Bestuursrecht les 2: Awb en bijzondere wetten

Bestuursrecht les 2
De Awb en bijzondere wetten
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BestuursrechtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bestuursrecht les 2
De Awb en bijzondere wetten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik vorige week
  • De plaats van het bestuursrecht
  • Bestuurstaken
  • De provinciale overheid 
  • De gemeentelijke overheid 
  • Autonomie en medebewind

Een aantal vragen... doe mee! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze les is an sich niet zo uitgebreid. Les 1 was dat wel. Mogelijk is deze niet helemaal behandeld waardoor je in deze les ruimte hebt die les nog af te maken. Deze les geeft ook ruimte om les 1 nog even te herhalen. 
Behoort het bestuursrecht tot het privaat- of publiekrecht?

Slide 3 - Open vraag

Publiekrecht
Bestuurstaken zijn zaken die de overheid regelt om te zorgen voor een goede gang van zaken waarbij het algemeen belang wordt behartigd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Provinciale Staten vertegenwoordigt de gehele bevolking van de provincie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan van de gemeente stelt de wetgeving vast?
A
College van B&W
B
Burgemeester
C
Gemeenteraad

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg de begrippen 'autonomie' en 'medebewind' uit.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Awb
De overheid moet zich houden aan algemene regels. De Awb bevat de algemene regels voor de verhouding tussen de overheid aan de ene kant en de burger aan de andere kant. 

In de Awb staat o.a. welke taken de overheid mag uitvoeren, welk bestuursorgaan dat moet doen en welke procedure er dan moet worden gevolgd.

Slide 8 - Tekstslide

Een voorbeeld van zo'n algemene regel is dat de overheid haar beslissing altijd moet motiveren, zodat de burger begrijpt waarom een beslissing is genomen. Deze regel geldt altijd! Ongeacht welke specifieke bestuurstaak wordt uitgevoerd. 
(motiveringsbeginsel)
Awb 
= Algemene regels voor het bestuursrecht

Als het ware de ruggengraat van het bestuursrecht

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gelaagde structuur van de Awb
  • De Awb heeft een gelaagde structuur
  • De regels binnen de AWB gaan van algemeen naar bijzonder
  • Van zeer algemene regels naar steeds meer bijzondere wetten
  • Waarom deze structuur? Overzicht en makkelijker toe te passen


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling Awb
  • Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen
  • Hoofdstuk 2: Verkeer tussen burgers en bestuursorganen
  • Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen over besluiten
  • Hoofdstuk 4: Bijzondere bepalingen over besluiten
  • Hoofdstuk 5: Handhaving
  • Hoofdstuk 6: Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
  • Hoofdstuk 7: Bijzondere bepalingen over bezwaar en beroep
  • Hoofdstuk 8: Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
  • Hoofdstuk 9: Klachtbehandeling
  • Hoofdstuk 10: Bepalingen over bestuursorganen
  • Hoofdstuk 11: Slotbepalingen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijzondere wetten
In veel situaties gelden afwijkende en/of extra procedureregels. Deze regels zijn niet opgenomen in de Awb. 

Alle wetten die niet in de AWB staan, vallen onder het bijzonder bestuursrecht. Extra of afwijkende procedureregels staan dus in de bijzondere wetten. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden bijzondere wetten
  • Vreemdelingenwet
  • Wet inburgering
  • Participatiewet
  • Wet maatschappelijke ondersteuning
  • Jeugdwet
  • Woningwet
  • Wet milieubeheer

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms wordt in een bijzondere wet afgeweken van de Awb. Welke wet gaat dan voor?
A
Awb
B
Bijzondere wet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In artikel 69 van de Vreemdelingenwet staat dat de bezwaartermijn vier weken is. In de Awb staat een bezwaartermijn van zes weken. Welke termijn geldt volgens de voorrangsregels?
A
Uit de Vreemdelingenwet; 4 weken
B
Uit de Awb; 6 weken

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Onthouden: bijzondere wet gaat voor op de Awb!

(tenzij in strijd met een dwingendrechtelijke bepaling uit de Awb)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Hoofdstuk 13: opdracht 4


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Zijn er vragen over de lesstof van deze week?



Volgende week: bestuurshandelingen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies