Slavernij les 2

Slavernij


2. Strijd tegen slavernij

Introductie
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slavernij


2. Strijd tegen slavernij

Introductie

Slide 1 - Tekstslide

Tijdvak

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier er tegen slavernij werd gestreden en welke gevolgen dit heeft gehad.

Slide 3 - Tekstslide


De Verlichting

  • Periode (vanaf ongeveer 1700) waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand.
  • Ze waren daarbij kritisch: niet zomaar alles aannemen omdat een koning of de kerk dat zegt.

  • Ze vinden dat iedereen vrij en gelijkwaardig moet zijn: arm of rijk, slim of dom
De verlichting

Slide 4 - Tekstslide


Abolitionisme

  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'
  • Abolitionisten willen slavernij afschaffen
  • Het past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig, of het christendom: mensen moeten voor elkaar zorgen








John Gabriël Stedman (1744-1797) was een Schots-Nederlandse officier in de Schotse Brigade van het Nederlandse leger. Hij hielp bij het onderdrukken van een slavenopstand in Suriname. Hij werd verliefd op een slavin, en probeerde haar vrij te kopen. 

Over zijn ervaringen schreef hij een invloedrijk boek. Hierin bekommerde hij zich openlijk om de rechten van de tot slaafgemaakten, met name om de vraag of zij als mens behandeld moesten worden.

In dit boek verschenen dit soort afbeeldingen die ervoor zorgden dat de strijd van de abolitionisten steeds meer aandacht kreeg.
Abolitionisme

Slide 5 - Tekstslide


Engeland schaft de slavernij af

  • In Engeland wordt in eerste instantie een wet aangenomen die slavenhandel verbied: er mogen dus geen 'nieuwe' slaven naar Amerika
  • Dit bleek niet voldoende te werken, daarom werd slavernij in 1833 in het hele Britse Rijk afgeschaft.
  • Slavenhouders kregen bij elkaar 20 miljoen pond aan schadevergoedingen









De afschaffing van de slavernij wordt in de krant bekend gemaakt.
Engeland

Slide 6 - Tekstslide


Illegale slavenhandel

  • Met slavenhandel werd veel geld verdiend.
  • Ondanks de afschaffing van slavernij, werd er nog steeds illegaal in slaven gehandeld.
  • Als een slavenschip het risico liep om betrapt te worden, werden de slaven overboord gegooid, zodat er geen slaven werden 'gevonden' door de marine







La Amistad (Spaans: De Vriendschap) was een Spaans slaventransportschip waarop in 1839 een opstand uitbrak. Deze opstand zou bekend worden als de Amistadopstand.

In 1997 werd dit verhaal door Steven Spielberg verfilmd in de film Amistad.
Illegale handel

Slide 7 - Tekstslide

Nederland schaft de slavernij af


  • Nederland schaft pas laat de slavernij af: 1863
  • Pas als het economisch niet meer zo interessant wordt, wordt slavernij stapje voor stapje afgeschaft.
  • Slavenhouders kregen 300 gulden (nu: €3000) per vrijgelaten slaaf.
  • Sommige slaven worden verplicht om nog 10 jaar op de plantages te blijven werken








    Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd. Dit is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken
    Afschaffen Nederland

    Slide 8 - Tekstslide


    De Amerikaanse Burgeroorlog
    1861-1865




    • De discussie over wél of geen slavernij leidt in de Verenigde Staten uiteindelijk voor een burgeroorlog tussen de Noordelijke Staten (zónder plantages en slaven) en de Zuidelijke Staten (mét plantages en slaven)
    • Uiteindelijk wint het Noorden en wordt slavernij in de hele VS afgeschaft.









      De Noordelijke Staten (blauw): zonder slaven
      De Zuidelijke Staten (rood): met slaven
      Amerika

      Slide 9 - Tekstslide

      Begrippen uit deze les







      • Verlichting

      • abolitionisten/abolitionisme 

      Slide 10 - Tekstslide

      Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
      Opdracht

      Slide 11 - Open vraag

      Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
      Opdracht

      Slide 12 - Open vraag