Sondevoeding

Pegsonde/neusmaagsonde Sondevoeding
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Pegsonde/neusmaagsonde Sondevoeding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
De student :

  • heeft kennis verkregen van peg/neusmaagsonde 
  • heeft kennis van de Indicaties voor het toedienen van sondevoeding
  • kan benoemen welke soorten sondevoeding er zijn
  • weet je op welke manieren je sondevoeding kan toedienen
  • kent de aandachtspunten bij het geven van sondevoeding

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is een pegsonde

Slide 4 - Woordweb

een neusmaagsonde;
een PEG-sonde;
een PEG-J-sonde;
een button.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is een mic-key button?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inbrengen sonde/sondevoeding

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het inbrengen van een neus-maagsonde is een voorbehouden handeling

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is sondevoeding?

  • vloeibare voeding die per sonde direct in maag, twaalfvingerige darm of jejunum (deel van de dunne darm) wordt toegediend. 
  • bevat alle voedingsstoffen 
  • bevat vitamines, mineralen en sporenelementen


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer krijgt iemand sondevoeding

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties sondevoeding
  • Je overweegt sondevoeding bij zorgvragers die niet (volledig) mogen, willen of kunnen eten.
  • de zorgvrager heeft een BMI van onder de 20;
  • de zorgvrager heeft een onbedoeld gewichtsverlies gehad in de laatste drie tot zes maanden. Dit verlies is meer dan 5% van het totaalgewicht;
  • de zorgvrager heeft niets of bijna niets gegeten gedurende vijf dagen;
  • je denkt dat de zorgvrager niets gaat eten gedurende vijf dagen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soorten sondevoeding
Polymere voeding:
  • wordt gegeven bij een goed functionerend maag-darmstelsel 
  • Eiwitten, vetten, koolhydraten

Oligomere en monomere voeding:
  • bestaat uit voorverteerde eiwitten, vetten, koolhydraten

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kant-en-klare sondevoeding
sondevoeding in poedervorm

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op voor
je de SV toedient?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • juiste patiënt
  • juiste sondevoeding
  • controleer de houdbaarheidsdatum
  • na openen datum/tijd noteren
  • let op : zakken 24 uur houdbaar
  • Let op : glazen flessen max. 8 uur

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toediening via voedingspomp
Toediening via spuit (bolus)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom controleer je de temperatuur van de sondevoeding voor toediening?
A
om te kijken of de voeding niet plakt
B
omdat koude voeding maagkrampen geeft

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan ik mijn sondevoeding bij hoge temperaturen bewaren?
A
In de koelkast
B
Bewaar het bij hoge temperatuur
C
bewaar sondevoeding op een koele plaats in huis
D
Bewaar de voeding in het zonlicht

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten 
  • Neem de tijd bij toediening sondevoeding via een spuit
  • Altijd de sonde doorspoelen met 20-30 ml lauw water
  • Vervang het toedieningssysteem iedere 24 uur
  • Medicatietoediening via sonde

Slide 32 - Tekstslide

Niet meer dan 500 ml per bolus
Noem 2 complicaties van sondevoeding

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
  • diarree;
  • een verstopte sonde;
  • obstipatie;
  • reflux;
  • aspiratie;
  • misselijkheid en braken.

Slide 34 - Tekstslide

Bij aspiratie komt de maaginhoud in de longen van de zorgvrager terecht. Dit kan een longontsteking veroorzaken. Breng de zorgvrager in een halfzittende houding om aspiratie te voorkomen.

Bij reflux stroomt het maagzuur uit de maag terug de slokdarm in. Dit noemen we ook wel ‘brandend maagzuur.’ Hoeveel reflux de zorgvrager heeft, hangt samen met de dikte van de sonde. Hoe dikker de sonde is, hoe meer reflux de zorgvrager zal hebben. Je kan de zorgvrager meer rechtop laten zitten als hij of zij reflux heeft. 
Psycho-sociale aspecten
  • niet gezellig om te eten met een sonde
  • sonde trekt de aandacht van anderen
Let daar op!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk kijk bij planning in teams

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies