OP1WK2WG1

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

De bedoeling is dat docenten de studenten al pratend warm maken voor deze werkgroep. Het gaat niet om het bespreken van de theorie. Wel voorbereiden op wat komen gaat. Doe het podcast like/als een radioshow. Docenten zijn met elkaar in gesprek, het is zenden. De groep is te groot om met studenten in gesprek te gaan. Het is niet veilig voon hen.​

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

werkgroep kan ook 

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel: Tijdens deze les gaan studenten de de stof die zij hebben voorbereid leren zien in context. ​
Nature/nurture (cultuur en omgeving) wordt uitgebreid besproken in werkgroep 2, maar komt in deze werkgroep wel al voor in de literatuur en in de zelfstudieopdracht.​

Slide 10 - Tekstslide

De student heeft veel moeten lezen voor deze werkgroep (Zimbardo, hoofdstuk 7.1,7.2,7.3). Dit was best veel! 
Bij deze slide gaat het erom of het gelukt is met de voorbereiding en stil te staan of er nog vragen zijn. Slide 6 gaat dieper in op het waarom moeten ze dit nu weten? Onderwerpen die in de voorbereiding aan bod zijn gekomen:​
-de fases van ontwikkeling van een baby, kind, puber en adolescent (0-23 jarigen) (werkgroepopdracht kahoot)​
 -de cognitieve, sociale, emotionele,
- lichamelijke en seksuele ontwikkeling van een baby, kind, puber en adolescent (0-23 jarigen) (werkgroepopdracht kahoot)​
 -verschillende opvoedingsstijlen op de cognitieve ontwikkeling van het kind (komt vooral naar voren tijdens werkgroepopdracht tijdens deze werkgroep)​
- nature en nurture ​
- Hechting ​
Vragen over de zelfstudieopdrachten?​
Leervragen
Wat zou je vandaag extra willen bespreken over de bestudeerde litartuur

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Interessant artikel over nature and nurture https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2050312120918265


Gesprek tussen docenten: Waarom zou je dit nou willen weten. Waarom is dit belangrijk? Wat houdt het in? en wanneer heb je hier nou wat aan als verpleegkundige?​
Nature versus Nurture ​
Wat is het verschil? Een belangrijk vraagstuk in de ontwikkelingspsychologie is hoe groot de invloed is van erfelijke 
factoren op de psychologische ontwikkeling en hoe groot de invloed is van omgevingsfactoren. Stel de student de vraag: Zou het altijd duidelijk zijn of iets komt door nature of nurture? Is het belangrijk om dit onderscheid te maken? En waarom? Daag studenten uit hier eens over door te denken met elkaar.​
•Wat wordt bedoeld met nature in de ontwikkelingspsychologie? . alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, bijvoorbeeld het genetisch materiaal.​
•Wat wordt bedoeld met nurture in de ontwikkelingspsychologie? alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, voornamelijk door de leefomgeving.​
Nurture =

Slide 13 - Woordweb

Je kunt ook Nature noteren dan bespreek je eea andersom.....

Gesprek tussen docenten: Waarom zou je dit nou willen weten. Waarom is dit belangrijk? Wat houdt het in? en wanneer heb je hier nou wat aan als verpleegkundige?​
Nature versus Nurture ​
Wat is het verschil? Een belangrijk vraagstuk in de ontwikkelingspsychologie is hoe groot de invloed is van erfelijke factoren op de psychologische ontwikkeling en hoe groot de invloed is van omgevingsfactoren. Stel de student de vraag: Zou het altijd duidelijk zijn of iets komt door nature of nurture? Is het belangrijk om dit onderscheid te maken? En waarom? Daag studenten uit hier eens over door te denken met elkaar.​
•Wat wordt bedoeld met nature in de ontwikkelingspsychologie? . alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door aanleg, bijvoorbeeld het genetisch materiaal.​
•Wat wordt bedoeld met nurture in de ontwikkelingspsychologie? alle eigenschappen van het individu zijn bepaald door opvoeding, voornamelijk door de leefomgeving.​

Slide 14 - Tekstslide

r zijn 5 gebieden waarop de ontwikkeling van een mens plaats vindt: Wat weet de student van deze gebieden? Waar denken ze aan?​
1. Lichamelijke ontwikkeling gaat over de groei en verandering van het lichaam. Op een gegeven moment wordt je groter en sterker maar uiteindelijk neemt die kracht ook weer af naar mate je ouder wordt. Ook de gezondheid van je lichaam valt onder dit aspect. ​
2. Motorische ontwikkeling gaat over alles wat te maken heeft met bewegingen en het gebruik van je zintuigen. Als baby heb je bijvoorbeeld lichamelijk ondersteuning nodig terwijl je als volwassene zelf kunt gaan en staan waar je wilt. ​
3. Cognitieve ontwikkeling gaat over alles wat het denkvermogen betreft. Hoe ontwikkeld je brein zich. Welke manier van denken, leren en begrijpen past bij jou?​
4. Sociaal-emotionele ontwikkeling gaat over de sociale omgang met een ander en over hoe je omgaat met je emoties en gevoel. \​
5. Sensuele/Seksuele ontwikkeling gaat over de lustbeleving en seksuele gevoelens. Tot aan de puberteit is er nog geen sprake van seksualiteit. Daarom noemen we het voor die tijd sensuele ontwikkeling​
Cognitieve ontwikkeling
Van de 5 ontwikkelgebieden van de mens zoomen we nu in op de cognitieve ontwikkeling van een kind

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is cognitie/cognitief?

Slide 16 - Woordweb

Google is toegestaan, geef er even de tijd voor

https://www.hersenstichting.nl/dit-doen-wij/voorlichting/de-hersenen/geheugen-en-andere-cognitieve-functies/


Slide 17 - Tekstslide

Er volgen nu 7 vragen . . . 
Piaget onderscheidt 3 ontwikkelingsfasen in zijn theorie van gefaseerde ontwikkeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de volgorde waarin kinderen volgens Piaget de ontwikkelingsfasen doorlopen?
A
Sensomotorische- > Concreet-operationele - > Formeel operationele - > Pre-operationele fase
B
Formeel operationele - > Concreet-operationele - > Pre-operationele- > Sensomotorische fase
C
Sensomotorische- > Pre-operationele - > Concreet-operationele - > Formeel operationele fase
D
Sensomotorische- > Formeel operationele - > Pre-operationele- > Concreet-operationele fase

Slide 19 - Quizvraag

senso / pre / concreet / formeel = goede volgorde

Slide 20 - Tekstslide

Alleen even laten zien en kort doornemen zodat studenten kunnen controleren of dat wat ze hebben opgeschreven klopt. Studenten hebben als het goed is de kennisclip gezien. ​
Geheugensteuntje voor de docent:​
Sensomotorische fase​
Deze fase gaat vooraf aan de spraakontwikkeling, en duurt vanaf de geboorte tot ongeveer het tweede levensjaar. Deze periode wordt gekenmerkt door het vermogen van het kind om reflexen onder controle te brengen.​
In deze periode leert het kind om motorisch te reageren op wat het waarneemt. In zijn hoofd zijn er alleen praktische concepten, zoals weten wat te doen, wat te eten of hoe de aandacht van zijn moeder te krijgen.​
Beetje bij beetje generaliseert het kind de gebeurtenissen in zijn omgeving en creëert het ideeën over hoe de wereld werkt.​
Preoperationele fase​
Deze fase vindt plaats tussen het tweede en zevende levensjaar. Hier bevinden we ons in een overgangsperiode waarin het kind begint te werken met zijn semiotisch vermogen.​
Hoewel hij al enigszins in staat is om zaken van verschillende kanten te bekijken, verschilt zijn geest nog steeds erg van die van een volwassene. Hier komen we oog in oog te staan met zijn ‘egocentriciteit’. Het kind is ‘egocentrisch’ omdat zijn denken volledig egocentrisch is. Het kind kan het fysieke niet onderscheiden van het psychische, noch het objectieve van het subjectieve.​
Voor hem is zijn subjectieve ervaring de objectieve werkelijkheid die voor alle individuen op dezelfde manier bestaat. Een voorbeeld hiervan is wanneer een kind in dit stadium een glas water te zien krijgt waarvan de inhoud vervolgens in een smaller maar hoger glas wordt overgegoten. Het kind zal denken dat er meer water is dan eerst. Het is niet in staat te begrijpen dat het transformeren van iets de hoeveelheid van de bestaande materie niet verandert.​
Concreet operationele fase​
Deze periode omvat de jaren tussen het zevende en het elfde of twaalfde levensjaar. In dit stadium is het kind erin geslaagd het volle vertrouwen dat hij in zijn zintuigen had achter zich te laten. Hier kunnen we de ontwikkeling van concepten zien, inclusief het vermogen om te begrijpen dat het veranderen van de vorm van iets de hoeveelheid niet verandert.​
Het kind begint een logica te construeren van klassen en relaties die geen verband houdt met perceptuele gegevens. Het kind begrijpt veranderingen en begrijpt dat ze ook in de tegenovergestelde richting kunnen voorkomen (toevoegen in plaats van verwijderen bijvoorbeeld).​
Formeel operationele fase​
Dit is de laatste fase van ontwikkeling, waarin het kind een volwassene zal worden op een cognitief niveau. Deze fase wordt gekenmerkt door het verwerven van wetenschappelijk denken. Terwijl het kind kan redeneren over echte dingen, kan hij nu ook redeneren over het mogelijke. Deze periode wordt gekenmerkt door het vermogen om hypothesen te maken en de mogelijke gevolgen van deze hypothetische mogelijkheden te onderzoeken. Het kind heeft zijn testprocedures geperfectioneerd en accepteert geen meningen zonder deze te onderzoeken.​
Het kind begint nieuwe kennis en intellectuele hulpmiddelen te verwerven. Hierdoor kan hij zich ontwikkelen als een competente volwassene in de samenleving​
Dit kind bevindt zich in de ....
A
Sensomotorische fase
B
Pre-operationele fase
C
Concreet-operationele fase
D
Formeel-operationele fase

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een typisch voorbeeld van . . .
A
Sensomotorische fase
B
Pre-operationele fase
C
Concreet-operationele fase
D
Formeel-operationele fase

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen tussen de 7 en 11 jaar zitten in de Formeel-operationele fase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de Concreet-operationele fase ontwikkelen kinderen vooral....
A
Het vermogen om hypothetisch te denken
B
Hun geweten
C
Het begrip om logische operaties (acties) uit te voeren
D
Symbolisch denken

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omgaan met abstracte en/of hypothetische problemen ontwikklet zich in de . . .
A
Formeel-operationele fase
B
Concreet-operationele fase

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Ook belangrijk bij de vorming van wie je bent is je opvoeding. Waarom is dat nou zo belangrijk? Misschien als doecnten benoemen wat jij als volwassene hebt meegenomen vanuit je opvoeding. Of juist besloten hebt heel anders te doen? Opvoeden/ opvoeding speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van een kind. Ook kan het bepalend zijn voor de manier waarop een kind zich hecht. Er is geen aparte sheet over hechting maar het is goed om dit hier bij op te pakken. Verwijs naar de theorie​
•Er worden vier opvoedingsstijlen onderscheiden. Geef aan wat kenmerkend is voor elke van deze vier opvoedingsstijlen: ​
•Autoritaire opvoedingsstijl ​
•Autoritatieve opvoedingsstijl : Democratisch​
•Permissieve opvoedingsstijl : toegeeflijk​
•Onverschillige opvoedingsstijl; verwaarlozend​

Doordenkertjes voor studenten: ​
1.Als de opvoedstijl belangrijk is in de ontwikkeling van de student, doet dat iets met de nature of nurture in de ontwikkeling?​
2.Welke opvoedstijl zou de ontwikkeling het meest positief beïnvloeden en waarom?​

Slide 28 - Video

filmpje duurt 3 min 13

Welke opvoedstijl(en) zie je terugkomen in het filmpje?

Slide 29 - Open vraag

Leuk om samen te praten over verschillende stijlen en dan bij iedere stijl misschien wel de positieve en negateieve kanten te zien....

Aanhaken op het schema ui ecollege > Invloeden GIZ schema ><>

Slide 30 - Tekstslide

GIZ schema
Is het belangrijk om te weten hoe de patiënt die jij verpleegt opgevoed is?
ja
nee
weet niet

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

laat volgende vraag invullen > Wat zou hier aan de hand kunnen zijn
Wat zou hier aan de hand
kunnen zijn?

Slide 34 - Woordweb

Opvoeding, hoe deze man is grootgebracht heeft wrs veel te maken met hoe hij als persoon is, hoe hij in het leven staat, met anderen omgaat, anderen vertrouwt etc.

hier zou ook sprake kunnen zijn van mindere hechting, te herkennen aan het minder goed in staat zijn tot het aangaan van langdurige solide relaties.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

diagnosen
die VPK Jeugd
mag stellen
.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Vewijs zondig naar HINT bericht dat deze week nog wordt geplaatst ivm Apple computer en installeren Chiron.
Heb je goed mee kunnen doen met deze werkgoep?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies