert wat een kwadratische formule is 
  • Je leert wat een bergparabool of dal parabool is 
  • Je leert wat een maximum en minimum betekend. 
  • Je leert een symmetrieas tekenen in een parabool. 

Slide 1 - Tekstslide

Periodieke verbanden

Bij een periodiek verband 
herhaalt de grafiek zich steeds


Er is een periodiek verband 
tussen tijd en hoogte.






Slide 2 - Tekstslide

Wat is GEEN periodiek verband?
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

Hoeveel is de maximale bloeddruk?
Hoeveel is de minimale bloeddruk?
Hoe lang duurt 1 periode?
0,8 seconden
150 
70

Slide 4 - Sleepvraag



Is dit een periodiek verband?
A
Nee
B
Ja, een periode duurt 2 min
C
Ja, een periode duurt 3 min
D
Ja, een periode duurt 6 min

Slide 5 - Quizvraag

Kwadratisch verband
Belangrijke begrippen:
  • Kwadratische formule
  • Berg- en dalparabool
  • Top
  • Maximum en minimum



Slide 6 - Tekstslide

Het kwadraat van een negatief getal is .....
A
altijd positief
B
altijd negatief
C
soms positief en soms negatief

Slide 7 - Quizvraag


(10)2=

Slide 8 - Open vraag


(8)2=

Slide 9 - Open vraag

Welke grafiek is een kwadratisch verband?
A
B

Slide 10 - Quizvraag

Parabool
De vorm van de grafiek van een kwadratisch verband noemen we een parabool.

Slide 11 - Tekstslide

Een parabool teken je ....
A
door het eerste en laatste punt te verbinden.
B
met pen en liniaal.
C
uit de losse hand door alle punten heen.

Slide 12 - Quizvraag

wat is de top van de parabool?
A
(3, 10)
B
(10,3)
C
(3,9)
D
(9,3)

Slide 13 - Quizvraag

De grafiek van y=4x² is een ...
A
Lineaire vergelijking
B
Trapjesgrafiek
C
Parabool
D
Vloeiende kromme

Slide 14 - Quizvraag

Dal of berg
Een parabool kan een top hebben of een dal.

Dit noemen we een berg  parabool of een dal parabool.

Slide 15 - Tekstslide

kijk naar het getal voor de
-voorbeeld:
-dat getal is negatief
-onthoud dat er een negatieve smiley bij hoort
- de vorm van zijn mond zegt dat het een BERG parabool is
een berg parabool
x2
y=x2

Slide 16 - Tekstslide

kijk naar het getal voor de
-voorbeeld:
-dat getal is positief
-onthoud dat er een positieve smiley bij hoort
- de vorm van zijn mond zegt dat het een DAL parabool is
een dal parabool
x2
y=x2

Slide 17 - Tekstslide

Welke vorm heeft de grafiek?
A
Dal parabool
B
Berg parabool

Slide 18 - Quizvraag

Sleep de formule naar de juiste parabool

Slide 19 - Sleepvraag

Bergparabool
Dalparabool

Slide 20 - Sleepvraag

timer
2:00
grafiek 1
grafiek 2
dalparabool
bergparabool

Slide 21 - Sleepvraag

Dalparabool
Bergparabool

Slide 22 - Sleepvraag

y = x² - 2x is een dal parabool.


y = -2x² + 6 is een bergparabool.


y= -x² - 2 is een dal parabool.
Denk je dat het klopt zet een groen vinkje, denk je dat het fout is zet een rood kruisje

Controleer de volgende beweringen
?
?
?

Slide 23 - Sleepvraag

Is dit een berg- of dal parabool?
A
Berg
B
Dal
C
Weet je niet
D
Rechte lijn

Slide 24 - Quizvraag


Wat voor parabool is dit?
A
Dalparabool
B
Bergparabool

Slide 25 - Quizvraag


Wat voor parabool is dit?
A
Dalparabool
B
Bergparabool

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke van onderstaande formules horen bergparabolen?
A
n=5t+3t2
B
n=5t3t2
C
w=3,4t2250
D
w=3,4t2+250

Slide 27 - Quizvraag

1. y = x² + 4
2. y = -x + 10
A
1 is een bergparabool 2 is een dalparabool
B
1 is een dalparabool 2 is een lineaire grafiek
C
1 is een bergparabool 2 is een lineaire grafiek
D
1 is een lineaire grafiek 2 is een dalparabool

Slide 28 - Quizvraag

Wortelverbanden.


In deze formule zie je een wortel-teken. Daarom is dit een wortelverband.

Bij een wortelverband kun je een grafiek tekenen. De grafiek is een vloeiende kromme.

Slide 29 - Tekstslide

Wortelverbanden

Slide 30 - Tekstslide

Wortels in rekenmachine


Klik eerst op de worteltoets en typ daarna het getal in

Slide 31 - Tekstslide

Gebruik haakjes!

Slide 32 - Tekstslide

Wat is
77+4

Slide 33 - Open vraag

Wat is
35+65

Slide 34 - Open vraag

Wat is
12+24

Slide 35 - Open vraag

Wat is het bedrag bij 200 lampen?
Rond af op hele euro's.

Slide 36 - Open vraag

Gegeven formule

Wat moet op ? staan
(rond af op één decimaal

2+x
x
0
1
2
y
?

Slide 37 - Open vraag

Gegeven formule

Wat moet op ? staan
(rond af op één decimaal

4x
x
0
1
2
y
?

Slide 38 - Open vraag




Gegeven formule


Wat moet op ? staan (rond af op één decimaal

2x
x
0
1
2
y
?

Slide 39 - Open vraag

Gegeven formule

Wat moet op ? staan
(rond af op één decimaal

4x
x
0
1
2
y
?

Slide 40 - Open vraag

Je rijdt 75 km/u. Bereken je remweg, rond af op 1 decimaal


A
30,8 meter
B
7,1 meter
C
5,8 meter
D
32,1 meter

Slide 41 - Quizvraag

Machtverband
Een machtverband is een formule met een wortel.

Waarbij het deel onder de macht onbekend is. -> letter

De grafiek van een machtsverband heeft de vorm van een vloeiende kromme. 

Slide 42 - Tekstslide

Machtsverbanden

Slide 43 - Tekstslide

Machtsverband

Slide 44 - Tekstslide

Machttoets op je rekenmachine
Zoek de  macht-toets 

  1. toets getal in
  2. druk op machttoets
  3. toets macht in

Slide 45 - Tekstslide

Welke knop op je rekenmachine gebruik je voor machten?
A
B
÷
C
^
D
(-)

Slide 46 - Quizvraag


Hoe noem je de 2 & 6 samen in de afbeelding?
A
Macht
B
Grondtal
C
Exponent
D
Kwadraat

Slide 47 - Quizvraag


Bereken (-7)4.
A
-2401
B
2401
C
-28
D
28

Slide 48 - Quizvraag



Bereken het vermogen als v = 8
vermogen (Watt) = 60v3

Slide 49 - Open vraag

Kwadratisch 
verband

Periodiek verband
Wortelverband
Lineair 
verband

Slide 50 - Sleepvraag

lineair verband
wortelverband
kwadratisch verband
periodiek verband

Slide 51 - Sleepvraag